Transport van vaste stoffen (pt-2/3-08)

Transport van vaste stoffen
pt-2/3-08
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Transport van vaste stoffen
pt-2/3-08

Slide 1 - Tekstslide

programma (wo. 27-03-2019)
1) Klassikaal de samenvatting doorlezen (blz. 23)
2) Quiz
3) opgave 5 uitwerken (blz. 25)
4) Transport van vloeistoffen behandelen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Welk type product kun je goed met een rollentransporteur verplaatsen?
A
graan
B
glaswerk
C
dozen
D
keramische tegels

Slide 4 - Quizvraag

Op welke plaats zit bij een bandtransporteur de meeste wrijving?
A
in de lagers van de elektromotor
B
tussen de elektromotor en de aandrijfrol
C
tussen de transportband en de aandrijfrol
D
tussen de transportband en de keerrol

Slide 5 - Quizvraag

Welk type kettingtransporteur is voorzien van bakjes aan de ketting?
A
sleper
B
schraper
C
meenemer
D
elevator

Slide 6 - Quizvraag

Welke noodvoorziening gebruik je om een transportband onmiddellijk stop te zetten?
A
een noodstop
B
een trekkoord
C
een beveiligingsrelais
D
een alarmknop

Slide 7 - Quizvraag

Je maakt gebruik van een triltransporteur.
Wat zou er gebeuren met de te transporteren deeltjes als je de frequentie van het trilmechanisme verlaagd?
A
de deeltjes blijven op dezelfde plek liggen.
B
het aantal sprongen van de te transporteren deeltjes blijft gelijk.
C
het aantal sprongen van de te transporteren deeltjes neemt toe.
D
het aantal sprongen van de te transporteren deeltjes neemt af.

Slide 8 - Quizvraag

Wat houdt hydraulisch transport in?
A
transport van gassen
B
transport van vloeistoffen
C
transport van een vaste stof met behulp van lucht
D
transport van vaste stoffen met behulp van vloeistoffen.

Slide 9 - Quizvraag

Welke functie voert een triltransporteur nog meer uit?
A
sorteren
B
mengen
C
verwarmen
D
persen

Slide 10 - Quizvraag

Hogedruk pneumatische transportinstallaties zijn bijzonder geschikt voor het transporteren van …...
A
producten die niet gevoelig zijn voor breuk
B
gassen
C
stalen producten
D
kwetsbare en slijtagegevoelige producten

Slide 11 - Quizvraag

Transport van vloeistoffen
de reader bespreken

Slide 12 - Tekstslide

Berekening opbrengst
Bespreken:
voorbeeld 1 (blz. 10)

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
1) Reader goed doornemen.
2) Samenvatting doorlezen (blz. 21)
3) Opdrachten maken (blz. 4); opdr. 1 t/m 4
3) Zelftoets maken (blz. 23); vr. 1 t/m 10

Slide 14 - Tekstslide