Belastingen

Belastingen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapBeroepsopleidingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Belastingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wil ik leren over belastingen?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
1.  Je weet wat belastingen zijn.
2. Je weet waarom de belasting er is.
3. Je weet waar je recht op hebt en hoe je dit kan checken.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toeslagen
zorgtoeslag
kindgebonden budget
kinderopvangtoeslag
huurtoeslag

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke belastingen ken je?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Twee vormen van belastingen
Directe belastingen betaal je rechtstreeks aan de
Belastingdienst

Indirecte belastingen zijn verwerkt in de prijs van dingen die je koopt

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je koopt een spijkerbroek. Je betaalt 55 Euro. Welke belasting op dit bedrag gaat naar de Belastingdienst?
A
Accijns
B
BTW
C
Loonbelasting
D
Invoerrechten

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je koopt een smartphone die alleen in de VS te koop is bij Amazon.com Wat betaal je naast de BTW nog meer?
A
Accijns
B
Extra BTW
C
Invoerrechten
D
Loonbelasting

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Directe belastingen:

Loonbelasting
Inkomstenbelasting
Erfbelasting
Kansspelbelasting
etc.
Indirecte belastingen:

BTW
Accijnzen
Milieuheffing (Ecotaks)
Invoerrechten
etc.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

loon- en inkomsten belasting
Loonheffing is een voorschot op de inkomsten belasting.
De inkomsten belasting betaal je voor 1 april. Deze belasting bestaat uit 3 onderdelen,zgn. 'boxen'

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Box 1 Inkomen uit arbeid en eigen woning
Belastbaar inkomen is opgebouwd uit:
je inkomen uit arbeid
+ bijtellingen (auto van de zaak, woningforfait)
- aftrekposten (hypotheek)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Box 2 inkomen uit een aanmerkelijk belang
Met box 2 hebben mensen te maken wanneer ze meer dan 5% van een bedrijf in handen hebben. Omdat de meeste mensen hier niet mee te maken hebben, slaan we deze box verder over.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Box 3: sparen en beleggen (vermogen)
Je vermogen bestaat uit bezittingen zoals:
  • Het geld op je persoonlijke spaar- en betaalrekeningen
  • Je beleggingen, obligaties en winstbewijzen
  • Een tweede woning of een huis dat je verhuurt

De berekening van de verschuldigde belasting in box 3 gaat over het belastbaar vermogen, het vermogen op 1 januari.

– het vrijgestelde deel (€ 57.000 per volwassene) belastbaar vermogen.  Over je rendement betaal je 36% belasting.

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeldberekening box 3 voor 2023
Je hebt samen met je fiscale partner een vermogensmix die bestaat uit spaargeld (€ 200.000) en beleggingen (€ 100.000). Hoeveel belasting moet je betalen in box 3? Hoe moet je het heffingsvrije vermogen toepassen? Volg de volgende stappen en doe de berekening. Dit is een voorbeeld zonder schulden.
1. Bepaal het rendement per soort vermogen en het belastbaar rendement
SPAARGELD
Spaargeld: € 200.000
Rendementspercentage 2023: 0,36%
Rendement spaargeld: € 200.000 x 0,36% = € 720
BELEGGINGEN
Beleggingen: € 100.000
Rendementspercentage 2023: 6,17%
Rendement beleggingen: € 100.000 x 6,17% = € 6.170
Het belastbaar rendement is: € 720 + € 6.170 = € 6.890
2. Bereken het gezamenlijke vermogen (gezamenlijke rendementsgrondslag)
Spaargeld + Beleggingen = € 300.000
3. Bereken de grondslag sparen en beleggen
Grondslag sparen en beleggen = rendementsgrondslag - heffingsvrij vermogen beide fiscale partners
€ 300.000 - € 114.000 = € 186.000
4. Bereken je aandeel in de rendementsgrondslag
Aandeel rendementsgrondslag = (Grondslag sparen en beleggen / rendementsgrondslag) x 100
(€ 186.000 / € 300.000) x 100 = 62%
5. Bereken je voordeel uit spaargeld en beleggingen
Voordeel uit spaargeld en beleggingen = Belastbaar rendement x Aandeel in rendementsgrondslag
€ 6.890 x 62% = € 4.271,8
6. Over dit voordeel uit vermogen betaal je het tarief in box 3
Tarief box 3 2023: 32%
Voordeel uit vermogen: € 4.271,8
Berekening belasting box 3: € 4.271,8 x 32% = € 1.366,98
Je betaalt dus € 1.366,98 aan belasting in box 3.
Korting op je belasting
De meeste belastingbetalers krijgen een algemene heffingskorting en een arbeidskorting.
Met de algemene heffingskorting wil de overheid voorkomen dat mensen met een heel klein inkomen belasting moeten betalen. Met de arbeidskorting wil de overheid werken extra aantrekkelijk maken, want alleen als je werkt krijg je deze belastingkorting.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Uitgangspunten Belastingen
Profijt
Draagkracht
Solidariteit

