hst 8 paragraaf 3 " sociaal gedrag"

Hst 8.3 "Sociaal gedrag"
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hst 8.3 "Sociaal gedrag"

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Na deze les ken je de definitie van sociaal gedrag.
  • Weet je hoe je het noemt als dieren alleen leven
  • Weet je wat een territorium is
  • Weet je wat een rangorde is en waarom die nuttig is

Slide 2 - Tekstslide

vandaag
Herhaling vorige paragrafen
Uitleg met tussendoor fimpjes en quizvragen over paragraaf 3
Aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Wat is gedrag?
A
Alles wat een mens of dier doet
B
lopen, iets pakken, lachen
C
spieren die werken
D
planten die water opnemen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een prikkel?
A
invloed uit de omgeving op een organisme
B
reactie van een mens of dier op iets
C
een zintuig
D
een zenuw

Slide 5 - Quizvraag

Een prikkel kan ervoor zorgen dat er een (reactie) respons komt

A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag


Voorbeeld van een
uitwendige prikkel
(1 of meer antw. goed)

A
Geluid en licht
B
Honger en dorst
C
Hoofdpijn
D
Pijn in de buik

Slide 7 - Quizvraag


Voorbeeld van een inwendige prikkel

A
Geluid
B
Licht
C
Een prikkel die in het lichaam ontstaat
D
Jezelf met je hamer op de duim slaan

Slide 8 - Quizvraag

Als een prikkel
steeds dezelfde
reactie (respons) geeft noem je dit:

A
een sleutelprikkel
B
een uitwendige prikkel
C
een inwendige prikkel
D
een respons

Slide 9 - Quizvraag

In films maken ze ook gebruik van
sleutelprikkels of supranormale prikkels.
Bekijk de afbeelding. Van welk soort
prikkel hebben ze hier gebruik gemaakt?
A
Van een sleutelprikkel
B
Van een supranormale prikkel
C
een respons
D
een reactie

Slide 10 - Quizvraag


De rode kleur in de bek van het koekoeksjong is een ... voor de heggenmus om het koekoeksjong te voeren.
A
sleutelprikkel
B
impuls
C
prikkel
D
supranormale prikkel

Slide 11 - Quizvraag

hst 8.3

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video


Er zijn dieren die alleen leven.
Ze leven niet in een groep.

(1 of meer antw. goed)
A
ze leven solitair
B
ze leven in een roedel
C
bijvoorbeeld een kat
D
ze leven in een kudde

Slide 14 - Quizvraag

De definitie van sociaal gedrag
Sociaal gedrag is gedrag waarbij je rekening houdt met andere leden van een groep van dezelfde soort.

Noteer dit in je schrift!

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeelden van sociaal gedrag
  • Luisteren naar elkaar
  • Elkaar laten uitspreken
  • In een discussie rustig blijven praten
  • Iemand helpen als iemand dat vraagt en jij dat kunt
  • Tijdens sporten een tegenstander niet neerhalen/omduwen
  • Je bij de beslissing van je groep kunnen neerleggen ......

Schrijf een paar voorbeelden van sociaal gedrag in je schrift 
                                                                                                                     als je dat nodig vindt.

Slide 16 - Tekstslide


Hoe, van wie, wanneer heb jij sociaal gedrag geleerd?
A
liefdevolle aandacht van de ouder(s) / verzorger(s)
B
sociaal gedrag te zien van anderen en het daarna te oefenen. Zo kun je het later toepassen
C
te spelen met 'soortgenoten' (bijv. als peuter met andere kinderen spelen)
D
doordat je bijv. als je gezoogd wordt (borstvoeding krijgt), aandacht krijgt

Slide 17 - Quizvraag

Territorium? Territoriumgedrag?
Wat is dat en wat heeft dat met deze afbeeldingen te maken?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Territoriumgedrag

Filmpje 1:  Van laag naar hoog

Filmpje 2: Gebied afbakenen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Territorium - Territoriumgedrag
Wat is NIET waar?

