Smaken proeven

Proefles
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
HBRMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Proefles

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Waar proef je mee?
5 basis smaken
Filmpje over proeven
Proeftest

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke smaken proef je allemaal?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is smaak?
= een zintuigelijke waarneming die ontstaat bij het zien van bepaalde soorten  voedsel of dranken
- vijf zintuigen
- vijf basis-smaken

Slide 4 - Tekstslide

Smaak = een zintuigelijke waarneming die ontstaat bij het zien van dranken en voedsel. Op het moment dat je iets eet of drinkt, dan wordt je smaak geprikkeld.

5 zintuigen:
ogen - zien
oren - horen
neus - ruiken
mond - proeven
hand - voelen

Wanneer je bijvoorbeeld een bord met frieten ziet (ogen, zien) worden jouw smaakpupillen al geprikkeld. Je krijgt dan een positief of juist een negatief gevoel beïnvloeden. 
Ook het horen (oren) en voelen (hand) heeft invloed op jouw smaak. Wanneer je bijvoorbeeld dat frietje vastpakt of het hoort kraken wanneer je erin bijt. 

Bij proeven gaat het om 5 basissmaken. Zoet zout zuur bitter en umami. Hier kun je denken aan een hartige (vlees) smaak. Het is vaak wel lekker. 
5 zintuigen:

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Wist je dat je vanaf je vierde jaar al verschil proeft tussen de vier voornaamste smaken: zoet, zout, zuur en bitter? Je bent alleen niet zo snel geneigd om iets te eten dat zuur of bitter is. Daar kun je als ouder verandering in brengen door er een leuk spel van te maken met je kinderen. Met deze smaaktest ontwikkelen kids hun smaakvermogen en heb je meteen een leuke activiteit om te doen met het hele gezin.
De smaken:
Zoet is een belangrijke en populaire smaak. We zijn evolutionair ‘belast’, want
we vinden zoet van nature lekker, en chefs spelen daar dankbaar op in – ook
degenen die in de industrie werken. Zoet heeft vaak een filmende en rijpe invloed op het smaakprofiel. Ook in de combinatie van gerechten met dranken is
het belangrijk om het zoetgehalte in de gaten te houden.
Zout is als smaakversterker het bekendst: je proeft andere smaken beter met
de toevoeging van een beetje zout. Behalve dat het de smaakrijkdom verhoogt,
is de invloed op het smaakprofiel vooral fris en strak. Zout is in de keuken
ook belangrijk bij het pekelen, oftewel het houdbaar maken van bederfelijke
ingrediënten.
Zuur heeft evenals zout een strakke en frisse invloed op het smaakprofiel.
Er zijn verschillende soorten zuur en elke soort heeft een eigen invloed op de
smaak. Zuren versterken elkaar. Dat is nuttig om te weten voor de combinatie
met dranken.
Bitter wordt van de gustatorische smaken misschien wel het slechtst begrepen. Er zijn veel soorten bitter en veel ervan vinden we ook lekker. Bitter is
vaak rijp en kan droog zijn. Het heeft een positieve invloed op de verteerbaarheid en doordrinkbaarheid.
Umami is de smaak van het aminozuur glutamaat en heeft net als zout grote invloed op de smaakrijkdom. Anders dan zout is umami echter filmend in
plaats van strak. Er is veel debat over umami, vooral vanwege de synthetische
varianten die de voedselindustrie veel en graag gebruikt. Het is goed om te
weten dat umami ook van nature de smaak kan verrijken, alleen gaat het dan
vaak om processen die lang duren.
Waar proef je de verschillende smaken?
Met je tong proef je of iets zoet, zuur, bitter of zout is. Wist je dat je iedere smaak met een andere onderdeel van je tong proeft?
Naast deze vier smaken hebben we sinds kort ook een nieuwe smaak: umami. 

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Structuur in je gerecht
Wat voelt je mond, welke gevoel geeft het eten? Is het...
  • Zacht (aardappelpuree / pudding)
  • Hard / Krokant (winterwortel / chips) 
  • Brokkelig (stoofvlees / oude kaas)
  • Vloeibaar (soep / saus)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proeftest
Blinddoek op! Wat ruik je? Wat proef je? Wat voel je? Wat is het?

Slide 9 - Tekstslide

We gaan een aantal ingrediënten uitproberen om te kijken waar wij het ingrediënt proeven en welk smaakprofiel het product krijgt. Je kunt zelf ingrediënten uitkiezen en laten testen. 

Doe dit steeds met een beperkt aantal leerlingen, om individueel uitleg te kunnen geven.

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten maken:
6.01
6.04
6.05
6.06
6.11
Klaar? -> begrippen opdracht 6.16

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Smaakprofiel
-mondgevoel: filmend of strak
- smaakgehalte: overheersbaarheid
-smaaktype: fris of rijp

Slide 12 - Tekstslide

Smaakprofielen
In een smaakprofiel omschrijf je:
- Het mondgevoel; is het gevoel dat het product in je mond heeft.
o Strak >> zorgt ervoor dat je je mond een beetje samentrekt door de aanwezigheid van zuur of tannine
Neem als voorbeeld roomijs. Wanneer dit pas uit de vriezer komt, heeft het een totaal ander mondgevoel, dan wanneer het ijs in vorm van een milkshake wordt geserveerd. Het krijgt dan juist een meer filmend mondgevoel. 
o Filmend >> wordt het speeksel dik of plakkerig
- Smaakgehalte; hoeveel smaak het product heeft.
o Wijn mag het gerecht niet overheersen en andersom ook niet
- en smaaktype: je moet deze ook beschrijven. Deze kan fris of rijp zijn.
o Fris; fruit, oesters en mosselen
o Rijp; noten, karamel of paddenstoelen
Bereidingswijzen en sauzen hebben invloed op het smaakprofiel van een product. Bijvoorbeeld gepocheerde vis heeft een pure vissmaak en gegrilde vis heeft juist een vollere smaak. Nog een voorbeeld; een normaal gebakken stukje vlees smaakt strak. Voeg je een roomsaus toe, dan kan het gerecht juist filmend worden.

Aperitief en digestief

Slide 13 - Tekstslide

Als je kijkt naar de keus voor cocktails en mocktails, ga je al gauw over tot dranken die het beste geserveerd kunnen worden voor of na een gerecht. Binnen het gastheerschap hebben we hier de termen aperitief en disertief voor. 

Aperitief: een drank voorafgaande een menu. Het doel van het aperitief is om de ''appetite'' van de gasten op te wekken. Ze moeten flinke trek krijgen!
Meestal is het aperitief meer aan de bittere kant (en lager in alcohol, een lege maag neemt sneller alcohol op)

Digestief: een drank achteraf het geserveerde menu. Dit drankje kan ook de spijsvertering bevorderen. De gasten zijn klaar met eten en willen dit goed afsluiten. Dit kun je doen met een zoetere drank. ( een volle maag neemt minder snel alcohol op. Daarom zijn likeurtjes vaak ok geliefd)
Mocktails
Alcoholvrije cocktails

Slide 14 - Tekstslide

Alcoholvrije cocktails worden ook wel mocktails of virgins genoemd. Restaurants hebben deze ook vrijwel overal op de menukaart staan. Dit kan meerdere redenen hebben: gasten mogen geen alcoholdrinken door bijvoorbeeld gebruik van medicatie, zwangerschappen of gasten die jonger zijn dan 18 jaar.
Met smaakmakers als gember, munt en rood fruit serveer je heerlijke frisse cocktails zonder drank. Niet elke cocktail is geschikt als alcoholvrije variant. Fruitcocktails zijn hier het meeste geschikt voor. 
Virgin tonic
Tonic met komkommer, rozemarijn en limoen
Als laatste heb ik een klassieker voor je. Persoonlijk vind ik soms een al-coholvrije ‘Gintonic’ lekkerder dan de variant mét alcohol. Vaak omdat ik er toch zoveel tonic in doe, dat je de gin nog amper proeft.
Bij deze mocktail kun je de gin gewoon helemaal achterwege laten en vul je je glas met:
– ijsklonten
– Organics by Redbull Tonic Water
– 1 sliert komkommer (die kun je met de kaasschaaf makkelijk van je komkommer snijden)
– 2 takjes rozemarijn
– 1 schijfje komkommer op de rand
– 1 schijfje limoen óók op de rand

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer je geen alcohol kunt drinken, maar wel een grote fan bent van een Gin-tonic, dan heb je ook alcoholvrije varianten die je kunt vergelijken met een echte Gin-tonic! Misschien zelfs beter! 

Je geeft een korte omschrijving van jouw mocktail en geeft de ingrediënten weer. in het voorbeeld heb ij de ingrediënten weggelaten, omdat ik deze heb toegevoegd aan de bereidingswijze. Je gaat deze mocktail als het ware ''builden''.  
Rosemary's pear
Ingrediënten 
20 ml citroensap
30 ml perensap
90 ml bitter lemon
garnering: takje verse rozemarijn+ plakje peer
ook nodig: ijsblokjes

- Vul een longdrinkglas met ijsblokjes. 
-  Schenk het citroensap en perensap in het longdrinkglas.

-voeg hier de Bitter Lemon aan toe.  Roer de mocktaileven door. 
- garneer met een takje verse rozemarijn dat je even in een vlam hebt gestoken en een plakje peer.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf mocktailrecepten maken
Maak 5 mocktailrecepten. Je mag gebruik maken van het internet.

Slide 17 - Tekstslide

De leerlingen gaan aan de slag met mocktail recepten. Ze gaan elk 5 recepten uitkiezen en deze uitschrijven voor de docent Het volgende moet in het recept staan:

- ingrediëntenlijst
- bereidingswijze
- welk soort glas

http://www.cocktailsopmensenmaat.be/cocktails-maken/cocktail-recepten/alcohol-vrije-cocktails-maken/

https://www.libelle-lekker.be/recepten-sets/206466/33x-zalige-mocktails 

https://www.libelle-lekker.be/bekijk-recept/78582/rose-icetea-78582

https://www.libelle-lekker.be/bekijk-recept/82300/appel-karamelmocktail-1

https://www.libelle-lekker.be/bekijk-recept/83617/virgin-mojito

https://www.libelle-lekker.be/bekijk-recept/83727/watermeloenlimonade-met-munt-1

https://www.libelle-lekker.be/bekijk-recept/83732/ipanema-mocktail-met-passievrucht-en-limoensap-1

https://www.libelle-lekker.be/bekijk-recept/19899/cranberry-cooler

https://www.libelle-lekker.be/bekijk-recept/77175/sprankelende-perenpunch

https://www.libelle-lekker.be/bekijk-recept/83622/virgin-sangria-zonder-alcohol-1

https://www.libelle-lekker.be/bekijk-recept/83734/citroenlimonade-met-appel-en-munt-1

Mocktailrecepten af?
Opslaan in de Onedrive

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Smaakpapillen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Smaakstijlen
Wanneer je een wijn-spijs- combinatie gaat ontwikkelen, maak je gebruik van de verschillende smaakstijlen.  

Slide 20 - Tekstslide

De smaakstijlen voor wijn :
Smaakstijlen
De acht verschillende smaakstijlen in de kubus staan voor:
1 – Gebalanceerd
Wijn die niet té is, dus niet te zuur, niet te zoet en niet te droog. Kortom, lichte wijnen.
2 – Rond
Harmonische wijnen, die naar zacht, rijp fruit proeven. Wijn die soms kort op hout heeft gelegen bij de wijnboer, maar vaak ook niet. Toegankelijke wijn met een mooie, zachte smaak.
3 – Licht
Wijnen die best wat zuur mogen hebben. Maar ook een pittige, frisse wijn. Gewoon een lekkere wijn die je kan doordrinken en bij veel gerechten past.
4 – Fris
Frisse en opwekkende wijnen. Wijnen die niet op hout zijn bewaard of een rijke fruitsmaak hebben. Veel witte wijnen dus, maar ook een glaasje licht rood mag best.
5 – Krachtig
Dit zijn wijnen met karakter. Wijnen met tannine, waar jouw mond een beetje van samentrekt. Strakke wijnen met een mooie houtsmaak, krachtig in de mond. Geen laffe wijntjes, maar ruige jongens dus
6 – Vol
Volle, vaak zoetere wijnen. Wijnen waarvan de geur bij het openen van de fles erin knalt. Mooi gekleurde wijn met veel rijp fruit. Denk aan een stormachtig najaar, opgekruld voor een brandende open haard.
7 – Stevig
Dit zijn stevige, pittige wijnen. Wijnen die in houten vaten hebben gerijpt. Waar je bij iedere slok weer iets nieuws proeft. Denk overigens niet alleen aan rood. Er zijn ook stevige, witte wijnen die hieraan voldoen.
8 – Opwekkend
Frisse wijnen die prikkelen, met name door koolzuur. Karakterwijnen met een uitgesproken smaak. Niet alleen bubbels zoals Champagne, Prosecco of Cava, maar ook stille wijnen met veel zure

