Bk1/K1 Negations TO BE+ About myself+HAVE GOT

Welcome!

Today: 
  • GRAMMAR:
-  ontkenningen met to be->lange en korte vorm
  • About myself: speaking and writing
  • Work on your week task

Lesson goals
Ik kan ontkennende zinnen met het werkwoord TO BE maken
Ik kan iets over mezelf vertellen in het Engels
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welcome!

Today: 
  • GRAMMAR:
-  ontkenningen met to be->lange en korte vorm
  • About myself: speaking and writing
  • Work on your week task

Lesson goals
Ik kan ontkennende zinnen met het werkwoord TO BE maken
Ik kan iets over mezelf vertellen in het Engels

Slide 1 - Tekstslide

Uitleg ...
Er valt weinig uit te leggen je moet dit rijtje gewoon goed onthouden!!

Slide 2 - Tekstslide

to be = zijn
I
You

She
He
It

We
You
They
Am
Are

Is
Is
Is

Are
Are 
Are
'm
're

's
's
's

're 
're
're
Je mag het ook afkorten:
I
You

She
He
It

We
You
They

Slide 3 - Tekstslide

Sleep de vormen van to be naar de juiste plek in de zinnen.
1. I _________ at home.

2. You _________ with your brother.

3. He _________ working out.
am
is
are

Slide 4 - Sleepvraag

John and Casey _____ best friends
A
're
B
are
C
is
D
's

Slide 5 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:

My sister ____ my best friend.
A
Am
B
Is
C
Are
D
's

Slide 6 - Quizvraag

My father and I _____ at the zoo today.
A
am
B
is
C
are
D
have

Slide 7 - Quizvraag

I ____ a big black dog at home.
A
am
B
have
C
has
D
are

Slide 8 - Quizvraag

Pas toe ...kies uit am/are/is

Slide 9 - Tekstslide

Antwoorden ...

Slide 10 - Tekstslide

The Verb 'to be'

+ Maak een bevestigende zin met 'to be': She/happy
? Maak een vragende zin met 'to be': You/interested in hockey
- Maak een ontkenning met 'to be': I/tall 

Slide 11 - Tekstslide

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'
negative
(ontkennend)
I
am not
I'm not
You
are not
You're not
She
is not
She's not
He
is not
He's not
It
is not
It's not
We
are not
We're not
You
are not
You're not
They
are not
They're not
Ik
ben niet
Jij
bent niet
zij
is niet
Hij 
is niet
Het
is niet
Wij
zijn niet
Jullie
zijn niet
Zij
zijn niet

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Well done!


Slide 14 - Tekstslide

Doing exercises (your weekly task)
- DO:  ex.
Finished?
- STUDY: Words&Phrases 1.2 - find the link for Quizlet in Magister->Huiswerk                                      
                                                                                Any questions?




timer
20:00
1. Read the question again
2. Ask your neighbour
3. Ask me

Slide 15 - Tekstslide

How to play? Click here.

But first... review the words we learned at the previous lesson!!!
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

How to play? Click here.

Now make correct sentences using the word or expression from 1 box. Use the words:
-like
-love
-dislike
-don't like
-enjoy
-interested in
-keen on
-crazy about
-hate

Slide 17 - Tekstslide

have got = hebben
I
You

She
He 
It

We 
You 
They
I
You

She
He 
It

We 
You 
They
Je mag het ook afkorten:
have (got)
have (got)

has (got)
has (got)
has (got)

have (got)
have (got)
have (got)
've (got)
've (got)

's (got)
's (got)
's (got)

've (got)
've (got)
've (got)

Slide 18 - Tekstslide

Greg ____ beautiful long hair. His parents _____ short grey hair.
A
have - has
B
has - have
C
has - has
D
have - have

Slide 19 - Quizvraag

I ____ a boy and I _____ a lot of friends.
A
am - am
B
am - has
C
am - have
D
are - have

Slide 20 - Quizvraag

My parents ___ a blue car. The car ___ at the garage at the moment.
A
have - is
B
has - is
C
have - are
D
have - am

Slide 21 - Quizvraag