pallas 22a vertaling

tekst 22A
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksWOStudiejaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

tekst 22A

Slide 1 - Tekstslide

who dis?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Ἔριδος δὴ γενομένης ἀμφοῖν περὶ τῆς χώρας, ὁ Ζεὺς εἶπεν·
A
Toen Eris geboren was voor beiden in het land, zei Zeus:
B
Toen er ruzie was ontstaan in beide gebieden, zei Zeus:
C
Toen in het gebied tussen beiden ruzie was ontstaan, zei Zeus:
D
Toen beiden ruzie hadden gekregen om het gebied, zei Zeus:

Slide 4 - Quizvraag

‘Οὐκ αὐτὸς ἐγὼ δικαστὴς ἔσομαι,
A
"Van hen zal ik niet de rechter worden,
B
"Ik ben niet zelf rechter geworden,
C
"Ik zelf zal niet de rechter zijn,
D
"Zelf zal ik niet van de rechtzaak zijn,

Slide 5 - Quizvraag

ἀλλὰ τοὺς δώδεκα θεοὺς δικαστὰς ποιήσω,

A
maar laat ik de twaalf goden rechters maken,
B
maar laat ik de twaalf goddelijke rechters maken,
C
maar ik zal de twaalf goden rechters maken
D
maar ik ga twaalf goden rechters maken,

Slide 6 - Quizvraag

ὡς περὶ τῆς ἔριδος δικάσωσιν.’
A
om over de ruzie te oordelen."
B
die over de ruzie zullen oordelen."
C
zoals ze zullen oordelen over de ruzie."
D
die een besluit nemen over de ruzie."

Slide 7 - Quizvraag

Οὗτοι οὖν βουλευσάμενοι εἶπον·

A
Zo beraadslaagden ze en zeiden:
B
Zij overlegden en zeiden:
C
Na overleg zeiden ze:
D
tijdens hun beraadslagingen zeiden ze:

Slide 8 - Quizvraag

‘Δικάζομεν ὧδε·
A
Wij hebben als volgt geoordeeld:
B
Wij oordelen als volgt:
C
Wij zullen als volgt oordelen:
D
Laten we als volgt oordelen:

Slide 9 - Quizvraag

ἡ χώρα ὑφ’ ἡμῶν
15 τῇ Ἀθηνᾷ κριθήσεται,

A
het land wordt door ons aan Athene toegekend,
B
ons land wordt aan Athene toegekend,
C
ons land zal aan Athene worden toegekend,
D
het land zal door ons aan Athene worden toegekend,

Slide 10 - Quizvraag

μαρτυρήσαντος τοῦ Κέκροπος

A
nadat Kekrops getuigenis heeft afgelegd
B
omdat Kekrops getuigenis aflegt
C
na de getuigenis van Kekrops
D
van Kekrops' getuigenis

Slide 11 - Quizvraag

ὅτι αὕτη πρώτη τὴν ἐλαίαν ἐφύτευσεν.
A
dat ze zelf de eerste olijfboom heeft geplant
B
dat zij de eerste olijfboom heeft geplant
C
dat zij als eerste de olijfboom heeft geplant
D
dat ze zelf als eerste de olijfboom heeft geplant

Slide 12 - Quizvraag

Ἡ δ’ Ἀθηνᾶ τὴν πόλιν
ἀφ’ ἑαυτῆς ὀνομάσει

A
Athene heeft de stad naar zichzelf genoemd
B
Athene zal de stad naar zichzelf noemen
C
Athene zal haar eigen stad een naam geven
D
De stad zal zichzelf Athene noemen

Slide 13 - Quizvraag

καὶ τὸ ὄνομα Ἀθῆναι ἔσται.’
A
en de naam is Athene."
B
en de naam is van Athene."
C
En de naam zal Athene zijn."
D
en de naam zal van Athene zijn."

Slide 14 - Quizvraag

Τούτων δὲ οὕτω δικασάντων,
A
Nadat deze dingen zo geoordeeld waren,
B
Omdat ze nog niet geoordeeld hadden,
C
Nadat zij die dingen geoordeeld hadden,
D
Nadat zij zo geoordeeld hadden,

Slide 15 - Quizvraag

ὁ Ποσειδῶν ὀργισθεὶς
τὴν Ἀττικὴν ὕφαλον ἐποίησεν.

A
werd Poseidon boos en zette Attika onder water.
B
zette Poseidon, omdat hij boos was geworden, Attika onder water.
C
zette Poseidon uit woede Attika onder water.
D
liet Poseidon uit woede Attika overstromen.

Slide 16 - Quizvraag