Didactiek H9.5 Impliciet en expliciet leren

Didactiek Hoofdstuk 9.5 Impliciet en expliciet leren
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DidactiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Didactiek Hoofdstuk 9.5 Impliciet en expliciet leren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling 9.3 en 9.4
Instructievormen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 4 manieren van instructie geven zijn er.

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar hoort het bij:
Een voorbeeld geven
A
Visuele instructie
B
Auditieve instructie
C
Tactiele of manuele instructie
D
Mentale instructie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar hoort het bij:
neem in gedachte de beweging stap voor stap door
A
Visuele instructie
B
Auditieve instructie
C
Tactiele of manuele instructie
D
Mentale instructie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar hoort het bij:
Er wordt een handstand voorgedaan en er wordt verteld hoe je de handstand moet uitvoeren.
A
Visuele instructie
B
Auditieve instructie
C
Tactiele of manuele instructie
D
Mentale instructie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aanpak gedrag
Foutenanalyserende aanpak
- Fout opgemerkt -> Fout analyseren -> Conclusie -> Toepassen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanpak gedrag
Foutenanalyserende aanpak
- Fout opgemerkt -> Fout analyseren -> Conclusie -> Toepassen
De Momentenaanpak
een van de 4 wordt niet gedaan. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Didactiek Hoofdstuk 9.5 Impliciet en expliciet leren
opdrachten 21-23-24-25

Opletten op het verschil in uitleg bij witte bal en gouden bal

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Salto: 
'Maak je zo klein als een bolletje'
Handbal:
'Richt op het hoofd'
Badminton:
'Mik in de hoepel'
Volleybal:
'Maak een kruispas, stap opzij en sluit je andere voet bij en springomhoog.'
Borstwaarstom:
'Schop alsof je een omhaal wilt maken.'
Squats:
'Je knieën mogen niet voorbij je tenen'
Boksen:
'Houd je dekking ter hoogte van je slaap'
Snowboarden:
'Druk je knieën naar buiten'
Zwemmen:
'Maak een kommentje van je handen'
Impliciete aanwijzing
Expliciete aanwijzing

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Expliciet leren
Bij expliciet motorisch leren heb je informatie en kennis van de beweging en je kunt dat ook onder woorden brengen. Je hebt een duidelijke voorstelling van de beweging en je kunt een redelijk nauwkleurig beschrijving geven van die bewegen.

Je verteld dus precies hoe de beweging uitgevoerd moet worden. 


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een expliciete aanwijzing voor het over passen van een voetbal.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Impliciet leren
Bij impliciet motorisch leren gebruik je eenvoudige woorden die ervoor zorgen dat jouw deelnemer de beweging kan maken. 

Eenvoudig geformuleerd kun je stellen dat nadenken over een beweging, nadenken over het leerproces niet noodzakelijk is voor een optimaal leerresultaat. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een impliciete aanwijzing voor de streksprong.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

.
- Sporter hoeft niet perse kennis te hebben van de beweging
- er bestaat geen ideale/perfecte beweging

+ 'maak je zo recht als een plank'
+ 'probeer met je tenen het plafond te raken'

vanuit jezef
.
- Sporter heeft kennis nodig van de beweging
- er bestaat wel een ideale/perfecte beweging

+ 'Span alle je spieren aan en zorg en zorg ervoor dat je je schouder uitdrukt'

vanuit de ander
Impliciet                   VS                    Expliciet

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 vormen impliciet motorisch leren
Analogie leren 
Foutloos leren
Differentieel leren

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Analogie leren
de 'doe alsof' instructie


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


3 verschillende 'doe alsof' instructies (analogie leren)
voorbeeld: Doe alsof je een plank bent (handstand)

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Foutloos leren
Starten met gemakkelijke oefeningen waardoor er weinig fout kan gaan. Langzaam maar zeker worden de oefeningen moeilijker. 

Slide 20 - Tekstslide

Als je weinig of geen fouten maakt, hoef je ook niet na te denken over welke beweging je nu precies maakt. dit geeft ruimte voor een beter leerresultaat.
praktijk
Korfbal-> lage korf
Voetbal -> kleine afstand

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Differentieel leren
Motorisch leren door zo groot mogelijke variatie aan trainingsoefeningen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

praktijk
Handbal -> verschillende ballen
Slalom -> verschillende afstanden tussen de paaltjes


Je moet je continu aanpassen aan iets wat anders is

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedback, Tips
Interne focus van aandacht: aandacht gericht op de beweging zelf of op onderliggende processen

Externe focus van aandacht: aandacht gericht op het effect van de beweging. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Strek de volgende keer je elleboog meer' (basketbal lay-up)
A
interne focus van aandacht
B
externe focus van aandacht

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Denk om je standbeen' (voetbal passen)
A
interne focus van aandacht
B
externe focus van aandacht

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Kijk naar de muur' (hurk sprong over de kast)
A
interne focus van aandacht
B
externe focus van aandacht

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
21-23-24-25

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies