H1.1 Stofeigenschappen + H1.2 Veiligheid

H1.2 Veiligheid
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H1.2 Veiligheid

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Stil lezen
10 Min Stil lezen H1.2 en/of opdrachten maken

HAVO:
§1.1 opgaven: 10 + 11
§1.2 opgaven: 18 + 19 + 20(M) of 21 + 22 + 26
VWO:
§1.1 opgaven: 6 + 9(N)
§1.2 opgaven: 13 + 14 + 16 + 18(N) of 19(M) + 21(N)  



timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Stoffen en eigenschappen

Slide 4 - Tekstslide

Lastig? Vraag een oefenblad!

Slide 5 - Tekstslide

Stel je hebt 250 g suiker. Hoeveel kg is dit dan?
Antwoord

Slide 6 - Tekstslide

Stel je hebt 0,076 L vloeistof. Hoeveel  m3 is dit?
Antwoord

Slide 7 - Tekstslide

Een blokje met afmetingen 2,0 cm x 4,0 cm x 6,0 cm is gemaakt van een materiaal met een dichtheid van 
3,4 g/cm3. Bereken de massa van het blokje. 
Antwoord

Slide 8 - Tekstslide

Instructie

We gaan samen kijken naar:
  • Gevarenpictogrammen 
  • Grenswaarde 
  • Rekenen met grenswaarde
Zelf:

Zelf doen:
  • Veiligheidsregels
  • Namen hulpmiddelen practicum
  • Experimenten (handelingen-waarnemingen-conclusie) 

Slide 9 - Tekstslide

A.
B.
C.
D.
1. Gevaar milieu
2. Gevaar gezondheid
3. Ontplofbare stoffen
4. Giftige stoffen

Slide 10 - Tekstslide

A.
B.
C.
D.
1. Schadelijk of irriterende stoffen
2. Corrosieve stoffen
3. Ontvlambare stoffen
4. Oxiderende stoffen
Lastig? Oefen met de Mini Loco kaarten

Slide 11 - Tekstslide

Grenswaarde
Hoeveel mg van een stof in 1 m3 aanwezig mag zijn.

De grenswaarde van een stof is 40 mg per m3
Er komt bij een experiment 1200 mg vrij in een ruimte van 20 m3

Er mag maximaal 20 x 40 = 800 mg  aanwezig zijn
Er komt dus te veel van de stof vrij bij het experiment

Slide 12 - Tekstslide

Rekenen met grenswaarde
De grenswaarde van koolstofmonoxide is 23 mg/m3 .
Het scheikundelokaal is 98,5 m3.
Bij het gebruiken van een brander wordt er 114,5 mg koolstofmonoxide uitgestoten.
In het lokaal staan 20 branders aan.
Bepaal of het practicum veilig is.

Slide 13 - Tekstslide

Antwoord vb rekenen met grenswaarde
20 branders x 114,5 mg= 2290 mg koolstofmonoxide in het lokaal.
Grenswaarde is 23 mg/m3 => 23 mg per kubieke meter.
Het lokaal = 98,5 kubieke meter 
                                              = 23 x 98,5 = 2265,5 mg
23 mg
1 m3
98,5 m3
De grenswaarde voor het lokaal is dus 2265,5 mg.
Er wordt echter 2290 mg uitgestoten door de 20 branders.
De grenswaarde wordt dus overschreden en het practicum is NIET veilig!

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk:
Leren:
  • Vetgedrukte woorden
  • Gevarenpictogrammen
  • Veiligheidsregels
HAVO:
§1.1 opgaven: 10 + 11
§1.2 opgaven: 18 + 19 + 20(M) of 21 + 22 + 26
VWO:
§1.1 opgaven: 6 + 9(N)
§1.2 opgaven: 13 + 14 + 16 + 18(N) of 19(M) + 21(N)  



Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Evaluatie
Je kunt nu:
Acht gevarenpictogrammen herkennen en uitleggen wat zij betekenen.

Slide 17 - Tekstslide

Instructie
Inloggen LessonUp met gebruikersnaam en wachtwoord!


Slide 18 - Tekstslide

Gevarenpictogrammen
Giftige stoffen
Ontplofbare stoffen
Gevaar milieu
Ontvlambare stoffen

Slide 19 - Sleepvraag

Oxiderende stoffen
Gevaar gezondheid
Schadelijke stoffen
Corrosieve stoffen

Slide 20 - Sleepvraag

Wat betekent dit symbool?

Slide 21 - Open vraag

Wat betekent dit symbool?

Slide 22 - Open vraag

Wat betekent dit symbool?

Slide 23 - Open vraag

Wat betekent dit symbool?

Slide 24 - Open vraag

Wat betekent dit symbool?
A
Giftige stoffen
B
Gevaar gezondheid
C
schadelijke of irriterende stoffen
D
corrosieve stoffen

Slide 25 - Quizvraag

Wat betekent dit symbool?
A
Giftige stoffen
B
gevaar gezondheid
C
schadelijke of irriterende stoffen
D
gevaar milieu

Slide 26 - Quizvraag

Wat betekent dit symbool?
A
Gevaar gezondheid
B
Giftige stoffen
C
Gevaar milieu
D
Schadelijke of irriterende stoffen

Slide 27 - Quizvraag




A
Ja, je kunt de printerruimte veilig ingaan
B
Nee, je kunt de printerruimte niet veilig ingaan

Slide 28 - Quizvraag


A
Er wordt elke dag 10 mg ozon geproduceerd, grenswaarde wordt wel overschreden
B
Er wordt elke dag 5,0 mg ozon geproduceerd, grenswaarde wordt wel overschreden
C
Er wordt elke dag 10 mg ozon geproduceerd, grenswaarde wordt niet overschreden
D
Er wordt elke dag 5 mg ozon geproduceerd, grenswaarde wordt niet overschreden

Slide 29 - Quizvraag