13.3 eigenschappen polymeren

H13.3 
eigenschappen van kunststoffen
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H13.3 
eigenschappen van kunststoffen

Slide 1 - Tekstslide

deze les
eigenschappen van thermoharder, thermoplast, elastomeer 
- verklaard op microniveau
- manieren om ze te verwerken
- rekenen aan polymerisatiegraad


Slide 2 - Tekstslide

par. 13.1 en 13.2 vragen?
par. 13.1 vr 3 t/m 8
par 13.2 vr 11 t/m 14, 16 t/m 18

Gelukt??

Welke 2 polymerisatiemanieren zijn er ook weer?

Slide 3 - Tekstslide

oke, dus jullie weten:
hoe je een polyamide maakt! (par. 13.2 2e deel)

Een bekende toepassing is Nylon.

de volgende vraag lijkt erg op vr 18.

Slide 4 - Tekstslide

Nylon (polyamiDe)
De meeste nylonsoorten worden gesynthetiseerd door condensatiepolymerisatie van een
dicarbonzuur en een diamine. Er ontstaat een copolymeer waarbij de beide monomeren elkaar in de
polymeerketen afwisselen. De bekendste variant is nylon-6,6. De 6,6 staat voor het aantal koolstof  atomen in de grondstoffen. De eerste 6 van nylon-6,6 staat voor de zes koolstofatomen in hexaan-1,6-diamine en de tweede 6 van nylon-6,6 staat voor het aantal koolstof atomen in het hexaandizuur.  Doordat de monomeren 6 koolstof atomen bevatten wordt het hiermee gevormde nylon-6,6  genoemd. Er bestaat ook nylon-4,6. De algemene reactie voor de vorming van polyamide uit  dicarbonzuur en diamine is:

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 1
Teken de structuurformule van nylon-4,6. 
Teken elk monomeer 1 keer. 
 

Slide 6 - Tekstslide

Antwoord:
4

Slide 7 - Tekstslide

Wat gebeurt er bij het verwarmen van een kunststof?

We delen kunststoffen in in verschillende groepen, omdat ze zich anders gedragen bij verwarmen. In het volgende filmpje zie je dat verschil. Daarna gaan we dit op microniveau (met de bindingen tussen de moleculen) verklaren. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Je kunt kunststoffen op basis van hun eigenschappen indelen in bovenstaande drie groepen. Thermoplast en thermoharder moet je goed kennen!

Slide 10 - Tekstslide

Thermoplasten 
MACRONIVEAU
Thermoplasten zijn polymeren die bij verwarmen zacht en buigzaam worden. Ze worden gebruikt bij:
  • schuim
  • folie
  • buizen
  • kabel
  • vezels
  • kunstglas

MICRONIVEAU
Ze hebben lineaire en vertakte polymeerketens.

Slide 11 - Tekstslide

Thermoplast 
Macroniveau (stof): kunststof wordt zacht door verwarming 
Microniveau (moleculen, binding): ketenpolymeer
vanderWaalsbinding tussen polymeerketens wordt bij smelten verbroken, er zijn geen dwarsverbindingen die 
moleculen op hun plek houden 
bv: Polyetheen, polypropeen, PVC 

Slide 12 - Tekstslide

Flexibiliteit
De flexibiliteit van een polymeer kan variëren door verschillende factoren:
  • Zijketens: meer ketens > minder flexibel
  • Polymerisatiegraad: hoger > minder flexibel
  • Weekmakers: toevoeging maakt flexibel

Slide 13 - Tekstslide

andere toevoegingen:

  • kleurstof
  • brandvertragers
  • UV-stabilisatoren
  • glasvezels

Slide 14 - Tekstslide

Vraag:
Leg uit op microniveau waarom een weekmaker een polymeer flexibeler maakt.

Slide 15 - Tekstslide

Antwoord:
Het molecuul van de weekmaker gaat tussen de ketens van het polymeer zitten. Daardoor zijn de vanderwaalskrachten tussen de moleculen van het polymeer kleiner. Dus is de polymeer met weekmaker flexibeler.

Slide 16 - Tekstslide

Vraag:
Bereken de polymerisatiegraad van PVC 
(polyvinylchloride= polychlooretheen) als 
de gemiddelde molecuulmassa 2,500 x 106 u is.

