3M - 25Feb25

3M - 25Feb25
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3M - 25Feb25

Slide 1 - Tekstslide

Today's lesson
0-5       Classroom expectations and lesson goals
5-15     Reading in your novel
15-20   Song about Australian animals
20-40   Grammar: have/had to & articles 
40-55   Homework
55-60   Wrap-up lesson

Slide 2 - Tekstslide

Classroom expectations
We bring our books, diary, pen to class.

We listen to and respect each other.

We raise our hand when we want to speak/ask something.

We clean up before we leave.



Slide 3 - Tekstslide

Lesson goals
  1. I can read in my novel and understand what is being said. 
  2. I know when to use have/had to.
  3. I can use the articles.
  4. I am able to do the exercises from 6.2 and discuss volunteer work.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

GRAMMAR GRAMMAR GRAMMAR!!!!!


Slide 6 - Tekstslide

have to / had to
  • have to + hele werkwoord = moet (verplicht, van buitenaf opgelegd) 
  • don't have to / doesn't have to + hele werkwoord = hoeft niet
  • had to / didn't have to + hele werkwoord = hoefde niet

Slide 7 - Tekstslide

articles: Definite article: THE

Je gebruikt het wel bij een specifieke verwijzing naar:
  • publiek gebouw: They built the hospital in 2015.
  • jaargetijde: She was born in the summer of 2006.
  • maaltijd: The lunch we had today was fantastic!
  • bij play bij muziekinstrumenten: They play the drums.

Slide 8 - Tekstslide

articles: Definite article: THE

Je gebruikt het niet bij een algemene verwijzing naar:
  • publiek gebouw: He was taken to X hospital.
  • een maaltijd: He sometimes skips X lunch.
  • bij play in sporten: Pat likes playing X football.

Slide 9 - Tekstslide

Vaste uitdrukkingen:
  • The sooner, the better.
  • to be at X work.
  • to go by X car.
  • to dress in X white.

Slide 10 - Tekstslide

Articles: Indefinite article: a / an
Je gebruikt het wel bij een beroep wat meerdere mensen doen: She is an actor.

Je gebruikt het niet  bij een rang/positie die maar door 1 persoon tegelijk kan worden gedaan:  He is president of the USA. & She is queen of England.

Slide 11 - Tekstslide

Vaste uitdrukkingen:
  • one mile an hour.
  • to be in a hurry.
  • without a ticket/trace/job. 

Slide 12 - Tekstslide

(nature)
volunteer

Slide 13 - Woordweb

HOMEWORK
DO: Exercise 11-12-13-14-15-16-17-18

STUDY: Vocabulary unit 5 + 6.1 + 6.2

Slide 14 - Tekstslide

Have the lesson goals been reached?
  1. I can read in my novel and understand what is being said. 
  2. I know when to use have/had to.
  3. I can use the articles.
  4. I am able to do the exercises from 6.2 and discuss volunteer work.

Slide 15 - Tekstslide