Lichaamstaal

Lichaamstaal
Thema 4 


1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Lichaamstaal
Thema 4 


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video



Lichaamstaal =
A
Alle gedachtes in jouw hoofd
B
Alles wat jij zegt met je lichaam, zonder woorden
C
Alles wat je tegen iemand zegt in een gesprek.

Slide 3 - Quizvraag

Lichaamstaal is belangrijker dan gesproken taal
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag


Welke lichaamstaal?
A
Paniek
B
Verbaasd/ Twijfelen
C
A en B zijn allebei goed

Slide 5 - Quizvraag

hebben dieren ook lichaamstaal?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag


Welke lichaamstaal?
A
Blij
B
Boos
C
Angstig
D
Moe

Slide 7 - Quizvraag


Welke lichaamstaal?
A
Moe
B
Paniek
C
Verbaasd
D
Blij

Slide 8 - Quizvraag

Zwaaien is een voorbeeld van lichaamstaal.
A
waar
B
niet waar
C

Slide 9 - Quizvraag


Welke lichaamstaal?
A
Blij
B
Ongeïnteresseerd
C
Verbaasd
D
Verdrietig

Slide 10 - Quizvraag

Wat is GEEN voorbeeld van lichaamstaal?
A
Gezichtsuitdrukking
B
Gebaren
C
Aanraken van iemand anders
D
De toon waarop je iets zegt

Slide 11 - Quizvraag

Welke lichaamstaal zie je hier?
A
boos
B
dun
C
enthousiast
D
Verdrietig

Slide 12 - Quizvraag

Einde van deze les 

Slide 13 - Tekstslide