Bloembollen planten wanneer en hoe - Groei & Bloei

Bloembollen planten wanneer en hoe - Groei & Bloei
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bloembollen planten wanneer en hoe - Groei & Bloei

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les kunt u de juiste plantperiode voor voorjaarsbloeiende bloembollen benoemen.
Plantperiode van voorjaarsbloeiende bloembollen: Van september tot december planten vóór de eerste nachtvorst.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het planten van voorjaarsbloeiende bloembollen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les kunt u verschillende soorten voorjaarsbloeiende bloembollen herkennen.
Soorten voorjaarsbloeiende bloembollen: Tulpen, narcissen, hyacinten, sneeuwklokje, irissen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorjaarsbloeiende bloembollen
Bloembollen die in het voorjaar bloeien, zoals tulpen, narcissen en hyacinten.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plantperiode
De specifieke tijd van het jaar waarin bloembollen geplant dienen te worden om optimaal te kunnen bloeien.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloembollen planten wanneer en hoe - Groei & Bloei
Wat weet je al over het planten van voorjaarsbloeiende bloembollen?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 8 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 9 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.