In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Schule
Eine Wiederholung vom Thema Schule.
Slide 1 - Tekstslide
Welche Wörter zum Thema Schule kennt ihr? Schreibe mindestens drei.
Slide 2 - Woordweb
Je wilt in het Duits zeggen dat je in de tweede klas zit.
A
Ich sitze in die zweite Klasse.
B
Ich gehe in die achte Klasse.
C
Ich sitze in die achte Klasse.
Slide 3 - Quizvraag
Je wilt volgens het Duitse cijfersysteem zeggen dat je een 10 hebt gehaald.
A
Ich habe eine Eins geschrieben.
B
Ich habe eine Zehn geholt.
Slide 4 - Quizvraag
Ordne die Beurteilungen von
gut nach schlecht.
sehr gut
gut
befriedigend
mangelhaft
ungenügend
ausreichend
Slide 5 - Sleepvraag
Schreibe auf Deutsch: Dat is mijn school.
Slide 6 - Open vraag
Schreibe ins Deutsche: Ik zit in de tweede klas.
Slide 7 - Open vraag
Schreibe auf Deutsch: In Duits ben ik heel goed.
Slide 8 - Open vraag
Schreibe auf Deutsch: Hoe kom jij naar school?
Slide 9 - Open vraag
Schreibe auf Deutsch: Hoe laat begint de pauze?
Slide 10 - Open vraag
Schreibe auf Deutsch: engels natuurkunde geschiedenis (spatie tussen je antwoorden) Seite 28 im Buch
Slide 11 - Open vraag
Schreibe auf Deutsch: gym duits wiskunde (spatie tussen je antwoorden) Seite 28 im Buch
Slide 12 - Open vraag
Schule auf See
Du wirst jetzt einen Text lesen über eine Schule, die sich auf einem Schiff befindet.
Slide 13 - Tekstslide
Wat was de bedoeling van de ‘Probereise’ waarvoor Janina en Theo werden uitgenodigd? (alinea 1)
A
alvast een uitgebreide zeiltraining aan de jongeren geven
B
bepalen welke jongeren mochten deelnemen aan het zeilproject.
C
een sollicitatiegesprek met de jongeren voeren.
Slide 14 - Quizvraag
Welke uitspraak komt overeen met alinea 2?
A
Aan boord gaan evenveel begeleiders als jongeren mee.
B
Aan boord helpen de jongeren mee met alle taken die bij zeilen horen.
C
Aan boord moeten de jongeren veel werk voor school doen.
Slide 15 - Quizvraag
Hoe denken Janina’s vriendinnen erover dat Janina mee op reis is gegaan? (alinea 3)
A
Ze missen haar ontzettend.
B
Ze vinden het heel stoer van haar.
C
Ze zijn een beetje jaloers op haar.
Slide 16 - Quizvraag
Wat wordt in alinea 4 gezegd over de jongeren aan boord van het schip? Kruis wel of niet aan in de uitwerkbijlage. Aanklikken = wel Niet aanklikken = niet
A
Ze hebben nauwelijks tijd voor zichzelf.
B
Ze hebben weinig luxe.
C
Ze moeten laten zien dat ze kunnen samenwerken.
D
Ze moeten zich aan strenge regels houden.
Slide 17 - Quizvraag
Gespräch
Ihr werdet an Hand des Textes ein Gespräch führen.
Schüler in der Klasse
Schüler zu Hause (AVI)
gesprek met elkaar in de klas
elkaar opbellen in teams het gesprek opnemen en mailen naar aebu@zaam.nl