1TL periode 1 les 25

 Willkommen!
Pak je boek en een pen!
1 / 110
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo b, k, t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 110 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 14 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 Willkommen!
Pak je boek en een pen!

Slide 1 - Tekstslide

Programm
Wiederholung
Kontrolle Hausaufgaben
Nikolaus und seine Helfer
Abschluß


Slide 2 - Tekstslide

Kontrolle Hausaufgaben
Aufgaben 5, 7, 8

Slide 3 - Tekstslide

Sss
Sinterklaas    -      Nikolaus 

Slide 4 - Tekstslide

Lernziele
- Ik ken minimaal twee verschillen tussen Sinterklaas in Nederland en Duitsland én andere Duitstalige landen (Oostenrijk, Zwitserland).
- Ik ken een aantal nieuwe woorden in het Duits rondom het thema Sinterklaas.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Nikolaus in den Niederlanden und in Deutschland.
Diese Woche wird der Geburtstag von Sankt Nikolaus gefeiert. Am 5. Dezember findet jedes Jahr in den Niederlanden die Nikolausfeier statt. Auch in Deutschland wird Nikolaus gefeiert. 
In Deutschland feiert man aber nicht am 5. sondern am 6. Dezember. Es gibt viele Ähnlichkeiten (=overeenkomsten) zwischen den Traditionen in den Niederlanden und Deutschland. Kinder halten Ausschau nach(=uitkijken naar) dem Nikolaus. Sie stellen ihre Schuhe vor das Haus und singen, um Geschenke zu bekommen. 
Es gibt aber auch einen großen Unterschied! In den Niederlanden hilft Peter dem Nikolaus. In Deutschland spielen teuflische (duivelse) Wesen die Rolle des Helfers.

Slide 8 - Tekstslide

In Deutschland stellen Kinder auch ihre Schuhe um Geschenke zu bekommen.
A
richtig
B
falsch

Slide 9 - Quizvraag

Es gibt wenig Ähnlichkeiten (=overeenkomsten) zwischen den Traditionen in den Niederlanden und Deutschland.
A
richtig
B
falsch

Slide 10 - Quizvraag

In Deutschland helfen teuflische (=duivelse)Wesen dem Nikolaus.
A
richtig
B
falsch

Slide 11 - Quizvraag

Niklaus heeft verschillende helpers

Krampus, Buttenmandl oder Ruprecht

Slide 12 - Tekstslide

Nikolaus und Knecht Ruprecht
  • in den meisten Teilen Deutschlands (Norden und Mitte)
  • Begleiter des  Nikolaus
  • Ruprecht hatte eine Rute mit
  • Er ist schmutzig und trägt braun oder schwarz
  • Er bestraft böse Kinder, die nicht brav gewesen sind!

Slide 13 - Tekstslide

Nikolaus und Knecht Ruprecht

Slide 14 - Tekstslide

Nikolaus und der Buttenmandl
-In Berchtesgaden, einer Stadt in Bayern (und Umgebung)
-Nicht nur Kinder werden bestraft, aber auch Erwachsene
-Buttenmandl sind in langes, gedroschenes Stroh eingebundene Männer
-Sie tragen schwere Kuhglocken
 

Slide 15 - Tekstslide

Buttenmandl

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Hoe heet het personage uit de video?
A
Wodan
B
Balder
C
Krampus
D
Nerthus

Slide 18 - Quizvraag

Nikolaus und Krampus
  • In der Alpenregion (Österreich+Süddeutschland)
  • Krampus begleitet Nikolaus
  • Die machen Paraden durch die Straßen
  • Eine dämonische Figur
  • Kinder haben Angt vor dem Krampus (viele Eltern auch!)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Krampus wordt omschreven als "Halb Ziege, halb Dämon". Wat betekent dat?
A
Helft geit, voor de helft demon
B
Helft tuig, voor de helft demon
C
Helft gestoorde, voor de helft demon
D
Helft duivel, voor de helft demon

Slide 21 - Quizvraag

Krampus heeft dezelfde taak als Piet
A
richtig
B
falsch

Slide 22 - Quizvraag

Wat willen de Krampussen verjagen?
A
volwassenen
B
kwade geesten
C
Nikloaus
D
schapen

Slide 23 - Quizvraag

Wat doet Krampus volgens de legende met stoute kinderen?
A
Hij neemt ze mee naar Spanje.
B
Hij neemt ze mee, kwelt ze en eet ze op.
C
Hij stopt ze in een mand en verstopt de mand in het bos.
D
Hij straft ze met de roe.