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Profijt

Je betaalt voor datgene waar je gebruik van maakt
bv Motorvoertuigenbelasting (i.v.m. de wegen)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Draagkracht
Wie meer verdient, betaalt meer belasting.
Bijv. loonbelasting kent een progressief tarief met twee belastingschijven.  Verdien je een salaris tot € 75.624 dan betaal je 36,97%  Daarboven betaal je 49,50% belasting

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik verdien € 100.000 (bruto) Best veel! Hoeveel loonbelasting ga ik betalen?
Gegevens:
In de 1e belastingschijf tot € 75.624 betaal ik 36.97% belasting
In de 2e belastingschijf vanaf € 75.624  betaal ik 49,50% belasting
Reken het uit.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berekening
Wat zijn de belastingschijven in het voorbeeld?
1e  belastingschijf  = € 75.624 
  2e belastingschijf € 100.000 - € 75.624  = € 24.376

Hoeveel belasting ga je betalen?
 36,97% van € 75.624 = € 27.958
49,50% van € 24.376 = € 12.066
       Belastingheffing = € 40.024

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Solidariteit
De overheid wil de welvaart herverdelen. Sterkten helpen de zwakken. Mensen met een hoger inkomen dragen meer bij dan mensen met een laag inkomen of uitkering

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brutoloon


Premies volksverzekeringen (gebruikt voor betalen van uitkeringen
Loonbelasting
Nettoloon (krijg je op je rekening gestort

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het minimum jeugdloon?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Minimum jeugdloon 2024
Werkgevers zijn verplicht om jongeren het minimum jeugdloon te betalen ( + 8 % vakantietoeslag)
Bij onderbetaling kan je naar de vakbond stappen of een klacht indienen bij het Ministerie van Sociale Zaken
(tot 5 jaar na dato kan je nog een vordering in stellen)
Je moet wel bewijzen kunnen overleggen.
Bij 21 jaar start het minimumloon.
Leeftijd
Per Maand
Per Week
Per Dag
15 jaar
€ 580,30
€ 134,15
€ 26,78
16 jaar
€ 620,80
€ 143,25
€ 28,65
17 jaar
€ 817,40
€ 188,65
€ 37,73
18 jaar
€ 1.034,70
€ 238,80
€ 47,76
19 jaar
€ 1.241,65
€ 286,55
€ 57,31
20 jaar
€ 1.655,50
€ 382,05
€ 76,41
21 jaar
€ 2.069,40
€ 477,55
€ 95,51
Deze bedragen zijn gebaseerd op een volledige werkweek van 40 uur. Houd er rekening mee dat deze tarieven op 1 januari en 1 juli kunnen wijzigen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Minimum jeugdloon per uur

Fulltime werkweek in bedrijf
Minimumuurloon (bruto) werkweek 40 uur
21 jaar en ouder € 392.80
20 jaar € 314.40
19 jaar € 235.60
18 jaar € 196.40
17 jaar € 165.20
16 jaar € 144.00
15 jaar € 125.20 

Opmerking: Bij 21jr start het minimumloon

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugvragen loonbelasting
Je kunt belasting terugvragen als je meer dan 16 euro aan loonheffing hebt betaald. Je vraagt belasting terug voor elk kalenderjaar waarin je hebt gewerkt. Om het geld ook echt te krijgen, moet je het Aangifteprogramma op Belastingdienst.nl/jongeren doorlopen. Voor ieder jaar is er een apart programma. Je kunt ook de app downloaden.

Als je werkt, worden er op je inkomen automatisch belasting en sociale premies ingehouden. Dit heet loonbelasting. Scholieren betalen vaak meer loonbelasting dan uiteindelijk hoeft. Bij de berekening gaat de Belastingdienst er namelijk van uit dat je het hele jaar werkt. Dit is meestal niet zo en daardoor kun je vaak geld terugkrijgen.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aangifte loonbelasting

Nu Jij!



Ga naar 


en kies een profiel dat jou aanspreekt. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je de les?
A
Leuk
B
okay
C
geen mening
D
niet leuk

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies