Verdiepingsles 2 'Communisme'

Communisme

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Communisme

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
1. Lesdoelen

2. Recap les 'ideologie & Karl Marx'

3. Communisme 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen:
Aan het einde van de les kun je in je eigen woorden uitleggen hoe in een communistisch land het kapitaal is verdeeld. 

Je kunt aan het eind van de les minimaal één aspect van een communistisch land herkennen. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoe kenmerken we iets dat wordt gezien als 'natuur'?

Slide 4 - Open vraag

Wat was het gevolg van het feit dat filosofen en wetenschappers de maatschappij aan het eind van de 18e eeuw gingen zien als 'cultuur'?

Slide 5 - Open vraag

Karl Marx verdeelde de bevolking in twee groepen/klassen. Welke twee groepen?

Slide 6 - Open vraag

Proletariaat
Bourgeoisie
Arbeiders
Fabrieks eigenaren 
Kapitaal bezitters
Kapitaal arm
Worden onderdrukt
Macht en rijkdom
Geen keuze

Slide 7 - Sleepvraag

Proletariaat

- Grote groep, Arbeiders 
-Kapitaal arm, werken voor de bourgeoisie
- Geen macht, weinig geld.
- Onderdrukt
Bourgeoisie 

- Kleine groep
- Kapitaal bezitters, fabrieksbazen en macht hebbers. 
- Willen steeds meer winst en macht
- De onderdrukkers 

Slide 8 - Tekstslide

Kapitaal? 
- Kapitaal: Bezit dat gebruik kan worden om inkomen te verwerven. 

Een Fabriekseigenaar bezit een fabriek waarmee hij inkomen(geld) kan verwerven. Omdat hij deze fabriek heeft kan hij steeds rijker worden. (Bourgeoisie) 

Een arbeider heeft geen kapitaal. Hij kan niet anders dan in de fabriek werken om zo zijn inkomst te verzekeren. (Proletariaat) 


Slide 9 - Tekstslide

Je hebt twee dingen nodig op producten te maken en dus geld te verdienen:


Arbeiders
Kapitaal (productiemiddelen)
Productie proces volgens Marx
Proletariaat
Bourgeoisie
Salaris
Omzet

Slide 10 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding. Wie is onderdeel van de bourgeoisie en wie van het proletariaat? Leg je antwoord uit.

Slide 11 - Open vraag

Wat wil de tekenaar duidelijk maken in deze tekening? Is de tekenaar het eens met Marx?

Slide 12 - Open vraag

Dus wat vindt Marx? 
Alle arbeiders worden oneerlijk onderdrukt omdat de Kapitaalbezitters steeds meer winst willen maken.

Alle winst uit fabrieken is 'gestolen salaris van de arbeiders'.


Slide 13 - Tekstslide

Wat moeten we dan doen? 
- 1847 (manifest = roep tot actie)

- Revolutie van het proletariaat tegen de bourgeoisie 

- eerst klein, later zal deze opstand onvermijdelijk overal gebeuren.

- Het proletariaat is met veel meer !


Slide 14 - Tekstslide

Revolutie! en dan? 
Het proletariaat moet bezit krijgen over de productie middelen. 

Al het kapitaal moet eigendom worden van iedereen

Communisme in één zin: Opheffen privaat eigendom




Slide 15 - Tekstslide

Oke, oke maar hoe dan? 
Karl Marx:

- Afschaffing privaat eigendom
- Al het kapitaal wordt van de staat. 
- De staat moet ervoor zorgen dat de productie eerlijk wordt verdeeld. 

Fabrieken, bedrijven, machines en andere middelen om inkomen te verdienen worden van de staat die vervolgens het inkomen eerlijk moet verdelen onder de arbeiders. 

Slide 16 - Tekstslide

Communisme
De overheid 
(de staat)
Kapitaal
Burgers

Slide 17 - Tekstslide

Communisme
- Geen privaat eigendom -> alles is van de staat

- Gelijkheid niemand is rijker dan een ander. 

- Een doctor verdient hetzelfde als een vuilnisman.

Ideologie die veel aanhangers kreeg en in verschillende landen
nog steeds wordt gevolgd. 






Slide 18 - Tekstslide

Hoe wordt er in een communistisch land voor gezorgd dat het kapitaal/welvaart eerlijk verdeeld wordt?

Slide 19 - Open vraag

Als een communist zou horen dat wij zeggen 'in een communistisch land is alles van de staat' zou hij/zij het daarmee oneens zijn. Hij zou eerder zeggen 'alles is van iedereen.' Leg dit kort uit.

Slide 20 - Open vraag

Het communisme streeft naar zoveel mogelijk eerlijkheid. Ben je het eens of oneens met de volgende stelling:

'Een doctor die hetzelfde verdient als een vuilnisman is niet eerlijk'

Slide 21 - Open vraag