ANFY 1.2 1G les 8

Groot scherm!
Open www.LessonUp.app in de browser op je PC of laptop
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
fysiologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Groot scherm!
Open www.LessonUp.app in de browser op je PC of laptop

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Week 8 en 9: voorbereiden toets
Bufferweek: geen les
Week 1 van periode 3: toets ANFY

Hebben jullie de toetsmatrijs al gezien? Documenten op Teams

Slide 2 - Tekstslide

Ben je al klaar voor de toets ANFY?
0100

Slide 3 - Poll

Over welk gedeelte wil je nog meer weten?

Slide 4 - Woordweb

Blaas
Ureter
Nier
Urethra

Slide 5 - Sleepvraag

Verbind de juiste namen bij de onderdelen van de nier.
Nierschors
Urineleider
Nierslagader
Nierbekken
Nierader
Niermerg

Slide 6 - Sleepvraag

glomerulus
Lis van Henle
Eerste gekronkelde buisje
Verzamelbuisje
Kapsel van Bowman
adertje
Tweede gekronkelde buisje
slagadertje

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

De eerste stap in de productie van urine is de ultrafiltratie. Waar vindt dit plaats?
A
kluwen van haarvaten (glomerulus)
B
nierbekken
C
Lis van Henle
D
verzamelbuisje

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

0,2 mm

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel liter voorurine wordt er per dag in totaal in de glomeruli geproduceerd?
A
1500
B
180
C
25
D
1,5

Slide 12 - Quizvraag

Wat hoort NIET in de voorurine te zitten?
A
Glucose
B
Eiwit
C
Ureum
D
NaCl (zout)

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Werking van de nieren
Kijk zelf deze video over de werking van de nieren:

https://www.youtube.com/watch?v=KCGZ6xLjBOM

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de functie van de Lis van Henle?
A
Afvalstoffen uit het bloed filteren
B
Hormonen produceren
C
Water resorberen
D
Glucose uitscheiden

Slide 16 - Quizvraag

Gerbil
Woestijnratje uit Mongolië

Heeft een langere Lis van Henle

Kan méér water terugresorberen uit de voorurine

Verliest dus minder water via de urine

Super handig voor een woestijndier! 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Osmotische waarde
= concentratie opgeloste deeltjes (bv zout)

Als je alleen water binnen krijgt DAALT de osmotische waarde van het bloed


Slide 21 - Tekstslide

Waar wordt ADH geproduceerd?
A
In de hypothalamus (hersenen)
B
In de bijnieren
C
In het rode beenmerg
D
In het hart

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het teken voor de hypothalamus om meer ADH te gaan maken?
A
Lage osmotische waarde van het bloed
B
Hoge osmotische waarde van het bloed
C
Weinig zuurstof in het bloed
D
Veel CO2 in het bloed

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het effect van ADH?
A
Meer productie voorurine
B
Minder productie voorurine
C
Meer terugresorbtie van water
D
Minder terugresorbtie van water

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Je drinkt een liter Spa Blauw en de osmotische waarde van je bloed daalt.

Wat gebeurt er met de productie van ADH?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft gelijk
D
Weet niet

Slide 26 - Quizvraag

Er is minder ADH.
Wat gebeurt er met de terugresorbtie van water in het nefron?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft gelijk

Slide 27 - Quizvraag


Minder ADH

Minder terugresorbtie van water in het nefron

MEER urineproductie

--->





Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Aldosteron
De hoeveelheid zout en water in het lichaam wordt door meerdere hormonen gereguleerd.

Aldosteron is ook een hormoon dat hierbij betrokken is!

Slide 30 - Tekstslide

Aldosteron
Aldosteron 
Wordt geproduceerd in de bijnier

Bloeddruk daalt? --> MEER aanmaak aldosteron

Bloeddruk stijgt? --> MINDER aanmaak aldosteron








Slide 31 - Tekstslide

Aldosteron
Aldosteron bevordert de werking van de Na/K pompen in het tweede gekronkelde nierbuisje.

Hoe meer Aldosteron hoe meer Na+ (natrium) (zout) er uit de voorurine wordt gehaald en terug naar het bloed wordt gepomt.

Zout trek water aan (osmose), dus er wordt ook water uit de voorurine gehaald

Meer aldosteron --> MINDER urineproductie














Slide 32 - Tekstslide

Effect Aldosteron
Als de bloeddruk daalt --> MEER aanmaak aldosteron in de bijnieren --> in de distale tubulus wordt MEER natrium uit de voorurine gehaald. Met natrium komt ook water mee (osmose) --> er blijft MEER water en MEER natrium in het lichaam (en je plast er dus MINDER van uit) --> bloedvolume en bloeddruk stijgen weer

Slide 33 - Tekstslide

Casus
Je eet een zak chips (zout)
en drinkt een fles cola (water)

Slide 34 - Tekstslide

Je krijgt een flinke hoeveelheid vocht en zout binnen. Wat gebeurt er met het bloedvolume en de bloeddruk?
A
Dalen
B
Stijgen
C
Blijven hetzelfde
D
Weet niet

Slide 35 - Quizvraag

De bloeddruk stijgt.
Wat gebeurt er met de aanmaak van aldosteron?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft hetzelfde
D
Weet niet

Slide 36 - Quizvraag

Aldosteron
Aldosteron 
Wordt geproduceerd in de bijnier

Bloeddruk lager --> MEER aanmaak aldosteron

Bloeddruk hoger --> MINDER aanmaak aldosteron








Slide 37 - Tekstslide

Minder Aldosteron?
Minder heropname van zout en water vanuit de distale tubulus (tweede gekronkelde buisje)

Slide 38 - Tekstslide

Minder aldosteron, minder heropname van zout en water uit distale tubulus..... wat gebeurt er dan met de urineproductie?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft gelijk

Slide 39 - Quizvraag

Minder aldosteron
Minder heropname zout en water in de distale tubulus

Meer urineproductie

Bloeddruk daalt 

Slide 40 - Tekstslide

Dit is dus homeostase: negatieve feedback

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Kringspieren blaas
Interne sphincter: glad spierweefsel. Onbewust aansturen

Externe sphincter: dwarsgestreept spierweefsel. Bewust aansturen (zindelijkheid)

Slide 47 - Tekstslide

Aan de rugzijde zijn de ribben doormiddel van gewrichtjes met de borstwervels verbonden. Samen met de kraakbeenverbindingen is de borstkas een beweeglijk geheel. De ribben kunnen door de spieren omhooggetrokken worden. Dit speelt een belangrijke rol bij:
A
de wervelkolom
B
de ademhalingsbeweging
C
vorming van rode bloedcellen
D
algemene beweging

Slide 48 - Quizvraag

Hoe heten de bovenste twee halswervels en wat is hun functie?

Slide 49 - Open vraag

In de schedelbasis bevinden zich veel kleine openingen en een grote opening: het achterhoofdsgat. Wat loopt er door deze openingen? Noem er drie!

Slide 50 - Open vraag

Bij het gewricht in de duim is er een beweging mogelijk in twee loodrecht op elkaar staande richtingen. Hoe noemen we dit gewricht?
A
Rolgewricht
B
Scharniergewricht
C
Rolgewricht
D
Zadelgewricht

Slide 51 - Quizvraag