In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Gouden Eeuw
Proeftoets
Slide 1 - Tekstslide
Leg het begrip regenten uit.
Slide 2 - Open vraag
Welk antwoord is juist?
A
Kaart 1: VOC
Kaart 2: WIC
B
Kaart 1: WIC
Kaart 2: VOC
Slide 3 - Quizvraag
De Oostzeehandel was de belangrijkste oorzaak voor economische groei.
Slide 4 - Open vraag
Leg uit dat er een verband bestaat tussen de Oostzeehandel en specialisatie in de landbouw in de Republiek.
Slide 5 - Open vraag
Welke voorrechten kregen de VOC en WIC van het bestuur van de Republiek?
Slide 6 - Open vraag
Welk voordelen had het oprichten van twee grote handelscompagnieën(inplaats van vele kleine bedrijfjes)? Noem een politiek en een economisch voordeel.
Slide 7 - Open vraag
Wie betaalden en organiseerden de armenzorg in de Republiek?
Slide 8 - Open vraag
Houdt rekening met standplaatsgebondenheid. Hoe vind je dat armenzorg in de Republiek georganiseerd was?
Slide 9 - Open vraag
Welke verschillende belangen hadden de stadhouder en raadpensionaris (en andere regenten)?
Slide 10 - Open vraag
Oorzaken voor bloei in de kunst
Je krijgt verschillende oorzaken. Voor elke oorzaak probeer je uit te leggen waarom dit een oorzaak is voor de bloei in de schilderkunst in de Gouden Eeuw.
Slide 11 - Tekstslide
Oorzaak 1: Geen katholieke kerken meer.
Slide 12 - Open vraag
Oorzaak 3: Producten van ver over zee, verhalen over verre landen.
Slide 13 - Open vraag
Welk voordelen had het oprichten van twee grote handelscompagnieën? Noem een politiek en een economisch voordeel.
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Leg uit waarom het positief voor de handel kon zijn om verdraagzaam te zijn ten opzichte van katholieken. (Gebruik de afbeelding om uit te leggen dat er ook een grens zit aan de verdraagzaamheid)