Slide 24 - Quizvraag

Waar wordt het pak van een Krampus van gemaakt?
A
Schapenvel
B
Nepbont
C
Koeienvel
D
Stof

Slide 25 - Quizvraag

Wie zitten de Buttenmandl het liefste achterna?
A
iedereen
B
jonge vrouwen
C
mannen
D
kinderen

Slide 26 - Quizvraag

De Krampus krijgt ook een warm onthaal

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Was ist der Krampuslauf?
A
In Bayern und Österreich bringt Krampus Geschenke.
B
In Bayern und Österreich:jedes Jahr Krampusläufe organisiert.

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Video

Hoe kwam Krampus in 2015 ineens wereldwijd in de aandacht?
A
President Trump vertelt erover in een tweet
B
Mensen kwamen er tegen in opstand
C
Sint Niklaus wilde niet meer met Krampus werken
D
Er kwam een speelfilm uit

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Video


A
A = Krampus, B = Buttermandl, C = Ruprecht
B
A = Ruprecht, B = Buttermandl, C = Krampus
C
A = Buttermandl, B = Krampus, C = Ruprecht

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Programm
Wiederholung
Kontrolle Hausaufgaben
Nikolaus und seine Helfer
Abschluß


Slide 35 - Tekstslide

Kontrolle Hausaufgaben
Aufgaben 8 t/m 13

Slide 36 - Tekstslide

Sss
Sinterklaas    -      Nikolaus 

Slide 37 - Tekstslide

Lernziele
- Ik ken minimaal twee verschillen tussen Sinterklaas in Nederland en Duitsland én andere Duitstalige landen (Oostenrijk, Zwitserland).
- Ik ken een aantal nieuwe woorden in het Duits rondom het thema Sinterklaas.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Hoe heet het hoofddeksel van Sinterklaas in het Duits?
  • Kappe
  • Krone
  • Mütze
  • Mitra

Slide 40 - Tekstslide

Waar komt Sinterklaas oorspronkelijk vandaan?
  • Turkije
  • Brazilië
  • Spanje
  • Nederland

Slide 41 - Tekstslide

Wat was het beroep van Sinterklaas?
  • Dominee
  • Priester
  • Bisschop
  • Pastoor

Slide 42 - Tekstslide

Op welke datum wordt in Duitsland Sinterklaas gevierd?
  • 4 december
  • 5 december
  • 6 december
  • 7 december

Slide 43 - Tekstslide

Waarom op 6 december?
  • 6 december is de verjaardag van Sinterklaas
  • 6 december is de sterfdag van Sinterklaas
  • 6 december is een willekeurige datum die iemand heeft bedacht

Slide 44 - Tekstslide

Nikolaus in den Niederlanden und in Deutschland
Deze week wordt de sterfdag van Sankt Nikolaus gevierd. In Nederland vieren we dat op de avond van 5 december. In Duitsland viert men niet op 5, maar op 6 december. 
Er zijn veel overeenkomsten tussen de traditie in Nederland en Duitsland. Zo kijken kinderen uit naar de Nikolaus. Ze zetten hun laarzen voor het huis en zingen om kleine cadeautjes (chocolade en mandarijnen) te krijgen. 
Er zijn ook verschillen. In Nederland wordt de Sint geholpen door Piet. In Duitsland gebeurt dat door Knecht Ruprecht en andere duivelse wezens. 

Slide 45 - Tekstslide

Nikolaus und Knecht Ruprecht
  • in den meisten Teilen Deutschlands (Norden und Mitte)
  • Begleiter des  Nikolaus
  • Ruprecht hat eine Rute dabei
  • Er ist schmutzig und trägt braune oder schwarze Kleidung
  • Er bestraft böse Kinder, die nicht brav gewesen sind!

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Nikolaus und Krampus
  • In der Alpenregion (Österreich+Süddeutschland)
  • Krampus begleitet Nikolaus
  • Paraden durch die Straßen
  • Eine dämonische Figur
  • Kinder haben Angt vor dem Krampus (viele Eltern auch!)

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Video

Slide 50 - Video

Wat doet Krampus met de mensen?

Krampus wordt omschreven als "halb Ziege, halb Dämon". Wat betekent dat? 

Slide 51 - Tekstslide

Jullie gaan zo luisteren naar een bekend Sinterklaasliedje. Let goed op! Je krijgt er een paar vragen over. Hört gut zu...

Slide 52 - Tekstslide

2

Slide 53 - Video

00:17
Wat betekent: "Lasst uns froh und munter sein"?

- Laten we vrolijk en opgewekt zijn
- Laten we stout en vervelend zijn
- Laten we gezellig en druk zijn
 

Slide 54 - Tekstslide

00:32
Hoe noem je Pakjesavond in het Duits?

- Geschenkabend
- Nikolausabend
- Nikolausnacht
 

Slide 55 - Tekstslide

Wat is een "Teller"?

