H2.2 Steden

De invloed van de global city groeit
  • Global cities = wereldsteden ,steden die de belangrijkste knooppunten vormen in het stedelijk netwerk, bijvoorbeeld: New York, Tokyo en Londen.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De invloed van de global city groeit
  • Global cities = wereldsteden ,steden die de belangrijkste knooppunten vormen in het stedelijk netwerk, bijvoorbeeld: New York, Tokyo en Londen.

Slide 1 - Tekstslide

De invloed van de global city groeit

  • BBP van New York is groter dan dat van Rusland of India, in Tokyo wonen net zoveel mensen als in heel Peru en Londen telt meer internationale kantoren en banken dan Canada. Wat betekent dit?
  • Invloed van wereldsteden is vaak groter dan die van staten. 
  • Welke problemen kennen wereldsteden?

Slide 2 - Tekstslide

§2.2 Spreiding van wereldsteden

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag
Nakijken 2.1 (max. 10 minuten)
Bespreken deel van 2.2 + aantekening
Opdrachten maken

Slide 4 - Tekstslide

Aan het einde van de les.. 
.. weet je wat de begrippen stedelijk netwerk en primate city betekenen. 

..ken je de factoren die de ligging van steden beïnvloeden.

Slide 5 - Tekstslide

Stedelijk netwerk
Een groep van steden in een land die onderling op tal van terreinen verbonden zijn

Vooral in centrumlanden (rijke landen)

Voorbeeld: Randstad

Slide 6 - Tekstslide

Primate city
Een stad die, gelet op aantal inwoners en functies, veel groter en belangrijker is dan de tweede stad.

Aan de kust, niet centraal in het land.

Meestal in perifere landen (arme landen)

Voorbeelden:
 Bangkok,  Buenos Aires, Caïro

Slide 7 - Tekstslide

Hoe kunnen we de spreiding verklaren?
Drie kenmerken

Slide 8 - Tekstslide

1. Kenmerken van het gebied waarin een stad ligt 
Absolute ligging: vlak, vruchtbaar, 
kruispunten, grondstoffen (link)


Slide 9 - Tekstslide

2. Kenmerken van de ligging van een plaats ten opzichte van andere plaatsen
Relatieve ligging

Kenmerken: midden in het land, 
goede verbindingen


Slide 10 - Tekstslide

3. Het koloniale verleden
Vaak aan de kust, waarom? 
- Scheepvaart en handel

Mensen van stad naar platteland --> 
sommige steden groeien uit tot 
megasteden

Slide 11 - Tekstslide

3. Koloniale verleden
Koloniale dubbelstad
Stadsopbouw uit de koloniale tijd 
die bestaat uit een westers 
en een niet-westers stadsdeel.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak nu opdracht: 
1 tot en met 5 en leer de begrippen van 2.1 en 2.2

Slide 14 - Tekstslide

§2.2 Spreiding van wereldsteden

Slide 15 - Tekstslide

Vandaag
Checkvragen vorige les
Vervolg theorie 2.2
Topografie toets(afspraken maken)
Opdrachten maken

Slide 16 - Tekstslide

Checkvragen vorige les

Kan de relatieve ligging van een stad veranderen?

Weet je wat de begrippen stedelijk netwerk en primate city betekenen?

Ken je de factoren die de ligging van steden beïnvloeden?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Aan het einde van de les... 

.. begrijp je het verschil in verstedelijkingstempo tussen rijke en arme landen.

.. kun je het verband tussen verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo en welvaart uitleggen.

Slide 20 - Tekstslide

Hoe armer een land, hoe hoger / lager de verstedelijkingsgraad.

Slide 21 - Tekstslide

Hoe armer een land, hoe hoger / lager het verstedelijkingstempo.

Slide 22 - Tekstslide

Groei in Afrika 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Topografie
Achterin werkboek
2 kaarten:
wereld: landen en hoofdsteden
wereld: steden, gebieden en wateren

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak de opdrachten van paragraaf 2.2

Slide 26 - Tekstslide

 §2.2  Herhalen

Slide 27 - Tekstslide