Les 3: Begeleiding en communicatie bij evenementen

Begeleiding en communicatie bij evenementen
 
SPR 2
Hoofdstuk 2 

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Begeleiding en communicatie bij evenementen
 
SPR 2
Hoofdstuk 2 

Slide 1 - Tekstslide

Pak je evaluatie van de koningsspelen erbij...

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb je geschreven in de evaluatie over de communicatie?

Slide 3 - Open vraag

Welke vormen van communicatie in aanloop van het evenement heb je gehad?

Slide 4 - Open vraag

Hoe is de communicatie tijdens het evenement verlopen?

Slide 5 - Open vraag

Hoe is het evenement geëvalueerd?

Slide 6 - Open vraag

Wat zou jou tip zijn om het prettiger te maken om te werken?

Slide 7 - Open vraag

Communicatie is samenwerken

In vorige lessen hebben we het over protocollen gehad. 
Protocollen helpen in het verduidelijken van communicatie.
Draaiboeken helpen te verduidelijken wat nodig is om evenementen op te zetten.

Slide 8 - Tekstslide

Bekijk dit voorbeeld van een draaiboek
(blz 31) 
Bekijk opdracht 2.01

Wat voor informatie wordt er geven en voor wie is dit bedoeld?

Maak opdracht 2.01 

Slide 9 - Tekstslide

Welke informatie lees je op dit formulier wat je niet in het draaiboek leest?

Voor wie is deze informatie?

Slide 10 - Tekstslide

Communicatie Hints !!!
Zet de stoelen in 2 rijen tegen over elkaar en maak 2 teams
2-tallen uit een team beelden een situatie vanuit een sollicitatie. 
Het team moet raden welke non-verbale communicatie wordt uitgebeeld.

Slide 11 - Tekstslide

Doen !
Neem kennis van teksten die horen bij:
  • 2.2
  • 2.3 maak 2.03
  • 2.4

Slide 12 - Tekstslide

Probeer niet te lachen!
Dezelfde teams tegenover elkaar...
Teams spelen situaties waarbij ze in een door de docent bepaalde emotie moeten verwerken. Nr. 1 begint, lacht die een dan moet er plaats gemaakt worden voor Nr. 2... tot de laatste blijft staan
Welk teams wilt de meeste situaties?

Slide 13 - Tekstslide

Lees 2.6

Op welke wijze kan je groepjes vormen?

Hoe kan je eerlijke groepjes maken?

Pas dit toe in je volgende L&L 


Slide 14 - Tekstslide