Week 21

Lokaal E07
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lokaal E07

Slide 1 - Tekstslide

Week 21: Past Simple

Slide 2 - Tekstslide

Program lesson 1
1. Welcome
2. Vocabulary
3. Homework check
4. Past Simple

Slide 3 - Tekstslide



-> to English
1. Vlinder
2. Oog
3. Nijlpaard
4. Door(heen)
5. Uit
6. Slaapzak


-> To Dutch
1. Cycle (V)
2. Sailor
3. Whale
4. Leg
5. Frog
6. Cloud
Copy these words in your notebook and write down the translation:

Slide 4 - Tekstslide



-> to English
1. Vlinder - Butterfly
2. Oog - Eye
3. Nijlpaard - Hippo
4. Door(heen) - Through
5. Uit - Off
6. Slaapzak - Sleeping Bag


-> To Dutch
1. Cycle (V) - Fietsen
2. Sailor - Zeeman/matroos
3. Whale - Walvis
4. Leg - Been
5. Frog - Kikker
6. Cloud - Wolk
Copy these words in your notebook and write down the translation:

Slide 5 - Tekstslide

Homework check
- WB page 64 ex.1-3

- Read SB U6b (page 64) and do ex. 1 + 2 (WB page 65)

Underline all past simple verbs that you find in the text we read last class

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

6B + D: Past Simple - Be & Can
You studied: SB page 64

What can you say about the Past Simple?

What verbs in the Past Simple did you find in the article

Slide 10 - Tekstslide

Past simple

Slide 11 - Tekstslide

Regular verbs

Achter het werkwoord plaats je 'ed'

I walk -> I walked
it rains-> it raineded
they beg-> they begged

Slide 12 - Tekstslide

Regular verbs Spelling
Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter:
I live - I lived
you move - you moved

In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat:
I drop - I dropped
they plan - they planned

Slide 13 - Tekstslide

 Spelling
Als een werkwoord eindigt op -y, dan komt er in de past simple een -ied achter:
I carry- I carried
you study- you studied

In de past simple komt er een -ed achter als er een klinker voor staat:
I play - I played

Slide 14 - Tekstslide

Past Simple - Vraag/Ontkenning

Vraagzinnen
Did + hele ww (1e kolom):
Did you walk to school yesterday?

Ontkennende zinnen
Didn't + hele www (1e kolom):
You didn't walk to school yesterday.

Slide 15 - Tekstslide

Past Simple - Signaalwoorden

In de zin staan vaak een tijdsbepaling van verleden tijd.

  • yesterday
  • last week
  • ten minutes ago
  • in 2007
  • this morning

Slide 16 - Tekstslide


Wat is de Past Simple van work
A
works
B
worked
C
working
D
work

Slide 17 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van help
A
helping
B
helped
C
helps
D
help'd

Slide 18 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van study
A
studyd
B
studyied
C
studyed
D
studied

Slide 19 - Quizvraag

Regular verbs in the past simple end in ...- (which letters)

Slide 20 - Open vraag

Unit 6D
Go to page 66 SB

Now do ex. 1, 2, 3, 4 WB page 67

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Program Lesson 2
1. Welcome!
2. Reading Practice
3. Homework

Slide 23 - Tekstslide

Reading Practice
- Read the texts and answer the questions
- Write your answers in your notebook
- We will check the answers at the end of class of next class



Slide 24 - Tekstslide

Check ex. 1, 2, 3, 4 WB page 67

Give your notebook to your neighbor (if you have one)

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Program Lesson 3
1. Welcome!
2. Wild Animals: Iguana vs Snake
3. Homework + Past Simple Be&Can
4. Unit 6E
5. Wild Animals: Monkeys that steal

Slide 28 - Tekstslide

2

Slide 29 - Video

00:37
This iguana is a hatchling. What do you think that means?

Slide 30 - Open vraag

01:32
How do you think this is going to end? Write a full, correct sentence

Slide 31 - Open vraag

Leestoets verder nakijken

Slide 32 - Tekstslide

What is the past simple of 'can'?
A
canned
B
could
C
can
D
caned

Slide 33 - Quizvraag

What is the past simple of 'be'?
A
were
B
is
C
are
D
was

Slide 34 - Quizvraag

How do you say 'I can' in past?
A
I caned
B
I could
C
I can

Slide 35 - Quizvraag

Which is correct: 'They were happy'?
A
No
B
They are happy
C
They was happy
D
Yes

Slide 36 - Quizvraag

Klopt! 
Klopt niet! 
Een (+) past simple eindigt altijd op -ed
Je gebruikt de past simple voor dingen die altijd waar zijn. 
Je ontkent een past simple door didn't plus het hele werkwoord te gebruiken 
Past Simple gaat om een specifiek moment in het verleden.

Slide 37 - Sleepvraag

Past simple 
REGULAR

Past simple 
IRREGULAR
swim
walk
drive
cook
give
have

Slide 38 - Sleepvraag

past simple
Geen past simple! Ook geen verleden tijd.
Geen past simple! Wel verleden tijd

Slide 39 - Sleepvraag

Past Simple

Maak een goede zin in de past simple.
Mike
dropped
the boxes

Slide 40 - Sleepvraag

Unit 6E
SB page 67. Together ex. 3

Read the Learn This! box

Do ex. 5 
Open WB page 68
Do ex. 1, 2, 3

Slide 41 - Tekstslide

a - into
b - along
c - away from
d - round
e - down
f - across
g - to
h - onto
i - out of
j - over
k - under
l - through
m - off
n - towards
o - past
p - up


Slide 42 - Tekstslide

2

Slide 43 - Video

03:04
Why are these monkeys stealing?

Slide 44 - Open vraag

03:06
What did the monkeys steal?

Slide 45 - Open vraag

Slide 46 - Video