kijk/luistervaardigheid 4BBL

Nico ist 22 Jahre alt. Er kommt aus Spanien und ist vor ein paar Wochen nach Deutschland gekommen. Yara ist seine Tante und besitzt einen Fahrradladen. Lisa hilft ihm deutsch zu lernen. Selma ist eine Freundin von ihm. 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nico ist 22 Jahre alt. Er kommt aus Spanien und ist vor ein paar Wochen nach Deutschland gekommen. Yara ist seine Tante und besitzt einen Fahrradladen. Lisa hilft ihm deutsch zu lernen. Selma ist eine Freundin von ihm. 

Slide 1 - Tekstslide

10

Slide 2 - Video

05:28
Waarom kan Nico niet naar de bank?
A
Hij moet naar een taalcursus met Lisa.
B
Hij moet naar het park met Lisa.
C
Hij moet naar de winkel met Lisa.

Slide 3 - Quizvraag

06:16
Wat moet Nico op het formulier invullen?
A
naam, geboortedatum en adres
B
geboortedatum en adres
C
naam, telefoonnummer en geboorteplaats.

Slide 4 - Quizvraag

06:48
Moet hij werk hebben om een rekening te openen?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

07:23
Waarom is Yara zo druk?
A
ze is lang weggeweest.
B
ze was lange tijd ziek
C
ze moest voor haar moeder zorgen.

Slide 6 - Quizvraag

09:00
Is het Selma gelukt om geld op te nemen?
A
Nee, de kaart was kapot.
B
Ja, maar alleen met hulp van een bankmedewerker.
C
Ja, ze heeft het helemaal alleen gedaan.

Slide 7 - Quizvraag

10:16
Wie heeft de familie verlaten?
A
Nico
B
Selma

Slide 8 - Quizvraag

11:39
Op de foto die Selma moet beschrijven is de man met de bruine broek klein en de man met de zwarte jas groot.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

12:15
Wie behoort tot de familie van Nico?
A
ouders, broer en zus
B
ouders, grootouders en broer
C
ouders, grootouders en zus

Slide 10 - Quizvraag

14:39
Waarom moet Selma plotseling weg?
A
Het gaat niet goed met haar moeder
B
Het gaat niet goed met haar zus
C
Het gaat niet goed met haar vader.

Slide 11 - Quizvraag

15:50
Waarom is Nina zo boos?
A
de anderen hebben niet opgeruimd
B
de anderen laten te veel mensen in de woning toe.
C
de anderen hebben spullen van haar weggegooid

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide