2KB B2 Grammatica
1 / 13
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Video
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Afgelopen wedstrijd heeft de scheidsrechter aan onze aanvoerder een rode kaart gegeven.
Afgelopen wedstrijd heeft de scheidsrechter aan onze aanvoerder een rode kaart gegeven.
Slide 7 - Open vraag
Wat is het woordelijk gezegde in de volgende zin:
Afgelopen wedstrijd heeft de scheidsrechter aan onze aanvoerder een rode kaart gegeven.
Slide 8 - Open vraag
Wat is het onderwerp in de volgende zin:
Afgelopen wedstrijd heeft de scheidsrechter aan onze aanvoerder een rode kaart gegeven.
Afgelopen wedstrijd heeft de scheidsrechter aan onze aanvoerder een rode kaart gegeven.
Slide 9 - Open vraag
Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin:
Afgelopen wedstrijd heeft de scheidsrechter aan onze aanvoerder een rode kaart gegeven.
Afgelopen wedstrijd heeft de scheidsrechter aan onze aanvoerder een rode kaart gegeven.
