Herhaling verzamelen/verzenden

Wat is het verschil bij order picking tussen voice picking systeem (VP) en pick-to-light systeem (P-T-L)?
A
VP reageert robot op stem; P-T-L op lichtje
B
VP draag je headset;P-T-L draag je lichtsignalen bij je.
C
VP hoor je waar je naartoe moet;P-T-L zie je waar je naartoe moet.
1 / 35
volgende
Slide 1: Quizvraag
GoederenstroomMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat is het verschil bij order picking tussen voice picking systeem (VP) en pick-to-light systeem (P-T-L)?
A
VP reageert robot op stem; P-T-L op lichtje
B
VP draag je headset;P-T-L draag je lichtsignalen bij je.
C
VP hoor je waar je naartoe moet;P-T-L zie je waar je naartoe moet.

Slide 1 - Quizvraag

Hoe reken je de derving uit?
A
alle inkoopwaarden op de MBTv lijsten optellen.
B
administratieve voorraad min technische voorraad
C
alle geregistreerde derving bij elkaar opgeteld.

Slide 2 - Quizvraag

Wat staat in een orderregel?
A
Het aantal dat je moet pakken.
B
Waar het product ligt
C
Het afleveradres
D
de leverancier

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde bij het verzendklaar maken van het product?
A
sorteren, klaar zetten, verpakken, verzendklaar, laden
B
sorteren, verpakken, verzendklaar, klaar zetten, laden
C
sorteren, verpakken, klaar zetten, verzendklaar maken, laden

Slide 4 - Quizvraag

Wat is geen derving?
A
Een klant rekent niet alles af.
B
Collega's hebben niet goed gecontroleerd bij de goederenontvangst.
C
Een product valt stuk
D
Product is afwezig omdat te weinig is besteld.

Slide 5 - Quizvraag

Bij het fifo-systeem sla je de goederen vooraan de stelling op.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Wat heb je niet nodig om te bepalen wanneer je nieuwe producten moet bestellen?
A
het aantal verkopen per periode
B
hoe lang het duurt voor het wordt geleverd
C
de voorraad grootte
D
de inkoopprijs

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noem je een heel groot magazijn van waaruit goederen worden vervoerd naar de verschillende winkels?

Slide 8 - Open vraag

Welke onderdeel valt onder de kwalitatieve controle?
A
aantal artikelen
B
volledigheid

Slide 9 - Quizvraag

Welke controle doe je eerst?
A
kwantitieve controle
B
kwalitatieve controle

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het enkelvoud van colli?

Slide 11 - Open vraag

Hoe noem je het reserveren van goederen voor de volgende levering als de leverancier niet alle bestelde goederen kan leveren?

Slide 12 - Open vraag

Wat is de naam van het middel hiernaast?
A
stapelaar
B
rolplateau
C
steekwagen
D
dolly

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een pickup point?
A
Een ordersysteem dat aangeeft waar je een product kunt vinden.
B
De locatie waar de klant zijn bestelling kan ophalen.
C
De locatie waar de bestelde producten worden verzameld.

Slide 14 - Quizvraag

Hoe noem je het als bij de ontvangst van een pakket de klant de kosten aan de bezorger moet betalen?
A
onder rembours
B
met verzendkosten
C
gratis verzenden

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een RFID-tag
A
chip met een unieke code
B
artikelen voorzien van een prijs
C
unieke code van streepjes en cijfers
D
een prijsetiket

Slide 16 - Quizvraag

Hoe noem je het voorkomen van derving?

Slide 17 - Open vraag

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Loslijst doornemen
De losplaats vrijmaken
Retourgoederen en emballage klaarzetten
Intern transportmaterieel klaarzetten

Slide 18 - Sleepvraag

Wat is een voorbeeld van transportmaterieel?
A
Heftruck
B
Magazijnstelling
C
Pallets

Slide 19 - Quizvraag

Welk intern transportmaterieel zie je op de foto?
A
reachtruck
B
heftruck
C
orderverzameltruck
D
hoogbouwtruck

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van verticaal transportmaterieel dat gebruikt wordt bij orderverzamelen? Noem er 2.

Slide 21 - Open vraag

Een steekwagen is intern transportmaterieel waarmee je kratten, dozen of losse goederen verplaatst.

Waar of niet waar?
A
Niet waar
B
Waar

Slide 22 - Quizvraag

Uit hoeveel cijfers bestaat de EAN barcode?
A
7
B
9
C
11
D
13

Slide 23 - Quizvraag

De barcode of EAN code staat voor
A
European Assistence Nomination
B
European Article Number
C
European Assistence Number
D
European Article Nomination

Slide 24 - Quizvraag

wat voor code is de 1202
A
GEVI-nummer
B
UN-nummer
C
Kemlercode
D
tel-nummer

Slide 25 - Quizvraag

Met welk nummer wordt een gevaarlijke stof aangeduid?
A
GEVI-nummer
B
Kemler-getal
C
UN-nummer

Slide 26 - Quizvraag

Van welk soort verpakking
is dit een voorbeeld?
A
consumentenverpakking
B
omverpakking
C
transportverpakking

Slide 27 - Quizvraag

Wat zie je hier op de foto?
A
Een Intermediate Bulk Container.
B
Een EBC.
C
Een IGLO.
D
Een Octabin.

Slide 28 - Quizvraag

Wat zie je op de afbeelding?
A
Een 8 hoekige tub.
B
Een IBC.
C
Een octabin.
D
Een bioverpakking.

Slide 29 - Quizvraag

Wat betekent dit behandelingsetiket?
A
Het regent buiten
B
De goederen mogen NIET nat worden
C
Er zit een paraplu in
D
De goederen zijn nat

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een behandelingsetiket?

Slide 31 - Open vraag

Gevaarsetiket
gevaarlijk bij inademing
corrosieve stoffen
schadelijk voor de gezondheid
Ontvlambare stoffen
Schadelijk voor het milieu

Slide 32 - Sleepvraag

Maak de juiste combinaties van transportmodaliteit en vrachtbrief.
Binnenvaart internatio

Zeevervoer

Multimodaal transport

Spoorvervoer

Luchtvervoer




CIM-vrachtbrief
CMR-vrachtbrief
combined bill of lading
Bill of lading
Airwaybill

Slide 33 - Sleepvraag

Verzamelnaam voor vervoer met een bepaald transportmiddel (vervoerwijze), zoals wegvervoer, luchtvaart, binnenvaart, zeevaart, spoorvervoer en pijpleidingvervoer.
A
Transport
B
Mobiliteit
C
Transportmodaliteit

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide