4.4 Europese samenwerking

Europese samenwerking
paragraaf 4.4
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Europese samenwerking
paragraaf 4.4

Slide 1 - Tekstslide

Motieven Europese samenwerking
  • Voorkomen van oorlog
  • Einde maken aan vijandschap na WO 1 / WO 2
  • Angst voor communisme / Sovjet-Unie

Slide 2 - Tekstslide

Chronologie Europese samenwerking
  1. Europese Economische Gemeenschap (EEG) 
  2. Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)
  3. Europese Unie (EU)
           → eis: je moet een parlementaire democratie zijn!
  4. Verdrag van Schengen
  5. Invoering euro 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt de oorzaken noemen die hebben geleid tot samenwerking van West-Europese staten en beschrijven hoe die samenwerking zich heeft ontwikkeld.
  2. Je kunt uitleggen waarom de Europese Economische Gemeenschap en later de Europese Unie zijn uitgebreid.
  3. Je kunt uitleggen waarom sommige Europeanen twijfelen aan het nut van Europese samenwerking. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Euroscepsis
Motieven
  1. (Te) veel macht naar Brussel
  2. Hoge kosten voor rijke landen
  3. Veel migranten naar rijkere landen

Voorbeeld: Brexit in 2020

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat zijn voordelen van Europese samenwerking?

Slide 9 - Open vraag

Wat zijn nadelen van Europese samenwerking?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video


A
EU
B
Nederland

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video


A
EU
B
Nederland

Slide 14 - Quizvraag


A
EU
B
Nederland

Slide 15 - Quizvraag


A
EU
B
Nederland

Slide 16 - Quizvraag

Mobiel bellen in een ander EU-land is net zo goedkoop als wanneer je binnen Nederland belt
A
EU
B
Nederland

Slide 17 - Quizvraag


A
EU
B
Nederland

Slide 18 - Quizvraag


A
EU
B
Nederland

Slide 19 - Quizvraag


A
EU
B
Nederland

Slide 20 - Quizvraag


A
EU
B
Nederland

Slide 21 - Quizvraag

Huiswerk
4.4 opdracht: 4, 5, 7, 10 en 11

Slide 22 - Tekstslide