Par. 7.5

Par. 7,5
Zaden en vruchten
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Par. 7,5
Zaden en vruchten

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
Doel
Vorige les
Uitleg
Zelfstandig werken
Les afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

De twee kernen worden samen een nieuwe kern. Dit heet ..........

A
Opgroeien
B
Bevruchting
C
Celkernen
D
Steel

Slide 3 - Quizvraag

Doel
De leerlingen kunnen aan het einde van de les in eigen worden uitleggen hoe de opbouw gaat van zaadje, bloem en vrucht. 

Slide 4 - Tekstslide

Welke vrucht heeft maar een pit? er zijn er meerdere goed.
A
Mango
B
Meloen
C
Avocado
D
Mandrijnen

Slide 5 - Quizvraag

Van bloem tot vrucht
De bloem van den boonplant staat op een bloemsteel.
Na de bevruchting gaat het vrucht beginsel groeien.
De vrucht gaat door zijn gewicht hangen aan de steel.
De kroonbladeren en de meeldraden 
vallen er af. Aan de kant van het steeltje blijft 
vaak nog een restje bloemkelk zitten. 
Aan de andere kant van de boon zit 
vaak nog een restje van de stijl.

Slide 6 - Tekstslide

Peulvruchten
Sommige planten krijgen langwerpige vruchten. Deze vruchten heten peulvruchten.
Op de afbeelding hiernaast zie je een peulvrucht van een erwtenplant.
In de peul zie je de erwten, dit zijn de zaden.
Bonen groeien op de zelfde manier, dus bonen groeien ook in peulen.

Slide 7 - Tekstslide

Andere zaden en vruchten
Bij een bloem zit de zaadbeginsel en het vruchtbeginsel.
Uit het vruchtbeginsel groeit de vrucht.
In de vrucht zitten de zaden.
In de afbeelding hiernaast zit een klokhuis.
In het klokhuis zitten pitten.
Pitten en zaden zijn de zaden van de peer en de appel.
Appels, peren, tomaten, kersen en peulen zijn vruchten.
Bonen, erwten en pitten zijn de zaden.


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Zelfstandig werken
Blz.153 en 155
De practicum opdracht mag je overslaan. 
 

Slide 10 - Tekstslide

Les afsluiting
Doel gehaald?
Wat is er goed gegaan tijdens de les?
Wat kan er een volgende les beter?

Slide 11 - Tekstslide