Kind in een arm gezin

Kind in een arm gezin
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Bronnen gebruikBasisschoolGroep 2,8

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Kind in een arm gezin

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Kinderarmoede

Slide 3 - Woordweb

Vergaande gevolgen
Gevolgen die verder gaan dan 1 ding, grote gevolgen.


Kinderarmoede is een complex probleem, met soms vergaande gevolgen voor de ontwikkeling én toekomst van een kind.

Slide 4 - Tekstslide

kampen met...
Last hebben van iets


Kinderen die opgroeien in armoede doen het over het algemeen slechter op school, krijgen later vaker een slecht betaalde baan en kampen bovengemiddeld vaak met gezondheidsproblemen.

Slide 5 - Tekstslide

Doelen
Leesdoel: Je leert dat er kinderen zijn wiens ouders heel weinig geld hebben en dat ze zich daar vaak voor schamen of zich buitengesloten voelen. 
Lesdoel: Je leert diverse bronnen met elkaar te vergelijken.


Slide 6 - Tekstslide

Kind in een arm gezin
Kinderarmoede in Nederland
2 teksten vergelijken:

Slide 7 - Tekstslide

De juf modelt
De juf leest de eerste alinea van alle twee de teksten.

Waar zouden de teksten overgaan?
Waarin verschillen de teksten?
Wat komt overeen?

Slide 8 - Tekstslide

Nu jullie:
Je werkt in tweetallen:
  • Je leest alle twee 1 tekst
  • Vertel aan elkaar waar de tekst overgaat.
  • Bespreek samen waarin de teksten verschillen en overeenkomen.
  • Schrijf 4 belangrijke verschillen op.
  • Schrijf 4 belangrijke overeenkomsten op.
  • Klaar?  Bedenk wat volgens jou een oplossing zou kunnen zijn voor kinderarmoede in Nederland. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

'Veel kinderen voelen zich buitengesloten door hun leeftijdsgenoten' Waar zie je dat aan in het verhaal van Roy?
A
Hij kan niet meepraten over Whatsapp.
B
Hij doet nooit mee met de gymles.
C
Hij wilde geen cadeau noemen voor zijn verjaardag.
D
Hij heeft geen vrienden.

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn de gevolgen als je ouders arm zijn?
A
Je hebt vaker honger en bent snel ziek.
B
Je kunt vaak geen nieuwe spullen kopen.
C
Je voelt je soms buitengesloten.
D
Je krijgt spullen van andere mensen en mist eigenlijk niets.

Slide 12 - Quizvraag

'Gelukkig hebben mijn twee oudere neven best een aardige kledingsmaak, haha.' Wat weet je nu?
A
Roy is trots op zijn neven.
B
Roy draagt vooral de oude kleren van zijn neven.
C
Zijn neven nemen Roy mee om kleren te shoppen.
D
Roy gaat vaak op stap met zijn neven.

Slide 13 - Quizvraag

Waarom moeten kinderen uit arme gezinnen het met minder tijd en aandacht van hun ouders doen?
A
Ouders gaan vaak zonder kinderen op stap.
B
Ouders werken vaak veel en zijn daardoor afwezig.
C
Kinderen moeten werken om geld te verdienen.
D
Ouders maken zich veel zorgen.

Slide 14 - Quizvraag

Noem negatieve gevolgen voor kinderen die opgroeien in armoede.

Slide 15 - Woordweb

Wat is volgens jou de oplossing voor kinderarmoede in Nederland?

Slide 16 - Open vraag