In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Werknemerschap
Slide 1 - Tekstslide
vragen wetgeving in de zorg
Slide 2 - Tekstslide
Wat is de minimale leeftijd waarop een patiënt zelfstandig een medische behandelingsovereenkomst mag sluiten?
A
16 jaar
B
18 jaar
C
21 jaar
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een voorbehouden handeling?
A
Een handeling die alleen in het ziekenhuis mag
B
Een handeling die alleen met toestemming van de patiënt mag
C
Een risicovolle handeling die alleen bevoegde en bekwame zorgverleners mogen uitvoeren
D
Een handeling die alleen door een arts gedaan mag worden
Slide 4 - Quizvraag
Een cliënt in de thuiszorg vraagt om inzage in zijn zorgdossier. Wat zegt de wet hierover?
A
Dit mag alleen met toestemming van de huisarts
B
Dit mag alleen bij een klacht
C
Dit hoeft niet als het belastend is voor de zorgverlener
D
De cliënt heeft altijd recht op inzage in zijn dossier
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het doel van de Wet BIG (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg)?
A
Het beschermen van cliënten tegen onbekwame zorgverleners
B
Het regelen van de financiering van ziekenhuizen
C
Het organiseren van het klachtenrecht
D
Het beschermen van medische gegevens
Slide 6 - Quizvraag
Een zorgmedewerker in een GGZ-instelling hoort van een cliënt dat deze ernstige suïcidale gedachten heeft. Mag de medewerker dit delen met een collega zonder toestemming van de cliënt?
A
Nee, dat is in strijd met de AVG
B
Ja, als dit noodzakelijk is voor de directe zorg en veiligheid van de cliënt
C
Alleen na toestemming van de cliënt
D
Alleen als de familie het goedkeurt
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een van de belangrijkste principes in de beroepscode voor verpleegkundigen?
A
Altijd doen wat de arts zegt, ook als de patiënt het niet wil
B
Je eigen mening volgen, ook als dat niet past bij de patiënt
C
Respect hebben voor wat de patiënt zelf wil
D
Alleen medische protocollen volgen zonder uitleg aan de patiënt
Slide 8 - Quizvraag
Vragen beroepscode voor verpleegkundigen
Slide 9 - Tekstslide
Wat betekent het principe van 'verantwoordelijkheid' in de beroepscode?
A
Altijd je collega de schuld geven als iets misgaat
B
Je eigen keuzes maken en daar ook achter staan
C
Alles doen wat op je takenlijst staat
D
Alles navragen, zodat je zelf geen beslissingen hoeft te nemen
Slide 10 - Quizvraag
Welke waarde wordt benadrukt in de beroepscode met betrekking tot samenwerking?
A
Goed communiceren en elkaar respecteren
B
Elkaar alleen aanspreken als er iets fout gaat
C
Alleen luisteren naar de leidinggevende
D
Elkaar niet in de weg zitten tijdens de dienst
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de rol van de beroepscode bij ethische dilemma’s?
A
Regels geven die altijd gevolgd moeten worden
B
Richtlijnen geven om moeilijke keuzes goed te maken
C
Je verplichten om altijd de patiënt gelijk te geven
D
Je vertellen wat je moet doen als je twijfelt over de regels
Slide 12 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met 'professionele grenzen' in de beroepscode?
A
Alleen bevriend zijn met patiënten buiten werktijd
B
Nooit lachen of grapjes maken met patiënten
C
Altijd afstand houden en patiënten niet persoonlijk aanspreken
D
Duidelijke grenzen stellen tussen werk en privé
Slide 13 - Quizvraag
Vragen MIC-Procedure
Slide 14 - Tekstslide
Wat betekent de afkorting MIC in de zorg?
A
Melding Incident Cliëntenzorg
B
Medische Incidenten Commissie
C
Meldpunt Incidenten en Calamiteiten
D
Management Incidenten en Casussen
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het doel van de MIC-procedure?
A
Het bestraffen van medewerkers die fouten maken
B
Het verbeteren van de kwaliteit van de zorg door incidenten te analyseren
C
Het verminderen van administratieve lasten in de zorg
D
Het verhogen van de werkdruk van zorgverleners
Slide 16 - Quizvraag
Welke stap komt meestal eerst in de MIC-procedure?
A
Het analyseren van het incident
B
Het melden van het incident
C
Het implementeren van verbetermaatregelen
D
Het bespreken van het incident in een teamvergadering
Slide 17 - Quizvraag
Wie kan een incident melden volgens de MIC-procedure?
A
Alleen de leidinggevende
B
Alleen de patiënt
C
Alleen de arts
D
Iedereen die betrokken is bij de zorgverlening
Slide 18 - Quizvraag
Wat gebeurt er na het analyseren van een incident in de MIC-procedure?
A
Het incident wordt afgesloten zonder verdere actie
B
Er worden verdere maatregelen geïmporteerd
C
De betrokken medewerker wordt geschorst
D
Het incident wordt gedeeld met de media
Slide 19 - Quizvraag
vragen MiM
Slide 20 - Tekstslide
Wat is de meest voorkomende MIM-melding in de zorgsector? (2 antwoorden zijn goed)
A
Ernstig lichamelijk of psychisch letsel.
B
Situaties die voor de gezondheid van de medewerker gevaarlijk zijn.
C
Grote materiele schade.
D
Beroepsziekte, vermoeden van beroepsziekte.
Slide 21 - Quizvraag
Een MIM-melding gaat door een aantal processen:
- Registratie in het incidentenregistratiesysteem.
- Classificatie MIM.
- Activatie van het MIM-Proces (leidinggevende, MIM-coördinator en/of incidententeam)