Aan het einde van de les:
1. Je kan in eigen woorden uitleggen dat politiek het maken van keuzes en het nemen van besluiten waardoor een bepaalde regio kan worden bestuurd. 2. Je kan in eigen woorden uitleggen dat ambtenaren voor de overheid werken en dat de overheid alle politici en ambtenaren samen zijn. 3. Je kan in eigen woorden uitleggen dat met het begrip algemeen belang zaken die voor heel veel mensen belangrijk zijn wordt bedoeld. 4. Je kan in eigen woorden uitleggen dat de burgers en bedrijven belasting betalen aan de overheid en dat met dit geld publieke taken worden betaald. 5. Je kan in eigen woorden uitleggen dat Nederland een democratie is: het volk mag namelijk invloed uitoefenen op politieke besluiten. 6. Je kan in eigen woorden uitleggen dat een referendum een stemming is waarbij het gehele volk kan stemmen over een belangrijk onderwerp.
7. Je kan beargumenteren dat het referendum een goed of een slecht iets is, aan de hand van argumenten zoals: het referendum alleen een ja/nee kwestie is, het tegen het systeem ingaat van politieke partijen of dat het volk niet altijd even slimme beslissingen hierin maakt. Aan de andere kant heb je mensen die juist vinden dat een referendum een goed iets is omdat het zorgt voor meer democratie (het volk wordt vaker gevraagd) en zorgt voor meer betrokkenheid met de politiek onder de bevolking. 8. Je kan in eigen woorden uitleggen dat er in Nederland een indirecte democratie is: het volk kiest de volksvertegenwoordigers.