Leerstof SO H1 §1-3

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Leerstof SO

Leer deze stof goed. De vragen gaan over deze dia's.

Succes met leren.

Maar eerst..

Wat is levensbeschouwing?

Het vak levensbeschouwing

• Een heel ander vak dan de andere vakken...
  
• Niet: één antwoord is goed (zoals bijv. bij wiskunde, 1 + 1 = 2)
  

      Maar: een antwoord is nooit fout.

• Betekent dat dan dat alle antwoorden goed zijn? Dus je haalt     altijd een 10?
  

      Nee, het gaat erom dat je er over nadenkt. Dat je goed kunt              uitleggen waarom je een bepaald antwoord het beste lijkt. 

beschouwen =

bekijken.

dus levensbeschouwing = de kijk op het leven

Levensbeschouwing 

• Ieder mens heeft het
• Er wordt gekeken naar de kijk op het leven, waarin antwoorden worden gegeven op levensvragen.

Levensvragen

• Zijn vragen waar geen vast antwoord op is
• Zes groepen (hoofd)levensvragen

1. Wat is tijd?
2. Wat is natuur?
3. Wat is belangrijk in het leven?
4. Wat is de betekenis van lijden en dood?
5. Wie is de mens?
6. Hoe leven mensen met elkaar samen?

Als je jong bent, weet je vaak nog niet precies wat jouw levensbeschouwing is.  Dat is heel normaal. In de loop van je leven maak je dingen mee waardoor je gaat nadenken over de diepere levensvragen.

Levensbeschouwing 

• Men komt hier aan door invloeden van anderen
  
• Denk aan:

       buurt - televisie - social media - ouders/familie- school

• Vorming van je eigen levensbeschouwing komt door       communicatie met anderen.
  

Communicatie

Met elkaar in verbinding staan

of 

mededelen

Dus betekenis communicatie

De uitwisseling van informatie tussen twee of meer mensen

communicatie: 3 dingen 

voorbeelden geven 

zender 

ontvanger 

Wat is de boodschap?

Communicatie zonder woorden

non-verbale communicatie

7 soorten non-verbale communicatie

1. Lichamelijk contact 
2. Lichaamshouding 
3. Gebaren
4. Gezichtsuitdrukking 
5. Uiterlijk
6. Symbolen of rituele 
7. Dans en muziek

Lichamelijk contact 

Door aanraking kun je iets duidelijk maken.

voorbeelden 

duwen - trekken - vechten - hand geven - schouderklopje geven

Lichaamshouding 

Vaak zelf niet in de gaten dat je communiceert via je lichaamshouding.

voorbeeld

Een leerling die in zijn stoel ‘hangt’ i.p.v. zit.

Gebaren 

Zijn bewegingen met handen, voeten en benen. Via gebaren kun je laten zien hoe je over iets denkt. 

Voorbeelden

middelvinger - duim omhoog 

Gezichtsuitdrukking

Aan iemands gezicht vaak te zien of die persoon boos of blij is. 

Soms ook gebruikt om te verbergen (lachen terwijl je baalt).

Uiterlijk

• D.m.v. schoenen, kleren, make-up en haardracht.
  
• Verschillende groepen: skaters, skinheads, gabbers, kakkers, alto’s, etc.
• Eigen uiterlijk, idee en standpunt (mening)
  

Symbolen en rituelen

Men maakt gebruik van symbolen . 

Die geven aan hoe je over belangrijke dingen het leven denkt. 

Dit geldt ook voor rituelen.

Voorbeeld symbolen

kruisje om de hals 

voorbeelden rituelen

beschuit met muisjes bij geboorte 

tas buiten hangen bij slagen eindexamen

Dans en muziek

Zijn vormen van communicatie zonder woorden. 

communicatiemiddel

Je gevoelens uiten

De manier waarop mensen dansen en muziek maken verschilt per cultuur.

Levensbeschouwelijke communicatie

• Je weet hoe nu communicatie werkt.
• LB-communicatie houdt in:

Aan iemand duidelijk maken hoe je over belangrijke dingen in het leven denkt.

• Door deze communicatie blijkt ook wie je bent.
• Iedereen communiceert levensbeschouwelijk

} met (verbaal) of zonder woorden (non-verbaal)

Levensbeschouwelijke communicatie

• LB-communicatie bestaat uit 2 delen.
• Namelijk communiceren in het:

1. groot;

2. klein.

• Praten over belangrijke dingen in het leven
• Bijvoorbeeld met:

- een vriend/vriendin;

- je ouders. 

• Gaat het om groepen mensen die elkaar of anderen duidelijk maken wat ze belangrijk vinden in het leven.
• Gezamenlijke levensbeschouwing

} mensen in een kerk

} mensen in een moskee

} mensen in een tempel

• A.d.v. verhalen, gesprekken, meditatie, zingen, rituelen, etc.

Communicatie in het klein

Communicatie in het groot