Smaakstijlen
1 – neutraal
Er gebeurt weinig in het mondgevoel, geen strakke of filmende invloeden.
2 – Rond
Mondgevoel is filmend onder invloed van de aanwezige vetten of onopgeloste suikers. Smaakgehalte is niet al te hoog en in smaaktype zijn mogelijk rijpe tonen aanwezig.
3 – Balans, laag
Hier is het smaakgehalte niet al te hoog; strakke en filmende elementen zij aanwezig en houden elkaar in evenwicht, noch het strakke, noch het filmende overheerst.
4 – Fris
Het mondgevoel wordt strak door de frisse stoffen waardoor de mond samentrekt. Zouten en zuren zijn de beste voorbeelden. Smaakgehalte is niet al te hoog en in het smaaktype domineren vooral frisse tonen.
5 – Krachtig
Ligt op de as van ‘neutraal’. Deze is strak noch filmend. Het mondgevoel is droog en dir kan allerlei redenen hebben: bijvoorbeeld vaste voedingsmiddelen als toast of crackers die het speeksel opzuigen. Ook bittere voedingsmiddelen.
6 – Vol
Dit is de filmende as, waarbij nu het smaakhehalte hoog is, en de rijpe tonen markant aanwezig zijn, met name door duidelijk proefbaar vet of zoet. Denk hierbij aan romige kaas, karamel en leverworst.
7 – balans, hoog
Het verschil hier met balans, laag is dat het smaakgehalte hoog is.
8 - Prikkelend

Smaakstijlen
1 – neutraal
Er gebeurt weinig in het mondgevoel, geen strakke of filmende invloeden.
2 – Rond
Mondgevoel is filmend onder invloed van de aanwezige vetten of onopgeloste suikers. Smaakgehalte is niet al te hoog en in smaaktype zijn mogelijk rijpe tonen aanwezig.
3 – Balans, laag
Hier is het smaakgehalte niet al te hoog; strakke en filmende elementen zij aanwezig en houden elkaar in evenwicht, noch het strakke, noch het filmende overheerst.
4 – Fris
Het mondgevoel wordt strak door de frisse stoffen waardoor de mond samentrekt. Zouten en zuren zijn de beste voorbeelden. Smaakgehalte is niet al te hoog en in het smaaktype domineren vooral frisse tonen.

5 – Krachtig
Ligt op de as van ‘neutraal’. Deze is strak noch filmend. Het mondgevoel is droog en dir kan allerlei redenen hebben: bijvoorbeeld vaste voedingsmiddelen als toast of crackers die het speeksel opzuigen. Ook bittere voedingsmiddelen.
6 – Vol
Dit is de filmende as, waarbij nu het smaakhehalte hoog is, en de rijpe tonen markant aanwezig zijn, met name door duidelijk proefbaar vet of zoet. Denk hierbij aan romige kaas, karamel en leverworst.
7 – balans, hoog
Het verschil hier met balans, laag is dat het smaakgehalte hoog is.
8 - Prikkelend

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De smaakstijlen voor wijn :
Smaakstijlen
De acht verschillende smaakstijlen in de kubus staan voor:
1 – Gebalanceerd
Wijn die niet té is, dus niet te zuur, niet te zoet en niet te droog. Kortom, lichte wijnen.
2 – Rond
Harmonische wijnen, die naar zacht, rijp fruit proeven. Wijn die soms kort op hout heeft gelegen bij de wijnboer, maar vaak ook niet. Toegankelijke wijn met een mooie, zachte smaak.
3 – Licht
Wijnen die best wat zuur mogen hebben. Maar ook een pittige, frisse wijn. Gewoon een lekkere wijn die je kan doordrinken en bij veel gerechten past.
4 – Fris
Frisse en opwekkende wijnen. Wijnen die niet op hout zijn bewaard of een rijke fruitsmaak hebben. Veel witte wijnen dus, maar ook een glaasje licht rood mag best.
5 – Krachtig
Dit zijn wijnen met karakter. Wijnen met tannine, waar jouw mond een beetje van samentrekt. Strakke wijnen met een mooie houtsmaak, krachtig in de mond. Geen laffe wijntjes, maar ruige jongens dus
6 – Vol
Volle, vaak zoetere wijnen. Wijnen waarvan de geur bij het openen van de fles erin knalt. Mooi gekleurde wijn met veel rijp fruit. Denk aan een stormachtig najaar, opgekruld voor een brandende open haard.
7 – Stevig
Dit zijn stevige, pittige wijnen. Wijnen die in houten vaten hebben gerijpt. Waar je bij iedere slok weer iets nieuws proeft. Denk overigens niet alleen aan rood. Er zijn ook stevige, witte wijnen die hieraan voldoen.
8 – Opwekkend
Frisse wijnen die prikkelen, met name door koolzuur. Karakterwijnen met een uitgesproken smaak. Niet alleen bubbels zoals Champagne, Prosecco of Cava, maar ook stille wijnen met veel zure

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies