21 EBG - Trappen van vergelijking - verwerkingsopdrachten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Trappen van vergelijking

Stellende - vergrotende - overtreffende trap

 

Hard     harder      het hardst(e)

Mooi     mooier     het mooist(e)

Kaal       kaler         het kaalst(e)

Veel       meer        het meest(e)

Weinig  minder    het  minst(e)

even zwaar als

Ik ben beter als jij.

1. juist
2. onjuist

Noor is dapper dan ik.

1. juist
2. onjuist

Tom is bozer dan ik.

1. juist
2. onjuist

Els kan sneller lopen als ik.

1. juist
2. onjuist

Ben vindt jou aardiger als Peter.

1. juist
2. onjuist

Vul in: als of dan?

Jij hebt veel meer tijd …...

1. als ik
2. dan ik

De laatste vakantie was twee keer zo duur ….. vorig jaar.

1. als
2. dan

Victor loopt een stuk harder …...

1. als hij
2. dan hij

Frans verdient evenveel …...

1. als zij
2. dan zij

Maud is net zo snel ........

1. als hij
2. dan hij

Aan het werk

Maak zelfstandig de opdrachten 64 en 65 

 uit het boek EBG op bladzijde 81 .

Heb je nog vragen? Dan kom je naar het bureau.