Continuous tenses

Continuous Tenses
Present Continuous
Past Continuous
Present Perfect Continuous
Past Perfect Continuous 
+ auxilery verbs
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Continuous Tenses
Present Continuous
Past Continuous
Present Perfect Continuous
Past Perfect Continuous 
+ auxilery verbs

Slide 1 - Tekstslide

Goals
Aan het einde van deze les kan je: 
- verschillen opnoemen tussen de vier continuous tijden in wanneer je ze moet gebruiken
- benoemen hoe je elke tijd vervoegd (+ - ?)
- in gap fill zinnen de juiste tijd kiezen én vervoegen 
-auxilery verbs moeten en willen toepassen

Slide 2 - Tekstslide

Present Continuous

nu op dit moment aan de gang
- am/are/is + ww + ing
Sssst! Be quiet, my little sister is napping. 
Jane & Rick are reading in the garden

Slide 3 - Tekstslide

Past Continuous
iets wat in het verleden aan de gang was. (vaak toen plots iets anders gebeurde, dat plots gebeurde is dan de past simple) 
- was/were + ww + ing
Bij twee gebeurtenissen in het verleden krijgt de langste gebeurtenis de continuous vorm! (de andere past simple)
I was sleeping when you texted me.
We were walking the dog yesterday, when it started to rain. 

Slide 4 - Tekstslide

Present Perfect Continuous

Iets is in het verleden gebeurd/begonnen en heeft nog effect op nu. Je wil vooral de tijdsduur benadrukken. (iets is nu al zo lang bezig!)
- have/has + been + ww + ing

I have been studying for ages! 
We have been waiting here for an hour already! 


Slide 5 - Tekstslide

Past Perfect Continuous
Je wilt weer de tijdsduur benadrukken, maarbij deze tense is het is in het verleden gebeurd. (iets was al zolang bezig!) vaak gebruikt met een past simple. Het moment duurt dan van 1 punt in het verleden tot het andere punt in het verleden.  (Ook hier weer een past simple voor het kortere moment)
- had + been + ww + ing

I had been waiting four hours when my mom finally came home.
We had been trying to open the door for hours when she finally found the key.

Slide 6 - Tekstslide

Samengevat: 
Present continuous: ik ben nu iets aan het doen (I am singing)
Past continuous: ik was in het verleden iets aan het doen (I was singing)

Present perfect continous: Iets is in het verleden begonnen, duurt enorm lang en heeft nu nog steeds effect/is nog steeds aan de gang (punt in verleden tot nu) (I have been singing) 
Past perfect continuous: iets duurde in het verleden enorm lang. (punt in verleden tot een ander punt in het verleden (I had been singing) 

Slide 7 - Tekstslide

Questions & Negatives
Al deze tijden hebben in bevestigende, ontkennende en vraagzinnen het zelfde recept. Let op plaatsing v/h onderwerp.
Are Tim and July playing in the garden? 
Was Julia singing around 8 o'clock last night? 
Have they been studying all this time? 
Had they been practising for ages when the match finally started

Slide 8 - Tekstslide

Can you recognise the forms?

Slide 9 - Tekstslide

past continuous
present continuous
past perfect continuous
present perfect continuous
I wasn't sleeping
I had been cooking
She has seen
I am writing
I hadn't been walking
We have been wathcing
she is playing
you were saying?
haven't you been practising?
had you even been listening? 

Slide 10 - Sleepvraag

Now try to apply them: 
Use your knowledge on how to make the tenses AND when to use which. If you don't succeed the first time, that's quite alright. There are some videos after the quiz to help you understand even better. 
Don't use any abbreviations (verkorte vormen)
Gebruik een komma tussen je antwoorden voor meerdere antwoorden
only use the tenses we are dealing with today, no other

Slide 11 - Tekstslide

I ... (wait) for 4 hours when the teacher finally arrived.

Slide 12 - Open vraag

Finally you're here! I ... (wait) for hours for you!

Slide 13 - Open vraag

James ... (sleep) when Suzie came in.

Slide 14 - Open vraag

I ... (wash) my car when Mary visited me.

Slide 15 - Open vraag

What ... you (do) right now?

Slide 16 - Open vraag

Be quiet! Can't you see that I ... (study)?

Slide 17 - Open vraag

I ... (do) my homework just now, I've just finished doing it, see?

Slide 18 - Open vraag

I ... (walk) the dog while my dad ... (cook) dinner

Slide 19 - Open vraag

I ... (get) sick a lot lately.

Slide 20 - Open vraag

I ... (wait) for him for hours already! Since 8 o'clock this morning!

Slide 21 - Open vraag

I ... (study) Italian lately, it is going very well so far.

Slide 22 - Open vraag

I am exhausted. I ... (run) all morning.

Slide 23 - Open vraag

How did you do? 
If these tenses are not yet very clear or you'd like some more information: please watch the two videos on the following slide. (present perfect cont. and past perfect cont.)
TIP: It always helps to draw timelines with your tenses so you have a visual on when to use which 

If you think you've got it. Skip the videos and go to the slide after, we'll talk about Auxiliary verbs 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Auxiliary verbs
Auxiliary verbs is een andere naam voor hulpwerkwoord. Je kent deze specifieke hulpwerkwoorden nog uit de onderbouw. Toen noemden we ze Modal Verbs. 

Dit zijn hulpwerkwoorden die een andere betekenis geven aan de zin. Kijk maar.... 

Slide 27 - Tekstslide

Modals
Can = kunnen                           May = mogen
Could = zou kunnen                  Might = zou mogen

Will = zal (in de toekomst)      Should = zou moeten (advies) 

Shall = zal (hulp bieden)         Must = moeten (vind je zelf)    

Would = zou willen / zouden    Have to = moeten (vindt ander)

Slide 28 - Tekstslide

Lesson 2: Moeten en Willen 
Moeten: should, have to/ had to, must
You really should study harder (zou harder moeten studeren)
You had to study harder (had harder moetenstuderen)
You must study harder (gebod vanuit een autoriteitspositie)

Willen: can, could, would & *NEW* don't/didn't mind ww+ING (!) 
Can/could you help me? (zou je me willen helpen) 
Would you help me if I asked? (zou je me helpen, als..LET OP:met voorwaarde)
I don't mind helping you (Ik zou het niet erg vinden om) 

Slide 29 - Tekstslide

Let's do a very quick check..

Slide 30 - Tekstslide

You ....... more polite to him.
A
should have been
B
Could have been
C
should be
D
could be

Slide 31 - Quizvraag

2. ...... I call him? (advies)
A
must
B
should

Slide 32 - Quizvraag

Which question is correct?
A
Do you must go now?
B
Must you go now?

Slide 33 - Quizvraag

...you help me, please?
A
Would
B
could
C
must
D
have to

Slide 34 - Quizvraag

When you go to Amsterdam, you really have to / must take a boat trip through the canals.
A
have to
B
must

Slide 35 - Quizvraag

6. You......... be polite to older people.
A
should
B
have to
C
must
D
ought to

Slide 36 - Quizvraag

Goals
Kan je nu...?  
- verschillen opnoemen tussen de vier continuous tijden in wanneer je ze moet gebruiken
- benoemen hoe je elke tijd vervoegd (+ - ?)
- in gap fill zinnen de juiste tijd kiezen én vervoegen 
-auxilery verbs moeten en willen toepassen

Slide 37 - Tekstslide