51-1 Grammatica Blok 3

Welkom bij Nederlands!

Pak je pen, boek & schrift.

Telefoon & oortjes bij de coach!

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!

Pak je pen, boek & schrift.

Telefoon & oortjes bij de coach!

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Info
  • Grammatica uitleg
  • Vragen?
  • Verder werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide



Info
Welk boek ben je aan het lezen?

Vandaag verder met Blok 3, Grammatica.
Ik geef eerst uitleg voor vmbo-t, daarna voor h/v.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

DOEL

 - je kunt zeggen bij welke woordsoorten woorden horen van de volgende:






lidwoorden

zelfstandige naamwoorden

bijvoeglijke naamwoorden

voorzetsels

Slide 4 - Tekstslide

DOEL

ZINSDELEN IN EEN ZIN VINDEN




- je kunt het lijdend voorwerp in een zin vinden


Slide 5 - Tekstslide

2. Taalkundig ontleden

Hierbij bepaal je voor elk woord tot

welke woordsoort het behoort.



Namen van woordsoorten zijn bijvoorbeeld lidwoord, werkwoord en zelfstandig naamwoord.

Slide 6 - Tekstslide

Waarom leren ontleden?
Als je weet hoe een zin is opgebouwd, dan kan je de betekenis makkelijker achterhalen. Ook is de spelling van sommige woorden afhankelijk van hun plaats in de zin.

Als je een andere taal dan het Nederlands moet leren, is kennis van ontleden ook heel handig. Je kan dan gebruik gaan maken van de overeenkomsten tussen talen.

Slide 7 - Tekstslide

Filmpje

Bekijk het volgende filmpje waarin

de woordsoorten nog eens

uitgelegd worden.

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

LIDWOORD

Er zijn drie lidwoorden:

- de

- het ('t)

- een ('n)

Bepaalde en onbepaalde lidwoorden

De en het zijn bepaalde lidwoorden.

Een is een onbepaald lidwoord.

Slide 10 - Tekstslide

ZELFSTANDIG NAAMWOORD

Woorden voor:



mensen

dieren

planten/natuurverschijnselen

dingen/gevoel

(eigen) namen

Slide 11 - Tekstslide

ZELFSTANDIG NAAMWOORD




Mensen
docent, meisje, secretaresse, voetballer, bouwvakker, schoonheidsspecialist, bakker...
Dieren
Ezel, lieveheersbeestje, slang, tor, hond, muis, oxelot...
Planten/natuurverschijnselen
Zonnebloem, orkaan, regenbui, zonneschijn, eik, beukenboom...
Dingen/gevoel
Tafel, schrift, fiets, kaasschaaf, geluk, liefde, haat, honger...
(Eigen) namen
Robin, Karel, Mees, Praxis, Amsterdam, Eiffeltoren, Jansen...

Slide 12 - Tekstslide

ZELFSTANDIG NAAMWOORD





- heeft meestal een enkelvoud en een meervoud

(vriend - vrienden)

- kan vaak klein of groot gemaakt worden

(taart - taartje)

- staat vaak met een lidwoord geschreven

(de klas, een boek, het paard)

Slide 13 - Tekstslide

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

- vertelt meer over een zelfstandig naamwoord


- het spannende boek

- een spannend boek'

- het boek is spannend

Slide 14 - Tekstslide

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

- staat meestal in de buurt van een zn


- heeft een korte en een lange vorm


- kent de trappen van vergelijking




de groene appel - de appel is groen - de groene
sterk - sterke  /  zwart - zwarte
gaaf - gaver - gaafst

Slide 15 - Tekstslide

VOORZETSEL

Woord dat aangeeft

waar, wanneer of waarom

iets of iemand iets doet

waar
(... de kooi) in, op, achter, voor, naast, boven, onder... 
wanneer
ik appte tijdens de les, ik heb morgen om tien uur een afspraak, vanaf vandaag geldt het nieuwe rooster...
waarom
vanwege de storm blijft de brug dicht, dankzij mijn moeder kwam ik niet te laat

Slide 16 - Tekstslide

VOORZETSEL

Woord dat aangeeft

waar, wanneer of waarom

iets of iemand iets doet

op de tafel - in de kast - achter het behang


op de houten tafel - na een halve minuut - in de grote groene tent

Slide 17 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp is het ding OF de persoon waarmee iets gedaan wordt. 
Je kunt vragen: Wat (of wie) + gezegde + ond?


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide



Aan de slag!
Werk verder waar je was gebleven.
Heeft iemand al vragen?

Je mag samen werken.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 21 - Tekstslide



Vragen?

Heeft er iemand al vragen?

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 22 - Tekstslide



Opdracht afmaken

Maak rustig je opdracht af.

Je mag weer overleggen :-)

Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 23 - Tekstslide

Afsluiting
Huiswerk: 
vmbo-t: Blok 3, Grammatica, opdr.
h/v: Blok 3, Grammatica, opdr. 7, 8, 10, 11, 14, 15, 16, 17, 18, 19 OF 20

Slide 24 - Tekstslide