In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
3.2 Warmte en milieu
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les
Slide 2 - Tekstslide
Welke twee punten heeft meneer Celcius gebruikt om zijn temperatuurschaal te maken?
Slide 3 - Open vraag
Vraag 12, blz 132
Slide 4 - Tekstslide
Hoe noem je de 'streepjes' en getallen op een thermometer ?
A
de meetwaardes
B
de temperatuur in graden Celsius
C
ijkwaarden
D
schaalverdeling
Slide 5 - Quizvraag
Paragraaf 3.2 Warmte en Milieu
Je leert
Je kunt vertellen wat een warmtebron is
Je kunt vertellen wat fossiele brandstoffen zijn
Je kent de drie voorwaarden voor verbranding
Je kunt aangeven wat het versterkte broeikaseffect is
Slide 6 - Tekstslide
Je ziet hier een thermogram met mensen.
Welke kleur geeft een warme plek aan en welke een kleur een koude plek?
Waar zou deze foto een mooie toepassing voor zijn?
Slide 7 - Tekstslide
Een warmtebron maakt warmte
Slide 8 - Tekstslide
warmtebron
warmtebron
Slide 9 - Tekstslide
warmtebron
warmtebron
Slide 10 - Tekstslide
warmtebron
veel warmte bronnen halen hun warmte uit brandstoffen
Slide 11 - Tekstslide
Voorbeelden van brandstoffen?
Slide 12 - Woordweb
Brandstoffen
voorbeelden van brandstoffen : aardgas, steenkool, stookolie, benzine en hout
In brandstoffen zit chemische energie
elektrische energie
Slide 13 - Tekstslide
Openhaard maakt warmte door verbranding van hout
Gasfornuis maakt warmte door verbranding van aardgas
Föhn maakt warmte d.m.v. electriciteit
Warmtebronnen maken warmte uit:
1. brandstoffen
b.v. aardgas/steenkool, stookolie, benzine en hout
2. elektriciteit
Slide 14 - Tekstslide
Fossiele brandstoffen
-aardolie -aardgas -steenkool
Deze brandstoffen: *ontstaan uit resten van planten, dieren en bacteriën uit het verre verleden
*bij verbranding komt koolstof-dioxide vrij
Slide 15 - Tekstslide
Fossiele brandstoffen
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Video
Slide 19 - Video
Slide 20 - Video
Branddriehoek
Brandstof
Zuurstof
(Ontbrandings) temperatuur
Slide 21 - Tekstslide
Huiswerk
Paragraaf 3.2
opdracht 1 t/m 8
blz. 142
Slide 22 - Tekstslide
Onvolledig-of volledig
Bij een onvolledige verbranding is de kleur geel . Er is te weinig zuurstof toevoer.
Bij een volledige verbranding is de kleur blauw Er is te voldoende zuurstof toevoer. Bij onvolledige verbranding krijg je dus afvalstoffen in de vorm van roet en koolstofmono-oxide.
Slide 23 - Tekstslide
Koolstofmono-oxide
Dit gas komt ook bij onvolledige verbranding vrij.
Dit gas is giftig.
Veel huizen met een CV-ketel hebben een koolstofmono-oxide melder hangen.