Taal - Persoonsvorm inleiding online

Vraagzin maken
1 / 10
volgende
Slide 1: Woordweb
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vraagzin maken

Slide 1 - Woordweb

Persoonsvorm
Ik kook een ei.

Persoonsvorm is een werkwoord in de zin die zegt wat er gedaan wordt.
Ik kook een ei.

Hoe vind je die persoonsvorm dan?

Slide 2 - Tekstslide

Persoonsvorm en vraagzin
Cato bakt een brood.
Wat wordt er gedaan? Maak er een vraagzin van.
Bakt Cato een brood?
Er wordt gebakken dus bakt is de persoonsvorm.

Cato bakt een brood.

Slide 3 - Tekstslide

Nu deze:
Nicola kamt zijn haren.
Kamt Nicola zijn haren?
Kamt is de persoonsvorm, die staat vooraan.
Nicola kamt zijn haren.

Slide 4 - Tekstslide

De bomen hebben groene bladeren.
.....................de bomen groene bladeren?
De meisjes zijn buiten aan het spelen.
.........  de meisjes buiten aan het spelen.
Gisteren speelden de jongens op het gras.
...................... de jongens gisteren op het gras?
Slepen maar!
Hebben
Speelden
Zijn

Slide 5 - Sleepvraag

Inloggen op Snappet
Week 21 les 4
Maak eerst opdracht 1.
Werk daarna verder aan 2 of 3.
Bij extra instructie: Houd je geluid en mic. aan. Opdracht 2.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe vind ik een persoonsvorm?

Slide 7 - Open vraag

Vind de persoonsvorm:
Barry vind een brief.
A
Barry
B
vind
C
een
D
brief

Slide 8 - Quizvraag

Vind de persoonsvorm:
De meester kijkt rond.
A
De
B
meester
C
kijkt
D
rond

Slide 9 - Quizvraag

Tot slot.
Belangrijk persoonsvorm

Slide 10 - Tekstslide