Keuzedeel fysieke en mentale fitheid les 1 A

Welkom KE4/OPERATIONEEL INZETBAAR
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
VakdidaktiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom KE4/OPERATIONEEL INZETBAAR

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken

Slide 2 - Tekstslide

Structuur les
  1. Terugblik
  2. Nieuwe theorie
  3. Praktijk opdracht
  4. Afsluiting 

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik

Slide 4 - Tekstslide

Wat is fysieke training?
A
Meedoen aan sportlessen defensie
B
Meedoen aan militair sport kampioenschap
C
Activiteiten die bijdragen aan taak specifieke fitheid

Slide 5 - Quizvraag

Wat is geen onderdeel van de clucks
A
Mentale kracht
B
Snelheid
C
Lenigheid
D
Coördinatie

Slide 6 - Quizvraag

Lenigheid is een onderdeel van de clucks
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Een marathonloper heeft veel getraind op de volgende CLUKS:
A
Kracht
B
Snelheid
C
Uithoudingsvermogen
D
Coordinatie

Slide 8 - Quizvraag

kracht is een onderdeel van de cluks
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Geen onderdeel van de CLUKS is
A
lenigheid
B
compensatie
C
coördinatie
D
kracht

Slide 10 - Quizvraag

Noem alle CLUKS
A
Conditie, lenigheid, uhv, kracht, snelheid
B
Coördinatie, lenigheid, uhv, kracht, snelheid
C
Coördinatie, lacherigheid, uhv, kracht, snelheid
D
Conditie, lenigheid, uhv, kracht, lengte

Slide 11 - Quizvraag

Dit is een vorm van fysieke training
Ja
Nee

Slide 12 - Poll

Wat is Lichamelijke opvoeding
A
Meedoen aan sportlessen defensie
B
Meedoen aan militair sport kampioenschap
C
Activiteiten die bijdragen aan taak specifieke fitheid

Slide 13 - Quizvraag

Einde controle vragen
Nieuwe theorie 
Focus

Slide 14 - Tekstslide

Doelen over KE4, operationeel inzetbaar
Aan het eind van deze les, weten jullie wat een hartslag is .
Aan het eind van deze les, weten jullie hoe je die bij je zelf kunt opmeten?
Aan het eind van deze les weten jullie welke verschillende trainingszones er zijn?

Slide 15 - Tekstslide

Nieuwe theorie 
 
  • Waarom moet een student nu al weten wat de hartslag is?
  • En wat kun je ermee in de toekomst?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Hartslagzones
Je traint je uithoudingsvermogen, omdat je hierdoor lichamelijk beter presteert. Jij moet je taak goed en veilig uitvoeren. 

Slide 18 - Tekstslide

Hartslagzones
Dat is belangrijk om de missie te laten slagen. Fit zijn is niet alleen goed voor je prestaties, maar zeker ook voor je gezondheid.

Slide 19 - Tekstslide

Lees opdracht uithoudingsvermogen
De studenten lezen het volgende stuk theorie voor, wanneer je klaar bent even wachten.

Slide 20 - Tekstslide

 Training uithoudingsvermogen
Inleiding


Het belang van fysiek uithoudingsvermogen voor de militair:
Het werk van een militair kan fysiek zwaar zijn. Voorbeelden hiervan zijn: verplaatsen te voet met bepakking, graven, tillen en dragen van materieel en personeel. Deze taken moet je elk moment van de dag en meerdere dagen achterelkaar kunnen doen.  

Slide 21 - Tekstslide

 Training uithoudingsvermogen
Inleiding

De grondmotorische eigenschappen zijn
coördinatievermogen, lenigheid, uithoudingsvermogen, kracht, en snelheid (CLUKS). Uit onderzoek blijkt
dat kracht en uithoudingsvermogen heel belangrijk zijn als jij je taken als militair goed wilt doen.

Slide 22 - Tekstslide

Hartslag en inspanning

 
Tijdens inspanning hebben je spieren meer brandstof nodig. Je hartslag gaat omhoog om meer bloed (brandstof) naar je spieren te brengen. Als je hartslag heel hoog oploopt, werkt je hart niet meer perfect. Normaal ligt de hartslag van een volwassene in rust tussen de 60 en 80 slagen per minuut. Bij inspanning kan deze oplopen naar 180, soms zelfs boven de 200. 