A
Een territorium is een eigen leefgebied
B
De grenzen van een territorium worden afgebakend
C
Vooral vrouwtjes bewaken het territorium
D
Het territorium wordt verdedigd door te dreigen en evt. te vechten is territoriumgedrag

Slide 23 - Quizvraag

Territorium (hoofdzaken in je schrift noteren)
Voor de soortgenoten is het duidelijk wie de eigenaar (de baas) is van het territorium. 
Dat gebied is groot genoeg voor de eigenaar en de jongen. 
Er is voldoende voedsel te vinden zodat de jongen kunnen worden grootgebracht.
Er zijn daardoor minder ruzies tussen soortgenoten. 
Als er een indringer is, wordt het territorium verdedigd door te dreigen en evt. te vechten. 
Als de indringer wint, is hij de baas in het territorium, de verliezer vlucht dan. 
Als de eigenaar van het territorium wint, trekt de indringer zich terug.

Stel je voor dat jij een vos bent met een nest jongen. Kun je dan uitleggen waarom een territorium voor jou als vos belangrijk is en hoe het werkt?
Als je dat kunt, snap je het en ken je het :).

Slide 24 - Tekstslide

Het territorium
Wat is NIET waar?

A
verdedigen door te dreigen
B
verdedigen door te vechten
C
groot genoeg voor het grootbrengen van de jongen
D
Bij elke diersoort is het territorium even groot

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Slide 27 - Tekstslide

Hoe komt het dat meestal de sterkste dieren van een roedel voor het nageslacht zorgen?
(1 of meer antw. goed)
A
de grootste kans op sterke nakomelingen
B
de grootste kans op mannelijke nakomelingen
C
de grootste kans op vrouwelijke nakomelingen
D
de grootste kans op gezonde nakomelingen

Slide 28 - Quizvraag

Is de grote of de kleine hond dominant?

Slide 29 - Open vraag

Hoe zie je dat de grote hond onderdanig is?

Slide 30 - Open vraag

Hoe zie je de rangorde in een groep?

Wat is NIET waar?
A
de sterkste planten zich meestal voort
B
binnen een bedrijf neemt de baas meestal de belangrijke beslissingen
C
De dominante dieren eten eerst hun buikje vol
D
Je kunt de rangorde in een groep nooit zien

Slide 31 - Quizvraag

Soorten gedrag
Hoofdsoorten: 
Aangeleerd en erfelijkgedrag
Soorten gedrag: 
Speelgedrag
Eetgedrag
Vechtgedrag
Paargedrag (voortplantingsgedrag) 
Dreiggedrag
Verzorgingsgedrag
Noteer de voorbeelden in je schrift
Filmpje  met uitleg over voorplantingsgedrag 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Filmpje over gedrag van mensen

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Je kunt nu antwoord geven op de volgende vragen:
Wat is sociaal gedrag?
Geef 3 voorbeelden van sociaal gedrag.
Hoe ontstaat sociaal gedrag?
Wat is een territorium en wat is territoriumgedrag?
Wat is een rangorde en hoe zit een rangorde in elkaar? 
Hoofdsoorten gedrag, soorten gedrag en voorbeelden van gedrag kun je benoemen.

Slide 36 - Tekstslide

Territoriumgedrag ......
Welke andere soorten gedrag ken je?

Slide 37 - Open vraag

Welke andere norm is voor jou belangrijk?
(welke waarde hoort erbij?)

Slide 38 - Woordweb

Wat is volgens jou een territorium?

Slide 39 - Open vraag

Stel, er is een rangorde binnen een groep.
Hoe zie je dat dan?

Slide 40 - Open vraag

Geef een voorbeeld van sociaal gedrag

Slide 41 - Open vraag

Geef een voorbeeld van sociaal gedrag

Slide 42 - Open vraag

Hoe geven dieren of mensen aan wat hun territorium is?

Slide 43 - Open vraag

Wat heb je geleerd,
wat vind je nog lastig?

Slide 44 - Woordweb

aan de slag

Lezen en maken hst 8.3

Slide 45 - Tekstslide