Werkwoordspelling

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hij heb naar huis gebeld / gebelt. 
Hij belt/beld naar huis

Slide 2 - Tekstslide

Je leert:

- de persoonsvorm tegenwoordige tijd spellen;
- het voltooid deelwoord spellen;
- werkwoorden in de tegenwoordige tijd en de voltooide tijd die je hetzelfde uitspreekt correct spellen;
- lastige woorden spellen.

Slide 3 - Tekstslide

werkwoordspelling
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.

Slide 4 - Quizvraag

Vin.. jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?
A
Vindt
B
Vind
C
Vint
D
Vintd

Slide 5 - Quizvraag

Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente

Slide 6 - Quizvraag

werkwoordspelling
(worden) ... je vader boos als je een onvoldoende haalt?
A
word
B
wordt

Slide 7 - Quizvraag

werkwoordspelling
Het sexy fokschaap / x 't kofschip hoort bij....
A
De verleden tijd
B
De tegenwoordige tijd

Slide 8 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Ga naar learnbeat en werk aan je studieplanner. 

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoordspelling
A
De oude man heeft de brief verstuurd.
B
De oude man heeft de brief verstuurt.

Slide 10 - Quizvraag

Werkwoordspelling
A
De oude man verstuurt de brief.
B
De oude man verstuurd de brief.

Slide 11 - Quizvraag

werkwoordspelling
A
hij heeft de boel belazerd.
B
hij heeft de boel belazert.

Slide 12 - Quizvraag

Schrijf op waarom je belazerd in de vorige zin met een 'd' schrijft.

Slide 13 - Open vraag