Hoeveel energie zit er ongeveer opgeslagen in een batterij van een mobiele telefoon?
Slide 4 - Open vraag
Bekijk het volgende filmpje helemaal.
- maak bij het filmpje aantekeningen
- voer de gevraagde berekening uit.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
04:34
Hoe groot is de stroomsterkte?
Slide 7 - Open vraag
06:25
Hoe groot is hier de stroomsterkte?
Slide 8 - Open vraag
Vermogen
Hoeveel elektrische energie een apparaat per seconde verbruikt, noem je het vermogen. De afkorting voor vermogen is de hoofdletter P van het Engelse woord voor vermogen, power. Een eenheid van vermogen is de watt
(W).
Hoe groot het vermogen is hangt af van de spanning en de stroom.
Slide 9 - Tekstslide
Formule
Vermogen = Spanning x Stroomsterkte
P=U⋅I
Slide 10 - Tekstslide
Elektrisch vermogen
De hoeveelheid geleverde energie per seconde.
U is spanning in volt (V)
I is stroom in ampere (A)
P is vermogen in watt (W)
P=U⋅I
Slide 11 - Tekstslide
Vera maakt een schakeling. Ze meet een stroomsterkte 220mA en de spanning 9,0V. Hoe groot is het vermogen
A
1980 W
B
24,4 W
C
1,98 W
D
1980000 W
Slide 12 - Quizvraag
In Sinita's smartphone zit een lithium-ion-accu die een spanning levert van 3,5 V. Als Sinita belt, levert de accu een vermogen van 2,5 W. Bereken de stroomsterkte.
A
8,8 A
B
0,71 A
C
1,4 A
Slide 13 - Quizvraag
Thuis heb ik de nieuwste PS5. momenteel is er 230 V en 13 mA op aangesloten. Wat is het vermogen?
A
2.99 Watt
B
2990 Watt
C
17.7 Watt
D
17700 Watt
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de eenheid van vermogen?
A
Volt
B
Stroomsterkte
C
Coulomb
D
Watt
Slide 15 - Quizvraag
Vermogen
1
2
Slide 16 - Tekstslide
Maak deze opgave in je schrift.
Slide 17 - Tekstslide
Uitwerking Voorbeeld
1
Slide 18 - Tekstslide
Vermogen - typeplaatje
Een boormachine van 300 watt zal niet zo makkelijk een gat boren als een boormachine van 800 watt.
Apparaten met een hoger vermogen kunnen meer.
Meer vermogen meer gebruik van elektrische energie.
Hoe groter het vermogen van een apparaat, hoe meer het apparaat kost om het te gebruiken.
Een typeplaatje vind je vaak achterop of onderop een elektrisch apparaat.Op het typeplaatje vind je het vermogen van een apparaat.
Slide 19 - Tekstslide
Elektrische energie thuis
Om precies te meten hoeveel elektrische energie je gebruikt, zit er in de meterkast een meter die de elektrische energie meet in kilowattuur (kWh). Zo'n meter noem je een kilowattuurmeter.
Tegenwoordig wordt de informatie van de kwh-meter door de digitale kwh-meter zelf, via de elektriciteitskabels doorgegeven aan de energie-maatschappij.
Kilowattuurmeter
Een apparaat dat de verbruikte elektrische energie meet. Deze vind je vaak in een meterkast.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Vermogen
2
1
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Energieverbruik
E = P x t
E = energie (J of kWh)
P = het vermogen (W of kW)
t = tijd in seconden of uur (s of h)
Slide 24 - Tekstslide
Opdracht 1
Gegeven:
Gevraagd:
Formule:
Berekening:
Resultaat:
Slide 25 - Tekstslide
Uitwerking opdracht 1
Slide 26 - Tekstslide
Opdracht 2
Gegeven:
Gevraagd:
Formule:
Berekening:
Resultaat:
Slide 27 - Tekstslide
Uitwerking opdracht 2
Slide 28 - Tekstslide
Opdracht 3
Gegeven:
Gevraagd:
Formule:
Berekening:
Resultaat:
Slide 29 - Tekstslide
Uitwerking opdracht 3
Slide 30 - Tekstslide
Omrekenen kWh naar J
Omrekenfactor voor Energie in kWh naar Joules is
1 kwH = 3,6 MJ = 3600000 J
Slide 31 - Tekstslide
Stiekeme energievreters
1
2
3
Slide 32 - Tekstslide
Symbool voor de eenheid van Energie
A
P
B
E
C
W
D
kWh
Slide 33 - Quizvraag
Symbool voor de grootheid Energie
A
P
B
E
C
W
D
kWh
Slide 34 - Quizvraag
Wat is de formule voor de totale energiegebruik?
A
E = U x I
B
E = U / P
C
E = I x P
D
E = P x t
Slide 35 - Quizvraag
Schrijf voor de volgende vraag de berekening in je schrift.
Slide 36 - Tekstslide
Een gloeilamp is aangesloten op een spanning van 230 V. Door de lamp loopt een stroomsterkte van 0,5 A. De lamp brandt 10 uur. Wat is het energieverbruik?
A
1150 kWh
B
1,15 kWh
C
4600 kWh
D
21,7 kWh
Slide 37 - Quizvraag
In de avond game ik op mijn PS5 voor 1,5 uur met een vermogen van 102 W. Wat is mijn energiegebruik in kWh?
A
153 kWh
B
0,153 kWh
C
68 kWh
D
0,068 kWh
Slide 38 - Quizvraag
Een strijkijzer heeft een vermogen van 800 W. Het strijkijzer staat per maand 10 uur aan. 1 kWh kost € 0,15. Wat zijn de kosten voor energie per jaar voor dit strijkijzer?
A
€ 14400
B
€ 12000
C
€ 14,40
D
€ 1,20
Slide 39 - Quizvraag
Een kantoor is voorzien van 26 TL buizen van 80 W. De verlichting staat iedere werkdag 9 uur aan. Het kantoor is 2 van de 52 weken per jaar dicht. Hoeveel energie wordt er in een jaar door de verlichting gebruikt?
A
936 kWh
B
973,44 kWh
C
936000 kWh
D
973440 kWh
Slide 40 - Quizvraag
Wat is het vermogen van een boormachine met een spanning van 230V en een stroomsterkte van 3,9A?
Slide 41 - Open vraag
Een oplader geeft een spanning van 5 V en een stroomsterkte van 0,7 A. Wat is het vermogen van de adaptor?