Schrijfopdracht Nederlands examen - voorbeeldzinnen oefenen
1 / 19
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Stel jezelf voor met je naam, leeftijd en woonplaats.
Slide 2 - Open vraag
Geef aan dat je reageert op de oproep om mee te doen met rommel opruimen in de wijk.
Slide 3 - Open vraag
Leg uit waarom je het een goed idee vindt om mee te doen aan deze actie.
Slide 4 - Open vraag
Geef aan waar jij goed in bent (twee dingen).
Slide 5 - Open vraag
Vraag naar de mogelijkheid een vergoeding te krijgen voor het openbaar vervoer.
Slide 6 - Open vraag
Geef twee redenen waarom juist jij geschikt bent voor deze baan.
Slide 7 - Open vraag
Geef aan dat jij hoopt op een snelle reactie.
Slide 8 - Open vraag
Vraag naar de mogelijkheid om iets te verdienen.
Slide 9 - Open vraag
Geef je mening over het inkorten van de pauze.
Slide 10 - Open vraag
Noem twee argumenten hiervoor (inkorten pauze)
Slide 11 - Open vraag
Verbeter: Mijn naam is Gea Bemmel en ben 15 jaar.
Slide 12 - Open vraag
Verbeter: Ik hoop dat ik zo snel mogelijk een reactie terug kan krijgen.
Slide 13 - Open vraag
Verbeter: Mijn naam is Gea Bemmel zit op het Omnia college ik ben 15 jaar
Slide 14 - Open vraag
Hoeveel fouten tel je?
Ik ben geschikt hier voor omdat ik goed in een team werken.
Ik ben geschikt hier voor omdat ik goed in een team werken.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 15 - Quizvraag
Verbeter: Ik ben geschikt hier voor omdat ik goed in een team werken.
Slide 16 - Open vraag
A
A= jouw e-mailadres
B= de groet
B
A= e-mail v. ontvanger B= waar je over schrijft
C
A = waar je over schrijft
B = e-mail van jou zelf
D
A= e-mail v. ontvanger B= Aanhef
Slide 17 - Quizvraag
wat is niet goed in deze e-mail?
A
Er staat een foute aanhef.
B
Er staat geen groet.
C
De e-mail is niet in alinea's verdeeld.
D
Er staan geen hoofdletters.
Slide 18 - Quizvraag
Wat is nog niet duidelijk over de schrijfopdracht?
