Woche 19

V5 Duits, Woche 19
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 160 min

Onderdelen in deze les

V5 Duits, Woche 19

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Beginopdracht
Vertaal:
Versie A
Versie B

Slide 3 - Tekstslide

Diese Woche:
Dienstag (50 Min.)

Uitval
Donnerstag (50 Min.)

Wörter Woche 3
L8GR1: Relativsätze
Lyrik: Moderne
Montag (50 Min.)

Uitval

Slide 4 - Tekstslide

Diese Woche:
Dienstag (50 Min.)

Uitval
Donnerstag (100 Min.)

Wörter Woche 3
L8GR1: Relativsätze
Lyrik: Biedermeier
Lyrik: Moderne

Slide 5 - Tekstslide

Toetsstof 504S
Wörter:
Kurzlernliste Kapitel 7 + signaalwoorden (examenidioom)

Grammatik: 
- AusBlick Kapitel 7, GR1 (Doppelte Konjunktionen)
- AusBlick Kapitel 7, GR2 (Konzessive Angaben)
- AusBlick Kapitel 8, GR1 (Relativsätze mit wer/wem/wen

Slide 6 - Tekstslide

Toetsstof 504S
Lesen:
- eindexamens HAVO (= niveau B2)

--> dit is een kwestie van oefenen, oefenen, oefenen
(en de signaalwoorden leren)

Slide 7 - Tekstslide

K7, GR1: Doppelte Konjunktionen
Doppelte Konjunktionen = dubbele voegwoorden 

1. Ich habe zwar Mathematik studiert, aber arbeite jetzt in der Kunst.
2. Ich finde weder Wirtschaft noch Chemie toll.
3. Ich habe gestern sowohl Sport gemacht als auch gechillt.
4. Ich denke nicht nur, dass Philosophie interessant ist, sondern auch, dass Jugendliche dies als Schulfach haben sollten.

Slide 8 - Tekstslide

K7, GR1: Doppelte Konjunktionen
Doppelte Konjunktionen = dubbele voegwoorden 

1. zwar ... aber = weliswaar ... maar...
2. weder ... noch = noch ... noch (= en niet ... en niet...) 
3. sowohl ... als auch = zowel ... als ook...
4. nicht nur ... sondern auch = niet alleen ... maar ook...

Slide 9 - Tekstslide

K7, GR2: Konzessive Angaben (KB S. 91)
Obwohl es da oft regnet, machen wir immer gerne Urlaub in England. 
Obwohl = 

Stella hat viel für ihren Test gelernt. Trotzdem hat sie nur eine 5 bekommen. 
// Sie hat trotzdem nur eine 5 bekommen. 
trotzdem = 

Trotz der Maßnahmen gibt es immer noch viele Koronafälle. 
trotz +2 = 

Slide 10 - Tekstslide

K7, GR2: Konzessive Angaben (KB S. 91)
Ich esse keinen Schweinebraten, weil ich Vegetarierin bin. 
weil =

Ich esse keinen Schweinebraten, denn ich bin Vegetarierin. 
denn =

Ich bin Vegetarierin, deswegen esse ich keinen Schweinebraten. 
deswegen = 

Slide 11 - Tekstslide

Tip
Denk bij voegwoorden altijd aan het Nederlands als je wil bepalen waar het werkwoord moet komen: 

Ich esse kein Fleisch, denn ich bin Vegetarierin. 
(= ik eet geen vlees, want ik ben vegetariër)

Ich esse kein Fleisch, weil ich Vegetarierin bin
(= ik eet geen vlees, omdat ik vegetariër ben)

Slide 12 - Tekstslide

Lektion 8: GR1
Relativsätze mit wer, wem, wen

Relativsatz = betrekkelijke bijzin met "wie" (in de 1e, 3e of 4e nv)

NL:
Wie vaak sport, (die) leeft langer.
Wie de kledingstukken niet bevallen, (die) mag ze ruilen.
Wie ik in de bioscoop gezien heb, (die) was naar dezelfde film als ik. 

Slide 13 - Tekstslide

Lektion 8: GR1
1e naamval: Wer Liebeskummer hat, (der) sollte darüber sprechen.
Wer = jemand der

3e naamval: Wem das nicht klar ist, (der) hat nichts verstanden. 
Wem = jemand dem

4e naamval: Wen Liebeskummer trifft, (der) sollte sich bei Freunden ausweinen.
Wen = jemand den

Slide 14 - Tekstslide

Lektion 8: GR1
Wat je moet kunnen = zinnen aanvullen + omschrijven 

- Jemand, ... oft Sport treibt, (der) lebt gesünder.

- (wer/wem/wen) ... Sport nicht gefällt, (der) sollte wenigstens öfter zu Fuß gehen.

- Jemand, ... Sport nicht interessiert, (der) sollte öfter spazieren gehen. 



Slide 15 - Tekstslide

Lektion 8: GR1
Hoe kom je te weten of je een 1e, 3e of 4e naamval moet invullen? --> ontleden

1e naamval = 
3e naamval = 
4e naamval = 



Slide 16 - Tekstslide

An die Arbeit
AB Aufgabe 1
S. 138

Slide 17 - Tekstslide

Nu doen (keuzemogelijkheden):
1. Aufgabe 6 op blz. 121 van je reader (= huiswerk voor komende maandag)
2. Als je die nog niet af had: Aufgabe 1 + 2 op blz. 117-118 van je reader 
(= huiswerk voor vandaag, gaan we donderdag nakijken)
3. Examenteksten HAVO
4. Door de Lyrikreader heenbladeren (donderdag gaan we aan de slag met de teksten van "Sturm und Drang" en "Romantik").
5. Wörter Woche 1 leren

Slide 18 - Tekstslide

LiteratUUR  
- Einleitung Vormärz
Heinreich Heine 
- Die schlesischen Weber
- Deutschland. 
Ein Wintermärchen 

Slide 19 - Tekstslide

Vormärz

Slide 20 - Tekstslide

LiteratUUR  
- Einleitung Biedermeier
1. Annette von Droste-Hülshoff - 
Der Knabe im Moor

Slide 21 - Tekstslide

Biedermeier

Slide 22 - Tekstslide

Hausaufgaben für Dienstag
- Maken:

- Leren: 

Slide 23 - Tekstslide

Hausaufgaben für Donnerstag
- Maken:

- Leren: 



Slide 24 - Tekstslide

Hausaufgaben für Montag
- Maken: 

- Leren: 



Slide 25 - Tekstslide