hoofdstuk 7 Het verhoor

Hoofdstuk 
7 Het verhoor
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 
7 Het verhoor

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verhoor?
Vragen met betrekking tot het strafbare feit
Hij moet ervoor worden verdacht


Slide 2 - Tekstslide

Een opsporingsambtenaar vraagt aan een persoon die word verdacht van diefstal hoe het met hem gaat. Valt dit onder het verhoor?
A
Dit hoort bij het verhoor.
B
Dit hoort niet bij het verhoor.
C
Dit is een verplichte vraag.
D
Deze vraag mag niet worden gesteld.

Slide 3 - Quizvraag

Verdachte
Feiten of omstandigheden
Redelijk vermoeden van schuld
Strafbaar feit

Slide 4 - Tekstslide

Een persoon loopt met een tas vol met spullen uit een supermarkt, is dit een verdachte?
A
Negatief
B
Positief
C
Ligt eraan hoe duur de spullen zijn.

Slide 5 - Quizvraag

Verplichte mededelingen
Cautie
Rechtsbijstand
Waarvan word de verdachte verdacht
Indien nodig tolk en vertaling

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer geef je de verdachte de verplichte mededelingen?
A
Alleen bij het eerste verhoor.
B
Zodra je de persoon als verdachte aanmerkt.
C
Voorafgaand het verhoor.
D
Aan het einde van het gesprek.

Slide 7 - Quizvraag

Het verhoor
Moet in vrijheid
Alleen het eerste verhoor alle mededelingen

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het doel van het verhoor?
A
Om een gesprek te houden.
B
Om de tijd te doden.
C
Om iemand aan te houden.
D
Om informatie te krijgen over het sf.

Slide 9 - Quizvraag

Geen mededeling
Cautie moet in pv staan 
Verklaring nietig verklaard

Slide 10 - Tekstslide

op welke plaats moet het verhoor plaatsvinden?
A
Bij de verdachte thuis.
B
Tijdens het vervoeren van de verdachte.
C
Het verhoor mag overal worden afgenomen.
D
Alleen op het politiebureau.

Slide 11 - Quizvraag

Een BOA geeft een verdachte een bekeuring. Hij vergeet hierbij de cautie te mededelen voorafgaand aan het verhoor.
Is de bekeuring dan nog geldig?
A
ja dit is nog geldig, maar de verklaring niet.
B
nee, niet meer geldig.
C
De Boa moet de bekeuring nu betalen.
D
De verklaring is nog geldig maar de bekeuring niet.

Slide 12 - Quizvraag

Een burger houd een verdachte aan. Hij geeft de verdachte alle verplichte mededelingen en neemt het verhoor af.
Is dit een geldig verhoor?
A
ja, als alle mededelingen zijn gedaan.
B
Dit mag alleen als dit wordt gedaan bij de verdachte thuis.
C
ja, iedereen mag een verhoor afnemen.
D
nee, een burger mag geen verhoor afnemen.

Slide 13 - Quizvraag

wat zijn de verplichte mededelingen?
A
cautie, rechtsbijstand, waarvan de verdachte word verdacht, tolk vertaling indien nodig
B
recht op een telefoontje met ouder, cautie, rechtsbijstand
C
cautie, rechtsbijstand, recht op een dekentje.
D

Slide 14 - Quizvraag