Planten Basisstof 4

Basisstof 4 Voortplanting
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Basisstof 4 Voortplanting

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven hoe ongeslachtelijke en geslachtelijke voortplanting plaatsvinden en je kunt hiervan voorbeelden bij planten geven.
2. Je kunt de delen van een bloem noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 2 - Tekstslide

Voortplanting planten
2 manieren: 
Geslachtelijke voortplanting gaat via meiose 
(celdeling voor het vormen van geslachtscellen, zaadcel en eicel)

Ongeslachtelijke voortplanting mitose
(Gewone celdeling)

Slide 3 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting 
een deel van 1 individu groeit uit tot een nieuw individu. Het nieuwe individu is een kopie van de ouder 
Geslachtelijke voortplanting: twee individuen maken een nieuw organisme. Bij planten gebeurt dit door middel van bloemen.



Slide 4 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting door:
  1. Stekken: snijd een stuk van blad of stengel, zet dit in water, nieuwe wortels
  2. Knollen: verdikte stengel of wortel met veel reservestoffen, vormt een nieuwe plant
  3. Bollen: verdikte bladeren, kan een nieuwe plant uit ontstaan
  4. Enten: deel van een plant wordt op een andere plant geplaatst.
  5. Uitlopers (bovengronds) en wortelstokken (ondergronds)

Slide 5 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting planten

Slide 6 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting

Net als mensen hebben planten voortplantingscellen. Deze zitten in de bloemen.

Mannelijke cellen: stuifmeelkorrels
Vrouwelijke cellen: eicellen

Slide 7 - Tekstslide

Bloemen
De mannelijke voortplantingsorganen zijn meeldraden. Een meeldraad bestaat uit een meeldraad en helmknop 
In de helmknop ontstaan de stuifmeelkorrels.

Slide 8 - Tekstslide

Bloemen
Het vrouwelijke voortplantingsorgaan is de stamper. De stamper bestaat uit de stempel, stijl en vruchtbeginsel.
In het vruchtbeginsel (begin van de vrucht) liggen zaadbeginsels (begin van de zaadjes). In elk zaadbeginsel zit 1 eicel.

Slide 9 - Tekstslide

Bloemen
De gekleurde bladeren van een bloem, kroonbladeren, lokken insecten naar de bloem.
De groene bladeren, kelkbladeren, beschermden de bloem toen die nog in de knop zat. 
Ook nectar uit nectarkliertjes lokken insecten.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Vrouwelijke geslachtscel

Slide 12 - Tekstslide

Mannelijk geslachtscel

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk!
Pak je planda

Basisstof 8.4
Opdracht 1 t/m 7

Slide 14 - Tekstslide