TOETS M&A - Werken in de kinderopvang

TOETS
Mens en activiteit

Werken in de kinderopvang
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

TOETS
Mens en activiteit

Werken in de kinderopvang

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het beste voor dreumesen en peuters?
A
Volkorenbrood
B
Wit brood
C
Croissantjes
D
Ontbijtkoek

Slide 2 - Quizvraag

Een baby van 6 maanden mag bijvoeding krijgen. Wat is het meest geschikt?
A
Boterham
B
Ontbijtkoek
C
Fruithapje
D
Stukje kaas

Slide 3 - Quizvraag

Welk vers fruit is geschikt voor een fruithapje voor een baby van 6 maanden?
A
Stukjes appel
B
Gepureerde banaan
C
Gepureerde sinaasappel
D
Perzik uit blik

Slide 4 - Quizvraag

Een baby moet na de flesvoeding een boertje laten
Waarom is dat belangrijk?
A
Omdat hij anders stikt in de flesvoeding
B
Omdat hij anders niet kan slapen
C
Omdat hij dan minder last heeft van darmkrampjes
D
Omdat hij dan minder risico heeft op zuivelallergie

Slide 5 - Quizvraag

0 - 1 jaar
1 - 2 jaar
2 - 4 jaar
4 - 6 jaar
12 - 17 jaar
Baby
Dreumes
Kleuter
Peuter
Puber
(jongeren)

Slide 6 - Sleepvraag

BMR (inenting) betekent:
A
Bof, Meningitis, Rode Hond
B
Bof, Mazelen, Rabiës
C
Bof, Meningitis, Rabiës
D
Bof, Mazelen, Rode Hond

Slide 7 - Quizvraag

Waar staat de afkorting van de inenting 'DKTP' voor?

Slide 8 - Open vraag

Als je jezelf voorstelt, is het gebruikelijk om 'u' tegen iemand te zeggen.
Soms spreek je af dat je iemand aanspreekt met 'je' en 'jou'.
A
Observeren
B
Rapporteren
C
Stimuleren
D
Tutoyeren

Slide 9 - Quizvraag

Hoe steriliseer je een flesje voor een baby?
A
Door hem om te spoelen met koud water
B
Door hem 10 minuten in kokend water te leggen
C
Door hem om te spoelen met warm water
D
Door hem schoon te maken met alcohol

Slide 10 - Quizvraag

De baby verschonen: zet de stappen in de juiste volgorde:
1

2

3

4

5

6

7

Was je handen nogmaals en rapporteer als er bijzonderheden zijn.
Verzamel een aankleedkussen, billendoekjes, schone luier en een luieremmer en zorg voor een juiste werkomgeving.
Verschoon de luier.
Was je handen.
Maak alles schoon en ruim op.
Leg de baby op een veilige plek neer
Pak de baby

Slide 11 - Sleepvraag

Waar let je op wanneer je bij een meisje de billetjes schoonmaakt?
A
Vegen van achter naar voor
B
Vegen van voor naar achter
C
Dat je veel billendoekjes gebruikt
D
Dat je maximaal één lotiondoekje gebruikt

Slide 12 - Quizvraag


Een juiste schoonmaakregel is
A
Van boven naar beneden
B
Van beneden naar boven

Slide 13 - Quizvraag


Een juiste schoonmaakregel is
A
Van vuil naar schoon
B
Van schoon naar vuil

Slide 14 - Quizvraag


Een juiste schoonmaakregel is
A
Eerst nat dan droog
B
Eerst droog dan nat

Slide 15 - Quizvraag

Hoe worden lotiondoekjes ook wel genoemd?
A
Vaatdoekjes
B
Tissues
C
Billendoekjes
D
Washandjes

Slide 16 - Quizvraag

Waar let je op wanneer je bij een meisje de billetjes schoonmaakt?
A
Vegen van achter naar voor
B
Vegen van voor naar achter
C
Dat je veel billendoekjes gebruikt
D
Dat je maximaal één lotiondoekje gebruikt

Slide 17 - Quizvraag

Waar let je op wanneer je bij een meisje de billetjes schoonmaakt?
A
Vegen van achter naar voor
B
Vegen van voor naar achter
C
Dat je veel billendoekjes gebruikt
D
Dat je maximaal één lotiondoekje gebruikt

Slide 18 - Quizvraag

Waar let je op wanneer je bij een meisje de billetjes schoonmaakt?
A
Vegen van achter naar voor
B
Vegen van voor naar achter
C
Dat je veel billendoekjes gebruikt
D
Dat je maximaal één lotiondoekje gebruikt

Slide 19 - Quizvraag

Het is mooi weer buiten.
Het regent.
Dennis is erg verdrietig.
Levi kan goed klimmen.
Maaike speelt met de poppen.
Tygo maakt een mooie tekening.
OBJECTIEF
SUBJECTIEF

Slide 20 - Sleepvraag

Waarom is het beter om voor
peuter en kleuters aparte
tandpasta te gebruiken?
A
Daar zit minder 'fluoride' in
B
Daar zit minder suiker in
C
Daar zit meer 'fluoride' in
D
Dat maakt de tanden beter schoon

Slide 21 - Quizvraag

Vanaf wanneer moet je de tanden van een kind poetsen?
A
Vanaf dat ze kleuter zijn
B
Als ze echt heel vies zijn en een beetje bruin worden
C
Vanaf dat ze tanden krijgen
D
Als ze dat zelf kunnen

Slide 22 - Quizvraag

Bij kinderen moet je tot welke leeftijd napoetsen ?
(minimaal 1x per dag)
A
5 jaar
B
10 jaar
C
7 jaar
D
4 jaar

Slide 23 - Quizvraag

Noem 3 verschillende gezonde tussendoortjes geschikt voor een peuter

Slide 24 - Open vraag

Victor is een jongen. Hij kan sinds een paar dagen lopen. Daarvoor schoof hij steeds op zijn billen vooruit. Victor mag af en toe proberen om uit een beker te drinken, maar dat gaat nog niet altijd goed.
Dan krijgt hij zijn drinken in een fles of een tuitbeker. Hij wil heel graag bij juf Eva, zijn lievelingsjuf, zijn. Als er een invalster op het kinderdagverblijf komt, vindt hij dat niet leuk en huilt hij heel veel.

Is Victor een baby, een dreumes, een peuter of een kleuter?
A
Baby
B
Dreumes
C
Peuter
D
Kleuter

Slide 25 - Quizvraag

Wat hoort er wel en niet bij de grove motoriek
Wel grove motoriek
Niet grove motoriek
Vastpakken van een stukje speelgoed
Rozijntjes uit een doosje pakken
Praten
Lopen
Staan in de box
Kruipen 
Koprol maken
Huppelen

Slide 26 - Sleepvraag

Wat hoort er wel en niet bij de fijne motoriek?
Wel fijne motoriek
Niet fijne motoriek

Slide 27 - Sleepvraag

Memory doen is goed voor het geheugen. Dit valt onder de cognitieve ontwikkeling.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Lotte is 2 jaar en haar ouders zijn begonnen met zindelijkheidstraining. Waarom zijn de ouders niet eerder begonnen met de zindelijkheidstraining?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Eerder begrijpt een kind de bedoeling niet.
B
De luiers worden nu toch wel erg kostbaar.
C
Ze hadden er niet eerder tijd voor
D
Eerder kan een kind de sluitspier nog onvoldoende beheersen

Slide 29 - Quizvraag

welke meetmethode is het meest nauwkeurige om te temperaturen ?
A
Onder de oksel
B
Onder de tong
C
In het oor
D
In de anus

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide