Molberekeningen

Mol berekeningen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Mol berekeningen

Slide 1 - Tekstslide

Mol verhouding
CH4 + 2 O2 --> CO2 + 2 H2O

Slide 2 - Tekstslide

Mol verhouding
CH4 + 2 O2 --> CO2 + 2 H2O
1 : 2 : 1 : 2

Slide 3 - Tekstslide

Mol verhouding
CH4 + 2 O2 --> CO2 + 2 H2O
1 : 2 : 1 : 2
0,40 mol O2 heb, hoeveel mol CO2?

Slide 4 - Tekstslide

Mol verhouding
CH4 + 2 O2 --> CO2 + 2 H2O
1 : 2 : 1 : 2
0,40 mol O2 heb, hoeveel mol CO2?
0,40 / 2 * 1 = 0,20 mol

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Voor de synthese van ammoniak (NH3) wordt stikstofgas en waterstofgas gemengd. Hoeveel mol waterstofgas is er nodig voor 1,50 mol ammoniak?

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Voor de synthese van ammoniak (NH3) wordt stikstofgas en waterstofgas gemengd. Hoeveel mol waterstofgas is er nodig voor 1,50 mol ammoniak?
N2 + 3 H2 --> 2 NH3

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld 1
N2 + 3 H2 --> 2 NH3

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld 1



3 / 2 * 1,50 = 2,25 mol

Slide 9 - Tekstslide

Met het ontleden van water ontstaat er waterstofgas en zuurstof. Bereken hoeveel mol zuurstof er ontstaat als je 1,6 mol water ontleedt

Slide 10 - Open vraag

Stappenplan
1) reactievergelijking
2) bereken gegeven stof aantal mol
3) bereken gevraagde stof aantal mol
4) reken aantal mol om naar gevraagde hoeveelheid
5) significantie

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Een vliegtuig vliegt op kerosine (C14H30). Bereken hoeveel kilogram zuurstof je nodig hebt voor de volledige verbranding van 2,00 kg kerosine.

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Een vliegtuig vliegt op kerosine (C14H30). Bereken hoeveel kilogram zuurstof je nodig hebt voor de volledige verbranding van 2,00 kg kerosine.
2 C14H30 +  43 O2 --> `28 CO2 + 30 H2O

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld 2
2 C14H30 +  43 O2 --> `28 CO2 + 30 H2O
n = m / M


Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld 2
2 C14H30 +  43 O2 --> `28 CO2 + 30 H2O
n = m / M
m = 2,00 kg = 2000 g
M = 14*12 + 30*1 = 198 g/mol



Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld 2
2 C14H30 +  43 O2 --> `28 CO2 + 30 H2O
n = m / M
m = 2,00 kg = 2000 g
M = 14*12 + 30*1 = 198 g/mol
n = 2000/198 = 10,1 mol


Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld 2
2 C14H30 +  43 O2 --> `28 CO2 + 30 H2O
n = 2000/198 = 10,1 mol C14H30
2 mol kerosine reageert met 43 mol kerosine
43 / 2 * 10,1 = 217,2 mol zuurstof

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld 2
n = 217,2 mol zuurstof
M = 32 g/mol
m = n * M
217,2 * 32 = 6949,5 g
= 6,95 kg zuurstof

Slide 18 - Tekstslide

Een auto rijdt op benzine (C8H14). Bereken hoeveel kilogram zuurstof je nodig hebt voor de volledige verbranding van 3,50 kg benzine.

Slide 19 - Open vraag

Overmaat
In een vat wordt 50 gram NH3 gemengd met 50 gram HCl. Hierbij ontstaat NH4Cl. Geef aan welke stof in overmaat aanwezig is.

Slide 20 - Tekstslide

Overmaat
In een vat wordt 50 gram NH3 gemengd met 50 gram HCl. Hierbij ontstaat NH4Cl. Geef aan welke stof in overmaat aanwezig is.
NH3 + HCl --> NH4Cl

Slide 21 - Tekstslide

Overmaat
NH3 + HCl --> NH4Cl
HCl
m = 50 gram
M = 36,5 g/mol

Slide 22 - Tekstslide

Overmaat
HCl
m = 50 gram
M = 36,5 g/mol
n = m/M = 50/36,5 = 1,37 mol

Slide 23 - Tekstslide

Overmaat
NH3
m = 50 gram
M = 17,0 g/mol

Slide 24 - Tekstslide

Overmaat
NH3
m = 50 gram
M = 17,0 g/mol
n = m/M = 50/17,0 = 2,94 mol

Slide 25 - Tekstslide

Overmaat
HCl n = 1,37 mol
NH3 n = 2,94 mol

Slide 26 - Tekstslide

Overmaat
HCl n = 1,37 mol
NH3 n = 2,94 mol
Verhouding is 1 : 1

Slide 27 - Tekstslide

Overmaat
HCl n = 1,37 mol
NH3 n = 2,94 mol
Verhouding is 1 : 1
2,94 - 1,37 = 1,57 mol over

Slide 28 - Tekstslide

Opdrachten maken
4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10

Slide 29 - Tekstslide