‹Terug naar zoeken

Bi H3 Th6 Bs9/10

Thema 6 - ecologie

Basisstof 9 - autotroof en heterotroof
Basisstof 10 - de energiestroom in een
                         ecosysteem




1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema 6 - ecologie

Basisstof 9 - autotroof en heterotroof
Basisstof 10 - de energiestroom in een
                         ecosysteem




Slide 1 - Tekstslide

Na deze les kun je...
  1. Het verschil benoemen tussen autotrofe en heterotrofe organismen
  2. Uitleggen waarom er in elke schakel van een voedselketen energie verloren gaat

Slide 2 - Tekstslide

Upload hier een foto (of twee) van je huiswerk (Bs7 en 8)

Slide 3 - Open vraag

Voedselketen
  • Wat is het?
  • Waar begint het mee?
  • Hoe gaan de pijlen?

Slide 4 - Tekstslide

Basisstof 9 - autotroof en heterotroof

Slide 5 - Tekstslide

Basisstof 9 - autotroof en heterotroof
Producent

Slide 6 - Tekstslide

Basisstof 9 - autotroof en heterotroof
producent
consument

Slide 7 - Tekstslide

Basisstof 9 - autotroof en heterotroof
producent
consument
consument
consument

Slide 8 - Tekstslide

Basisstof 9 - autotroof en heterotroof
producent
consument
consument
consument
van de 1e orde

Slide 9 - Tekstslide

Basisstof 9 - autotroof en heterotroof
producent
consument
consument
consument
van de 1e orde
van de 2e orde
van de 3e orde

Slide 10 - Tekstslide

Een voedselketen begint altijd met een producent
 
Omdat die geen andere organismen nodig heeft om zichzelf te voeden. Een producent noem je daarom autotroof

Ezelsbruggetje: Een auto rijdt zelf, hoef je niet te duwen

Slide 11 - Tekstslide

Voedingswijze
Autotroof = zelfvoedend, een organisme heeft geen andere organismen nodig om zich te voeden

Heterotroof = als een organisme andere organismen eet om zich te voeden
Aantekening

Slide 12 - Tekstslide

Een koe
A
Autotroof
B
Heterotroof

Slide 13 - Quizvraag

Een predator
A
Autotroof
B
Heterotroof

Slide 14 - Quizvraag

Een reducent
A
Autotroof
B
Heterotroof

Slide 15 - Quizvraag

Opdr. 30 & 31
Blz. 71

Slide 16 - Tekstslide

Thema 6 - ecologie

Basisstof 9 - autotroof en heterotroof
Basisstof 10 - de energiestroom in een
                         ecosysteem




Slide 17 - Tekstslide

Piramides van biomassa

Slide 18 - Tekstslide

Thema 2: voeding en vertering
Voedsel = energie

Je krijgt energie vanuit het voedsel dat je eet

Slide 19 - Tekstslide

Piramides van biomassa
In de piramide gaat dus biomassa verloren, maar eigenlijk ook energie

Slide 20 - Tekstslide

Op een dag eet je een stevig ontbijt, lekkere lunch en flink diner. Toch groei je niet zo snel. Op welke manieren gaat jouw voedsel verloren?

Slide 21 - Open vraag

Verbranding in je lichaam
Verbranding door
  • processen in cellen
  • beweging
  • temperatuur
Aantekening

Slide 22 - Tekstslide

Verbranding is één oorzaak dat niet alle energie wordt doorgegeven naar de volgende schakel

Slide 23 - Tekstslide

Op welke manier, naast verbranding, zal nog meer energie verloren gaan in een voedselketen?

Slide 24 - Open vraag

3 redenen waarom energie verloren gaat in een voedselketen
  1. Verbranding
  2. Uitwerpselen
  3. Onverteerde resten
Aantekening

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Hoeveelheid energie

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Piramides van biomassa

Slide 29 - Tekstslide

Piramide van biomassa
  • Deze piramide heeft altijd een piramidevorm
  • In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel kleiner

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

In welke schakel van een voedselketen is de biomassa het grootst?
A
1e schakel
B
2e schakel
C
3e schakel
D
4e schakel

Slide 33 - Quizvraag

Zijn reducenten autotroof of heterotroof?
A
autotroof
B
heterotroof

Slide 34 - Quizvraag

Welke termen passen bij de koolmees?
A
Consument 2e orde, heterotroof
B
Consument 3e orde, heterotroof
C
Consument 2e orde, autotroof
D
Consument 3e orde, autotroof

Slide 35 - Quizvraag

Wat is "energiestroom"?
A
Stof waarin veel energie opgeslagen zit.​
B
De plaats van een organisme in een voedselketen.​
C
de biomassa
D
Als energie wordt doorgegeven aan het volgende trofische niveau.​

Slide 36 - Quizvraag

Nu kun je...
  1. Het verschil benoemen tussen autotrofe en heterotrofe organismen
  2. Uitleggen waarom er in elke schakel van een voedselketen energie verloren gaat

Slide 37 - Tekstslide

Huiswerk
Opdr. 32
Blz. 72

Slide 38 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

8.1 + 8.2 dl1

- Les met 38 slides
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

6.7 Energiestroom in een ecosysteem

- Les met 33 slides
BiologieMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijshavoLeerroute HLeerjaar 2,3

8.2 Energie in ecosystemen

- Les met 22 slides
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

BS 6.7 Energiestroom in een ecosysteem

- Les met 46 slides
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

15.1 Energiestromen 5V

- Les met 42 slides
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

§ 9 Autotroof en Hetrotroof § 10 De energiestroom in een ecosysteem

- Les met 11 slides
BiologieMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijshavoLeerroute HLeerjaar 2,3

§ 9 Autotroof en Hetrotroof § 10 De energiestroom in een ecosysteem

- Les met 11 slides
BiologieMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijshavoLeerroute HLeerjaar 2,3

§6.7 Energiestroom in een ecosysteem

- Les met 42 slides
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2