Week 41 3H Duits

Programm
Rückschau
Planung für heute
Aufgaben der Woche
Grammatik
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programm
Rückschau
Planung für heute
Aufgaben der Woche
Grammatik

Slide 1 - Tekstslide

Rückschau

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Na de bekende voorzetsels

der Man -> mit dem Mann

die Frau -> mit der Frau

das Kind - > mit dem Kind

die Bücher -> mit den Büchern


Dit is voor ons lastig, maar er bestaan géén uitzonderingen!


Gebruik in het begin de schema's in de klas of je boek

Slide 4 - Tekstslide

Planung für heute
Aufgaben der Woche
          - 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38

Die Welle
          - Landeskunde

Slide 5 - Tekstslide

Landeskunde

Waarom celstraffen bij hakenkruis of hitlergroet?

Waarom geen pommes Krieg, maar Pommes Oorlog in Berlijn?



Slide 6 - Tekstslide

Landeskunde

Zou in de huidige tijd een beweging als de NSDAP kunnen ontstaan?



Slide 7 - Tekstslide

Zum Schluss



Bist du fertig?-> Komm vorbei-> Ich werde Korrigieren
Nicht fehlerlos?-> verbessere die Fehler-> 2. Versuch

Slide 8 - Tekstslide

Grammatik
Vorig jaar heb je geleerd dat je in het Duits net als in het Nederlands niet:

voor ik zegt, maar voor mij
en
für ich , aber für mich

Slide 9 - Tekstslide

Für mich oder für ich?

Voor mij of voor ik?         --> Für mich oder für ich?

Door jij of door jou?        --> Durch du oder durch dich?

Om hij of om hem?         --> Um er oder um ihn?


Je gebruikt de woorden mich, dich, ihn, uns, euch o.a. bij:

für, ohne, durch, um, bis, gegen 

Slide 10 - Tekstslide

Mit ich oder mit mir
In het Nederlands zeg je ook niet:
 met ik, maar je zegt... met mij

In het Duits is dit niet anders, niet
mit ich, aber mit mir

Gaaf is: in het Duits gaan ze nog een stapje verder

Slide 11 - Tekstslide

Grammatik
Met ik of met mij? -> Mit ich oder mit mir?
Bij jij of bij jou?-> Bei du oder bei dir?
Van hij of van hem?-> Von er oder von ihm
Na zij of na haar?-> Nach sie oder nach ihr?

Er zijn dus meer woorden zoals mit die net als in het Nederlands ik/jij/hij etc. doen veranderen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Grammatik

dit geintje doen de Duitsers niet alleen  bij pers. voornaamwoorden


Ze doen dit ook bij lidwoorden!

Slide 14 - Tekstslide

Na de bekende voorzetsels

der Man -> mit dem Mann

die Frau -> mit der Frau

das Kind - > mit dem Kind

die Bücher -> mit den Büchern


Dit is voor ons lastig, maar er bestaan géén uitzonderingen!


Gebruik in het begin de schema's in de klas of je boek

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Mache jetzt
 Aufgaben  34, 35, 36, 37, 38

Slide 17 - Tekstslide

Notities
derde naamval verder inoefenen door werkbladen te maken en door extra uitleg online aan te bieden.

Nadruk niet op grammatik leggen, maar op communicatie.
- verbinding met: met ik-met mij, maar dan ook met lidwoorden

Slide 18 - Tekstslide