1.2 Microscopie: onderdelen & functies (deel 2)

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Agenda's erbij
Laptop pakken en opstarten


1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Agenda's erbij
Laptop pakken en opstarten


Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk 25 okt 2e uur
 paragraaf 1.2  maken opdrachten 
1 t/m 9
leren begrippen/leerdoelen par. 1.2

Slide 2 - Tekstslide

Toets
27 oktober
Toets Thema 1
paragraaf 1.1 en 1.2 + boekje

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel
Je kent alle onderdelen van de microscoop met de functies

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de functie van een microscoop?

Slide 5 - Open vraag

Microscoop onderdelen leren


Bedenk in 1 minuut hoe jij dat gaat doen

Slide 6 - Tekstslide

De namen en functies ga je nu leren

Gebruik de tips over de manier van leren die je al hebt gekregen voor het leren van de onderdelen
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

revolver
objectief
oculair
tubus
draaibaar magazijn
houder van het oculair
ooglens, vergroot 10x
lens, vergroot 4x, 10x en 40x

Slide 8 - Sleepvraag

kleine stelschroef
objectief
diafragma
revolver
preparaatklemmen
grote stelschroef

Slide 9 - Sleepvraag

oculair
statief
tafel
tubus
voet
lamp

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Link

Je hebt 3 objectieven (vergrotingen). Hoe veel keer vergroten ze?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Link

Start situatie microscoop 

1. Laptop weg

2. Microscoop ophalen (na toestemming van de docent): 
Draag de microscoop midden voor je lichaam.
Vasthouden aan de voet en het statief

  1. Tafel is naar  beneden 
  2. Er ligt geen preparaat op 
  3. Het kleinste objectief is naar beneden

3. Je doet verder nog helemaal niets met de microscoop en wacht tot iedereen er eentje heeft

Slide 14 - Tekstslide

Wat zie je?
De microscoop veranderd het beeld.

je kijkt naar pt
maar je ziet wat ancers
 

Wat links ligt, zie je rechts.

Wat boven ligt, zie je onder  

Slide 15 - Tekstslide

Het preparaat
Als je het preparaat naar voren (van je af) beweegt:
                                 dan zie je door de microscoop dat het object                                         naar beneden gaat.

Als je de preparaat naar links beweegt:
                                 dan zie je door de microscoop dat het object
                                 naar rechts gaat

Slide 16 - Tekstslide

Verder inzoomen
Probeer nu het grotere objectief (10x) naar beneden te doen en stel scherp (welke stelschroef gebruiken we?)

Scherp beeld? Probeer nu het grootste objectief (40x) naar beneden te doen en stel scherp 

Bestaat de letter e uit één of meerdere kleuren?

Slide 17 - Tekstslide

Opruimen
1. Zet eerst het kleinste objectief naar beneden
2. Zet de tafel zo ver mogelijk naar beneden
3. Zorg dat de tubus de juiste kant op staat
4. Doe de lamp uit
5. Doe de hoes om de microscoop
6. Breng de microscoop terug naar waar je hem vandaag hebt (denk aan de manier van vasthouden)

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk
maken het stencil

Dit is huiswerk voor 24 oktober, 2e uur
 dus zet het in je plenda
Ben je klaar? Kijk vast na
Ook klaar? Ga naar biologiepagina of leer de leerdoelen

Slide 19 - Tekstslide

Hoe kun je leren?
Maak een begrippenlijst
Maak een samenvatting

Bestudeer de bronnen en leer namen uit je hoofd

Oefen de werkboekopgaven (online)
Oefen op biologiepagina.nl

Slide 20 - Tekstslide

Toets
27 oktober
Toets Thema 1
paragraaf 1.1 en 1.2 + boekje

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoel

Je kent de tekenregels

Je kan een eigen preparaat maken

Je kan de microscoop op de juiste manier gebruiken

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht volgende les
We gaan deze les het volgende doen

1)  Eigen preparaat maken
2) Eigen preparaat bekijken onder de microscoop
3) (huiswerk) Tekening maken van meerdere cellen volgens de tekenregels
(je hoeft geen onderdelen te benoemen)

Als de tijd om is gaan we elkaars tekeningen beoordelen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Eigen preparaat maken
1) Verzamel per tweetal 2x preparaatglas, 2x dekglaasje, 1x pincet, 1x preparaatnaald, 2x koffielepeltje, 1x methyleenblauw flesje

2) Ga met het of

3) Knak het blaadje en probeer er rustig één vliesje van af te krijgen. Leg deze op het druppeltje op het preparaatklas

4) Leg rustig met behulp van het pincet het dekglaasje op het preparaat

Slide 25 - Tekstslide

Herhaling
- Tekening bijna beeldvullend
- Strakke lijnen, niet schetsen
- Niet inkleuren
- Rondjes dichtmaken
- Onderdelen benoemen met recht horizontalen lijnen
- Kaders wel met geodriehoek, tekening niet
- Informatie volledig
- Meerdere cellen getekend

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 1

Opdracht 1: 

1. Maak een schematische tekening
van de cel die je in de afbeelding ziet. 

2. Benoem 1 cel-kenmerk.

3. Schrijf boven jouw tekening:
Dit is een cel uit het rijk van de ............ (vul in)


Je ziet dit door de microscoop.  
Het is eigenlijk al schematisch. Teken het na. 
Kleur niet in. Houd je aan alle tekenregels!
1. Teken met potlood met scherpe punt. Druk heel heel
    zachtjes (je ziet de vorm net op papier). Je kunt nu nog
    gummen en iets aanpassen. Tevreden? 
2. Teken nu de vorm duidelijk zichtbaar.
3. Je hebt de celmembranen getekend. 
    Tussen de celmembranen ligt de celwand.

Slide 27 - Tekstslide


Opdracht 2
Opdracht 2.  

1. Maak een schematische tekening van de cel die je in deze afbeelding ziet. 

2. Benoem 2 cel-kenmerken 

3. Schrijf boven jouw tekening:
Dit is een cel uit het rijk van de ............ (vul in)

Je ziet dit door de microscoop.  Het is eigenlijk al schematisch. Teken het na. Kleur niet in. Tekenregels toepassen!
Potlood met scherpe punt. Druk heel heel zachtjes (je ziet de vorm net op papier). Verbeter evt. nog iets. 2. Teken de vorm duidelijk zichtbaar.  3. Je hebt de celmembranen getekend. Tussen de celmembranen ligt de celwand.

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht 3
Opdracht 3  

1. Maak een schematische tekening.

2. Teken alleen de cel die met de pijlen wordt aangewezen. Benoem de 2 cel-kenmerken:
Celmembraan + ........ (vul zelf in)

3. Schrijf boven jouw tekening:
Dit is een cel uit het rijk van de ............


Teken alleen de hoofdzaken. 
Teken NIET het 'vlekkerige' binnen de cel. 
Teken Wel 1 belangrijk deel binnen de cel. Benoem!
Deze cel heeft GEEN celwand. De cel wordt omgeven door het celmembraan (dat is een dun vliesje)
Benoem het cel-kenmerk: 'Celmembraan'
Dit zijn wangslijmvlies-cellen.
Potlood met scherpe punt. Druk heel heel zachtjes 
(je ziet de vorm net op papier). Verbeter evt. nog iets. 
2. Teken de vorm duidelijk zichtbaar.  
3. Je hebt het celmembraan getekend. 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link

Slide 31 - Tekstslide