Slide 23 - Tekstslide

Op een gegeven moment bereik je een grens. 
De hartslag is dan zo hoog, dat het hart zich tussen iedere hartslag niet meer goed kan vullen met bloed. Dat is de maximale hartslag. Deze verschilt per persoon en is afhankelijk van je leeftijd en aanleg. In de eerste minuut na de inspanning daalt de hartslag het sterkste. In de minuten daarna zakt de hartslag langzaam weer terug naar de normale rusthartslag. 
 Op een gegeven moment bereik je een grens. De
hartslag is dan zo hoog, dat het hart zich tussen iedere hartslag niet meer goed kan vullen met bloed. Dat is
de maximale hartslag. Deze verschilt per persoon en is afhankelijk van je leeftijd en aanleg.
In de eerste minuut na de inspanning daalt de hartslag het sterkste. In de minuten daarna zakt de hartslag
langzaam weer terug naar de normale rusthartslag. 

Slide 24 - Tekstslide

Op een gegeven moment bereik je een grens. 
De hartslag is dan zo hoog, dat het hart zich tussen iedere hartslag niet meer goed kan vullen met bloed. Dat is de maximale hartslag. Deze verschilt per persoon en is afhankelijk van je leeftijd en aanleg. In de eerste minuut na de inspanning daalt de hartslag het sterkste. In de minuten daarna zakt de hartslag langzaam weer terug naar de normale rusthartslag. 
Hoe sneller je hartslag na inspanning weer op je normale waarde zit, des te fitter je bent.
Gebruik onderstaande formule om snel een indruk te krijgen van je maximale hartslag.
Maximale hartslag = 220 min je leeftijd De geschatte maximale hartslag voor een 20-jarige is 220 - 20 = 200 slagen per minuut.
Let op!
De formule geeft een schatting van je maximale hartslag. Houd er rekening mee dat deze zo'n 15 slagen kan afwijken.
Is je hartslag hoger dan de berekende waarde, dan hoeft dat geen probleem te zijn.

Slide 25 - Tekstslide

Op een gegeven moment bereik je een grens. 
De hartslag is dan zo hoog, dat het hart zich tussen iedere hartslag niet meer goed kan vullen met bloed. Dat is de maximale hartslag. Deze verschilt per persoon en is afhankelijk van je leeftijd en aanleg. In de eerste minuut na de inspanning daalt de hartslag het sterkste. In de minuten daarna zakt de hartslag langzaam weer terug naar de normale rusthartslag. 


Gebruik onderstaande formule om snel een indruk te krijgen van je maximale hartslag.
Maximale hartslag = 220 min je leeftijd
De geschatte maximale hartslag voor een 20-jarige is 220 - 20 = 200 slagen per minuut.

Slide 26 - Tekstslide

Schat in hoe hoog de hartslag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

De verschillende hardloop zones
  • Er zijn verschillende zones
  • Afhankelijk van het trainingsdoel
  • Doormiddel van HF max -leeftijd

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Hoe meet jij je hartslag ? 

Slide 36 - Tekstslide

Hoe meet jij je hartslag ? 

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Praktijk testen !
  1. Wie 
  2. Wat
  3. Wanneer
  4. Waarom
  5. Hoe 

Slide 39 - Tekstslide

Praktijk testen !
  1. Wie klas
  2. Wat: Test je eigen hartslag
  3. Wanneer: 5 min
  4. Waarom: Zodat je na inspanning/ZHKH kan testen?
  5. Hoe: Eerst wandelen of traplopen dan 15 sec meten

Slide 40 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 41 - Tekstslide

Wat gebeurt er met je hartslag als je sport!?
A
Je hartslag daalt
B
Je hartslag blijft het zelfde
C
Je hartslag stijgt

Slide 42 - Quizvraag


Wat is een 'normale' hartslag?
A
70-110 hartslagen per minuut
B
30-70 hartslagen per minuut
C
110-150 hartslagen per minuut
D
0-30 hartslagen per minuut

Slide 43 - Quizvraag

Wat vonden jullie van de les ?

Slide 44 - Tekstslide

Wat waren de leerdoelen?

Slide 45 - Tekstslide