B3GH - 26-5-2021

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welkom!

Zorg dat je straks aantekeningen kunt maken

Vandaag:

Leren we (opnieuw) over het participium 

Leren we hoe een participium gebruikt kan worden in een tekst

Leren we hoe we een participium kunnen herkennen in een tekst

Leren we hoe we een participium vertalen

Deelwoorden in het Nederlands

Tegenwoordig deelwoord: 'lopend, beminnend'

Voltooid deelwoord: 'gelopen, bemind'

Deelwoorden in het Nederlands

Tegenwoordig deelwoord: 'lopend, beminnend'

Voltooid deelwoord: 'gelopen, bemind'

Het tegenwoordig deelwoord geeft iets aan dat nog bezig is

Het voltooid deelwoord geeft iets aan dat niet meer bezig is.

In het Latijn:

Participium  - heeft eigenschappen van een bijvoeglijk naamwoord (het wordt verbogen),

 

maar ook van een werkwoord (het kan bv een lijdend voorwerp bij zich hebben)

Het PPA: het tegenwoordige deelwoord

vb: amo, amare ('beminnen')

ppa: amans > 'beminnend'

Het PPA: het tegenwoordige deelwoord

vb: amo, amare ('beminnen')

ppa: amans > 'beminnend'

Verbuiging: volgens ingens (groep 3)

Kenletters: -ns-, -nt-i (amans,, amantis)

Verbuiging PPA:

ev:                             mv:

ama-ns                                 ama-nt-es 

ama-nt-is                             ama-nt-um

ama-nt-i                             ama-nt-ibus

ama-nt-em                            ama-nt-es

ama-nt-e                           ama-nt-ibus

PPP: Voltooid deelwoord

amo, amare: ('beminnen')

PPP: laudatus > 'geprezen'

PPP: Voltooid deelwoord

amo, amare: ('beminnen')

PPP: amatus > 'bemind'

ppp verbogen volgens bonus, -a, um (mnl, vrl, onz)

kenletters vaak -tus of -sus (amatus, tentus, missus) 

Wat is het PPA in het Nederlands, en wat het PPP?

Gebruiken van het participium

1.  Bijvoeglijk

2. Zelfstandig

3. Predicatief

Bijvoeglijk gebruikt

Participium dient ais bijvoeglijk naamwoord.

congrueert met zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

Bijvoeglijk gebruikt

Participium dient ais bijvoeglijk naamwoord.

congrueert met zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

ppa: ludentes liberi (de spelende kinderen)

ppp: servi vocati  (de geroepen slaven)

Zelfstandig gebruikt

Participium dient als zelfstandig naamwoord

staat los, congrueert niet met iets anders.

Zelfstandig gebruikt

Participium dient als zelfstandig naamwoord

staat los, congrueert niet met iets anders.

ppa: ludentes - de spelenden / zij die spelen

ppp: vocati - 'de geroepenen' / 'zie die geroepen zijn'

Welke twee gebruiken van het participium hebben we nu gezien?

predicatief

Participium is dubbelverbonden: verbonden met ZNW én WW

(dus: zegt wat over zowel ZNW als WW)

Predicatief

Pater in horto ambulans servos vocat.

= Wandelend in de tuin roept vader de slaven. 

ambulans congrueert met pater!

Predicatief

 Milites hostes captos interficiunt

De soldaten hebben de soldaten, nadat ze zijn gevangen, gedood.

Captos congrueert met hostes!

Vragen? 

Volgens welke groep wordt het PPA verbogen?

Volgens welke groep het PPP?

Benoem dan eens het PPP 'auditam'?