4.2 een vrouw





Voortplanting
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les





Voortplanting

Slide 1 - Tekstslide

Deze geslachtskenmerken zijn al bij de geboorte aanwezig?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken

Slide 2 - Quizvraag

Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
Sleep de woorden naar de juiste plek
Borsten
Penis
Schaamlippen
Okselhaar
Vagina
Balzak
Bredere heupen
Lage stem

Slide 3 - Sleepvraag

Heeft een kleuter van 5 jaar secundaire geslachtskenmerken?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Lesdoelen
-Ik kan de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functies en kenmerken.
-Ik kan de menstruatiecyclus beschrijven
 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Clitoriseikel:
gevoelig voor seksuele prikkels

Urinebuis: 
hierdoor wordt urine afgevoerd naar buiten

Vagina:
hier kan een tampon, vinger of penis naar binnen. 

Binnenste schaamlippen: maken slijm aan bij seksuele opwinding voor beter glijden.

maagdenvlies:
randje slijmvlies aan begin van vagina. 

Slide 7 - Tekstslide

Clitoriseikel is van de buitenkant zichtbaar (erg gevoelig). Door aanraking van de clitoris kan een vrouw klaarkomen. (orgasme)

Zwellichamen= als een vrouw opgewonden raakt, vullen deze zwellichamen zich met bloed.  



Aanraking kan zijn strelen, wrijven, likken, trillen, etc 

Slide 8 - Tekstslide

Het is belangrijk om elke dag de schaamlippen goed te wassen/spoelen met water. 

Tussen de schaamlippen kan slijm zitten. Hier kunnen bacteriën snel groeien. Daardoor kunnen ontstekingen ontstaan.
Hygiëne

Slide 9 - Tekstslide

Voortplantingsstelsel van de vrouw. De meeste voortplantingsorganen liggen in de onderbuik
Voortplantingsstelsel van de vrouw.
De voortplantingsorganen liggen in de onderbuik. 

Slide 10 - Tekstslide

Eicellen
Zijn de vrouwelijke geslachtscellen (aanwezig vanaf de geboorte)
 
Rijping in de puberteit/ Iedere maand 1 eicel

Grootste menselijke cel (bevat reservevoedsel)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Welk geslachtskenmerk is een primair geslachtskenmerk?
A
Baardgroei
B
Baarmoeder
C
Lagere stem
D
Borsten

Slide 14 - Quizvraag

In figuur 4 zie je een schematische tekening van het voortplantingsstelsel van de vrouw. Welke geslachtsorganen worden er bedoeld met de onderstaande beschrijvingen? Sleep beschrijving naar de juiste nummers.

Vagina
Blaas
Eileider
Baarmoeder
Eierstok

Slide 15 - Sleepvraag

In dit deel van het voortplantingsstelsel van de vrouw liggen eicellen
A
Eileider
B
Eierstokken
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 16 - Quizvraag

De baarmoeder en de eierstokken maken deel uit van het voortplantingsstelsel van een vrouw.
Maak de zinnen compleet.

De ontwikkeling van een embryo kan
 plaatsvinden.
De productie van geslachtscellen kan
 plaatsvinden.
Alleen in de baarmoeder 
Alleen in de eierstok 

Slide 17 - Sleepvraag


 Geslachtskenmerken kun je onderverdelen in primaire
 
geslachtskenmerken en secundaire geslachtskenmerken.

In welke zin staan alleen secundaire geslachtskenmerken?
A
Schaamlippen, borstgroei en borsthaar.
B
Schaamhaar, zwaarder skelet en lagere stem.
C
Balzak, schaamlippen en penis.
D
Balzak, bredere schouders en lagere stem.

Slide 18 - Quizvraag

Wat hoort bij het voortplantingsstelsel van de vrouw?
A
borsten, eicellen en eierstokken
B
baarmoeder, borsten en schaamhaar
C
kenmerken waaraan je het geslacht herkent.
D
o.a. eierstokken, eileiders, baarmoeder

Slide 19 - Quizvraag






De eicel springt uit de eierstok. 
Eileider vervoert de eicel
1 keer in de 4 weken een eisprong.


Eisprong = Ovulatie

Slide 20 - Tekstslide

Menstruatie
Slijmvlies bevat veel bloedvaten. Door samentrekkingen van spieren wordt het slijmvlies met bloed afgevoerd.

Klachten: buikkrampen, rugpijn, hoofdpijn, moe, lusteloos, emotioneel
Sommige meisjes menstrueren als ze 10 jaar zijn, anderen als ze 16 jaar zijn. Gemiddeld zijn meisjes 
13 jaar oud bij de 1e menstruatie.
Een menstruatie duurt bij sommigen 3 dagen maar bij anderen kan het wel een week duren.

Slide 21 - Tekstslide

Menstruatiecyclus
Vooral in de puberteit kan de menstruatie zeer onregelmatig plaatsvinden. Soms zit er veel tijd tussen de menstruaties.
Dit gaat vanzelf meer lijken op de cyclus in het plaatje.
Eisprong op de 14e dag
De cyclus duurt 28 dagen

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Hormonen
Stoffen die de werking van organen regelen

Hormoonklieren geven de hormonen ->  bloed. Een hormoon werkt alleen in weefsels of organen die gevoelig zijn voor dat hormoon.

In de puberteit produceert de hypofyse stimulerende hormonen. Onder invloed van die hormonen --> eicellen en eierstokken ontwikkelen zich
Overgang = er rijpen geen eicellen meer (niet meer ongesteld)

Slide 25 - Tekstslide

Aan het (huis)werk
Maken:  4.2 1 t/m 3 + 6 t/m 9

Oefen: https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/vrouw.htm

Slide 26 - Tekstslide