- een telraam
- een bord
- een schoen
 

Slide 56 - Tekstslide

Wat is het doel van de "Teller"?

- Daar leggen kinderen eten op voor Nikolaus.
- Daar legt Nikolaus de cadeautjes op.
- Daar legt Nikolaus eten op.
- Daar leggen de kinderen hun verlanglijstje op. 

Slide 57 - Tekstslide

Aufgaben :) 
Maak de opdrachten.  

Ben je klaar? Laat je werk dan controleren! 


Slide 58 - Tekstslide

Lernziele
- Ik ken minimaal twee verschillen tussen Sinterklaas in Nederland en Duitsland én andere Duitstalige landen (Oostenrijk, Zwitserland).
- Ik ken een aantal nieuwe woorden in het Duits rondom het thema Sinterklaas.

Slide 59 - Tekstslide

Tschüß!
Ich hoffe, es hat euch Spaß gemacht!

Bis zum nächsten Mal..........

Slide 60 - Tekstslide

Woordenboek-opdracht 

Slide 61 - Tekstslide

Programm:
- Wörter
- Übungstest  
- Auswahlmoment
- Nikolaus 
- Nikolaus Arbeitsblätter 
- Bingo

Slide 62 - Tekstslide

 Nikolaus 
Neem voor je: 

Een wisbordje en een stift 
of 
Een pen en een schrift 

Slide 63 - Tekstslide

Doelen van deze les:
Je leert de verschillen kennen tussen Sinterklaas
in Nederland en Duitsland én andere Duitstalige landen (Oostenrijk, Zwitserland).

Je leert een aantal nieuwe woorden in het Nederlands / Duits rondom het thema Sinterklaas.

Slide 64 - Tekstslide

Nikolaus in den Niederlanden und in Deutschland.
Diese Woche wird der Geburtstag von Sankt Nikolaus gefeiert. Am 5. Dezember findet jedes Jahr in den Niederlanden die Nikolausfeier statt. Auch in Deutschland wird Nikolaus gefeiert. 
In Deutschland feiert man aber nicht am 5. sondern am 6. Dezember. Es gibt viele Ähnlichkeiten (=overeenkomsten) zwischen den Traditionen in den Niederlanden und Deutschland. Kinder halten Ausschau nach (=uitkijken naar) dem Nikolaus. Sie stellen ihre Schuhe vor das Haus und singen, um kleine Geschenke (Schokolade oder Mandarinen) zu bekommen. In den Niederlanden hilft Piet dem Nikolaus. In Deutschland spielt Ruprecht die Rolle des Helfers.

Slide 65 - Tekstslide

Nikolaus und Ruprecht

Slide 66 - Tekstslide

Op welke dag wordt Nikolaustag gevierd?
A
4. Dezember
B
5. Dezember
C
6. Dezember
D
24. Dezember

Slide 67 - Quizvraag

Wat krijgen kinderen in Duitsland van Sinterklaas?
A
Speelgoed en chocolade
B
Chocolade en mandarijnen

Slide 68 - Quizvraag

In Österreich helfen teuflische (=duivelse)Wesen dem Nikolaus.
A
richtig
B
falsch

Slide 69 - Quizvraag

Nikolaus und Krampus
  • In der Alpenregion (Österreich+Süddeutschland)
  • Krampus begleitet Nikolaus
  • Sie machen Paraden durch die Straßen
  • Eine dämonische Figur
  • Kinder haben Angst vor dem Krampus (viele Eltern auch!)

Slide 70 - Tekstslide

In grote delen van Duitsland heet het hulpje van Sinterklaas.............................
A
Piet
B
Samichlaus
C
Schmutzli
D
Ruprecht

Slide 71 - Quizvraag

Slide 72 - Video

1

Slide 73 - Video

00:52
Wat doet Krampus bij meerdere personen?
A
hij pakt hun muts af
B
hij slaat ze met de roe
C
hij duwt ze aan de kant
D
hij aait ze over hun bol

Slide 74 - Quizvraag

Krampus wordt omschreven als "Halb Ziege, halb Dämon". Wat betekent dat?
A
Half geit, half demoon
B
Half duivel, Half demoon

Slide 75 - Quizvraag

Hoe heet Sinterklaas in het Duits?
A
Sanktaklaus
B
Ruprecht
C
Nikolaus
D
Sinterklaus

Slide 76 - Quizvraag

Waar komt Sinterklaas officieel vandaan?
A
Spanien
B
die Türkei
C
die Niederlande
D
Belgien

Slide 77 - Quizvraag

Wat deed Sinterklaas ooit in een laars?
A
Goldstücke
B
Geld
C
Putzmittel
D
Geschenk

Slide 78 - Quizvraag

Wat is een ‘Nikolausmann’
A
De persoon die sinterklaas speelt.
B
Een man die nog in sinterklaas geloofd.
C
Een koek die je in december eet.
D
Een jongensnaam in Duitsland.