Slide 17 - Tekstslide

Antwoord
Het monomeer van PVC is chlooretheen.
De molecuulmassa van chlooretheen is 62,494 (u).
Polymerisatiegraad is 2,500 x 106 (u) / 62,494 (u) = 40.004
                                                                                         = 4,000x104


significantie =4

Slide 18 - Tekstslide

Reactievergelijking:
Dus n= 40.000

Slide 19 - Tekstslide

Thermoharder 
Macroniveau (stof) : kunststof blijft hard bij verwarmen, materiaal breekt makkelijk (bros), ontleedt bij sterk verhitten (smelt niet)
Microniveau (molecuul, bindingen): 
tussen polymeerketen zitten 
dwarsverbindingen, dit zijn atoombindingen
                                bv. melamine hars      

Slide 20 - Tekstslide

Melamine toepassing
Toepassingen
Melamine wordt vooral gebruikt als basisgrondstof voor melamine-harsen en coatings. Door een reactie met aldehyden (gewoonlijk formaldehyde) worden thermohardende kunststoffen geproduceerd. Melamineformaldehyde (vaak, maar foutief, ook melamine genoemd) is sterk, licht, hard en bestand tegen zuren en basen, redenen waarom het gebruikt wordt om er borden en bestek van te maken. 

Slide 21 - Tekstslide

Thermoharders 
MACRONIVEAU
Thermoharders blijven hard als ze verwarmd worden. Toepassingen:
  • stopcontact, lichtknop etc
  • sommige huishoudelijke artikelen
MICRONIVEAU : Netwerkpolymeer
omdat ze een driedimensionaal fijnmazig netwerk van polymeerketens met dwarsverbindingen hebben.

Slide 22 - Tekstslide

Elastomeren
Dit type kunststof is niet besproken in het filmpje. Een elastiekje is een voorbeeld van een elastomeer. De ketens van het polymeer kunnen wel langs elkaar heen bewegen, zoals bij een thermoplast, maar "weten" naar welke beginstand ze terug moeten als de externe kracht opgeheven wordt.
Dit komt omdat de ketens onderling met een klein aantal crosslinks verbonden zijn

Slide 23 - Tekstslide

Crosslinks - netwerkpolymeer
  • Crosslinks kunnen op verschillende manieren ontstaan. Bijvoorbeeld doordat in de polymeerketen nog dubbele bindingen overblijven. Deze dubbele bindingen kunnen via additiepolymerisatie de crosslinks  vormen.
  • De andere optie is dat de monomeren een extra groep  hebben (meer dan 2).  Als een monomeer bv een alcoholgroep of een zuurgroep extra heeft, kunnen deze weer een condensatiereactie ondergaan.

Slide 24 - Tekstslide

Elastomeren 
Elastomeren keren na vervorming weer terug in hun oorspronkelijke vorm.
Toepassingen:
  • autobanden
  • elastiek


Slide 25 - Tekstslide

Bij het uitrekken van een elastiekje worden alle ketens, die normaal kris kras door elkaar lopen, rechtgetrokken tot ze niet verder kunnen. Bij het loslaten zorgen de dwarsverbindingen ervoor dat het elastiekje weer terugspringt in de oude vorm.
Bij het uitrekken van een elastiekje worden alle ketens, die normaal kris kras door elkaar lopen, rechtgetrokken tot ze niet verder kunnen. Bij het loslaten zorgen de dwarsverbindingen ervoor dat het elastiekje weer terugspringt in de oude vorm.

Slide 26 - Tekstslide

Elastomeer 
Macroniveau: kunststof die tijdelijk van vorm kan veranderen
Microniveau: crosslinks tussen polymeerketens, maar minder dan bij thermoharders 
vb: rubber,
polyurethaan,
elastaan

Slide 27 - Tekstslide

Overzicht:
Thermoplast
Thermoharder
Elastomeer

Slide 28 - Tekstslide

0

Slide 29 - Video

MACRO/MICRO
Sieger Kooij is in zijn filmpje niet helemaal zorgvuldig in zijn taalgebruik. 
Smelten is bijvoorbeeld een woord dat hoort bij stoffen, dus op macroniveau
Op microniveau zeg je dan "de polymeerketens glijden langs elkaar"
Uitdrukkingen als "polymeerketens smelten"  of "er zitten dwarsverbindingen tussen het polymeer" zijn dus onjuist!


Slide 30 - Tekstslide

Verwerken van kunststoffen
Thermoplasten kun je smelten, dus steeds opnieuw een andere vorm geven. Het wordt gemaakt als korrels (granulaat),
die je door smelten elke gewenste
vorm kunt geven. Dit kan door bijv.
spuitgieten, extruderen 
of extrusieblazen

Slide 31 - Tekstslide

0

Slide 32 - Video

Voorbeeld
Een product dat jullie allemaal kennen is LEGO.
In het volgende filmpje zie je hoe dit kunststof product door middel van spuitgieten wordt gemaakt.

Slide 33 - Tekstslide

0

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Weektaak
Leer hst. 13,  par 13.3: mk 23, 24, 26, 27

do start hst. 15! (hst. 14 doen we niet)
 

Slide 37 - Tekstslide