H1 Soorten dieren

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Dieren

Leerdoelen

• Je kunt noemen welke 4 rijken er zijn en organismen op grond van hun celkenmerken bij het juiste rijk indelen.
• Je kunt de 8 hoofdafdelingen van het dierenrijk noemen en dieren bij de juiste hoofdgroep indelen.
• Je kunt de 5 klassen van de gewervelde dieren en hun 4 kenmerken en hun leefomgeving noemen en 4 voorbeelden geven van dieren die er bij horen.

Leerdoelen

• Je kunt de kenmerken waarmee je organismen indeelt toepassen bij een dier.
• Je kunt uitleggen hoe het indelingssysteem van organismen in elkaar zit.
• Je kunt bodemdiertjes en zeedieren bij de juiste hoofdafdeling indelen.

Linnaeus (1707- 1778)

De groepen van groot naar klein

1. Rijken (4 totaal)
2. Hoofdafdelingen (10 bij de dieren)
3. Klassen
4. Orden
5. Families
6. Geslachten
7. Soorten

De vier rijken

In de biologie delen we alles wat leeft (organismen) in in vier groepen:

-Bacteriën
-Schimmels
-Planten
-Dieren

We kijken hierbij naar hun cellen.

Cellen

Cellen zijn kleine bouwstenen van organismen.

Alles wat leeft bestaat uit cellen.

Er zijn vier verschillende cellen.

Cel-onderdelen

Celwand

Een celwand is een stevig laagje om een cel. 

 
Celkern

Een celkern is vaak met een microscoop te zien als een donker vlekje in een cel. Hierin zit het DNA.

Bladgroenkorrels

Bladgroenkorrels komen voor in de bladeren van planten. Bladgroenkorrels maken energie.

Bacteriën

Bacteriën hebben als enige geen celkern.

Bacteriën bestaan uit een enkele cel.

 

Bacterie

- Celwand

Schimmels

Schimmels hebben een celwand, celkern en vacuole.

Voorbeelden van schimmels zijn paddestoelen, of de vieze plekjes op bedorven voedsel.

Schimmels

- Celwand
- Celkern

Planten

Planten hebben als enige bladgroenkorrels.

Ook hebben planten nog een celwand en celkern.

Planten

- Bladgroenkorrel
- Celkern
-Celwand

Dieren

Dierencellen hebben geen celwand, wel een celmembraan.

Dieren

-Celkern

Hoeveel groepen organismen zijn er?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 10

Bacteriën bestaan uit meerdere cellen.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is de functie van de bladgroenkorrels?

1. Ze zorgen voor stevigheid
2. Ze maken energie
3. Ze bewaren DNA
4. Er kan water in.

Een dierlijke cel heeft een celkern.

1. Waar
2. Niet waar

Welke groep heeft geen celwand?

1. Bacteriën
2. Schimmels
3. Planten
4. Dieren

De mens wordt onderverdeeld in welke groep?

1. Bacterieën
2. Schimmels
3. Planten
4. Dieren

Welke groep heeft als enige bladgroenkorrels?

1. Bacterieën
2. Schimmels
3. Planten
4. Dieren

Maak de tabel compleet

Antwoord

Symmetrie en skelet

Symmetrie

Deze eencellige is...

1. Veelzijdig symmetrisch
2. Enkelvoudig symmetrisch
3. Niet-symmetrisch

Deze eencellige is...

1. Veelzijdig symmetrisch
2. Enkelvoudig symmetrisch
3. Niet-symmetrisch

Dit dier is...

1. Eenzijdig symmetrisch
2. Veelzijdig symmetrisch
3. Niet-symmetrisch

Een slak is:

1. Tweezijdig symmetrisch
2. Meerzijdig symmetrisch
3. Niet-symmetrisch
4. Weet ik niet

Uitwendig skelet

Inwendig skelet

Zeven stammen

Gewervelden

Gewervelden

Indeling gewervelden

Bij het indelen van de gewervelde dieren letten we op 5 kenmerken;

• De huidbedekking
• De lichaamstemperatuur
• De ademhalingsorganen (manier van ademen)
• De manier van voortplanten
• Het milieu / leefomgeving

De huid

De huid van een dier kan bedenkt zijn met schubben, haren, slijm of veren.

Lichaams-temperatuur

Een dier kan warmbloedig of koudbloedig zijn.

De ademhalingsorganen

Een dier kan ademhalen met de huid, met longen of met kieuwen.

De 5 klassen van gewervelden

1. Zoogdieren
2. Vogels
3. Reptielen
4. Amfibieen
5. Vissen

Evaluatie Leerdoelen

• Je kunt noemen welke 4 rijken er zijn en organismen op grond van hun celkenmerken bij het juiste rijk indelen.
• Je kunt de 8 hoofdafdelingen van het dierenrijk noemen en dieren bij de juiste hoofdgroep indelen.
• Je kunt de 5 klassen van de gewervelde dieren en hun 4 kenmerken en hun leefomgeving noemen en 4 voorbeelden geven van dieren die er bij horen.

Evaluatie Leerdoelen

• Je kunt de kenmerken waarmee je organismen indeelt toepassen bij een dier.
• Je kunt uitleggen hoe het indelingssysteem van organismen in elkaar zit.
• Je kunt bodemdiertjes en zeedieren bij de juiste hoofdafdeling indelen.