Slide 79 - Quizvraag

Hoe heet de hulp van Sinterklaas in Noord- Duitsland en hoe in Zuid-Duitsland/Oostenrijk?
A
Noord: Myra Zuid: Ruprecht
B
Noord: Krampus Zuid: Ruprecht
C
Noord: Piet Zuid: Ruprecht
D
Noord: Ruprecht Zuid: Krampus

Slide 80 - Quizvraag

Jullie gaan zo luisteren naar een bekend Sinterklaasliedje. Let goed op! Je krijgt er een paar vragen over. Hört gut zu...

Slide 81 - Tekstslide

2

Slide 82 - Video

00:17
Wat betekent: "Lasst uns froh und munter sein"?
A
Laat we vrolijk en opgewekt zijn.
B
Laat we stout en vervelend zijn.
C
Laten we gezellig en druk zijn.

Slide 83 - Quizvraag

00:32
Hoe heet "pakjesavond" in het Duits?
A
Geschenkabend
B
Nikolausabend
C
Nikolausnacht

Slide 84 - Quizvraag

Wat is een "Teller"?
A
een telraam
B
een schoen
C
een bord

Slide 85 - Quizvraag

Wat is het doel van de "Teller"?
A
daar leggen kinderen eten op voor Nikolaus
B
daar legt Nikolaus de cadeautjes op
C
daar legt Nikolaus eten op
D
daar leggen de kinderen hun verlanglijstje op

Slide 86 - Quizvraag

Aufgaben :) 
Maak de opdrachten op het werkblad. 

Ben je klaar? Kom dan een mooie kleurplaat uitzoeken. 

De mooiste komen in het lokaal te hangen. 

Slide 87 - Tekstslide

Nikolaus und Krampus

Slide 88 - Tekstslide

Slide 89 - Video

Ik heb nu een duidelijk beeld over de Sinterklaastraditie versus Krampus
😒🙁😐🙂😃

Slide 90 - Poll

Tschüß!
Ich hoffe, es hat euch Spaß gemacht!

Bis zum nächsten Mal..........

Slide 91 - Tekstslide

Heute.....
  • Ik kan in het Duits vertellen hoe laat het is. 

Slide 92 - Tekstslide

die Uhrzeiten
de kloktijden

Slide 93 - Tekstslide

Slide 94 - Tekstslide

Slide 95 - Tekstslide

Handig feitje: De Duitse kloktijden staan in dezelfde volgorde als in het Nederlands. 
Vertaal dus woord voor woord. Leer de getallen!
Voorbeeld: vijf over vier = fünf nach vier

Slide 96 - Tekstslide

Hoe laat is het? - Wie spät ist es?

Het is.......               - Es ist .....

Slide 97 - Tekstslide

Wie spät ist es?
A Es ist fünf nach zwei. 
B Es ist fünf Uhr.                
C Es ist Viertel vor zwei.

Slide 98 - Tekstslide

Wie spät ist es?
A Es ist neun Uhr. 
B                              B Es ist fünf vor halb zehn.                
C Es ist halb eins. 

Slide 99 - Tekstslide

Wie spät ist es?
A Es ist neun Uhr. 
B            B Es ist halb fünf.                
               C Es ist Viertel vor neun. 

Slide 100 - Tekstslide

Wie spät ist es?
A Es ist drei Uhr. 
                 B Es ist zehn Uhr.                
                     C Es ist Viertel nach zwölf. 

Slide 101 - Tekstslide

Wie spät ist es?
                                   A Es ist zehn Uhr fünfunddreißig. 
                                   B Es ist fünf vor halb zehn.                
                        C Es ist fünf nach halb zehn. 

Slide 102 - Tekstslide

An die Arbeit!
Wat: Aufgaben 8 t/m 13, ab Seite 74 
Wie: alleen
Hoe: in stilte
Hulp: Lernliste, blz. 98
Klaar? Leg het dominospel. 

Slide 103 - Tekstslide

Hausaufgaben
Maken:
Kapitel 3, Aufgaben 8 t/m 13

Leren:
Lernliste N-D, leraar t/m huiswerk


Slide 104 - Tekstslide

Rückblick

Slide 105 - Tekstslide

  • Ik kan in het Duits vertellen hoe laat het is. 

Slide 106 - Tekstslide

Slide 107 - Tekstslide

Slide 108 - Tekstslide

Slide 109 - Tekstslide

Montag, den 2. Dezember

Slide 110 - Tekstslide