Dat is de belangrijkste zin uit de alinea. Je kunt deze zin niet weglaten. Anders begrijp je de tekst niet meer.
Het is vaak de eerste of laatste zin van een alinea.
Slide 8 - Tekstslide
Wat is hier de kernzin?
Slide 9 - Tekstslide
Wat is de kernzin in dit stukje tekst? Emoji zijn symbolen die emoties of plaatjes weergeven. Je kunt er sneller informatie mee overbrengen dan met tekst. Er verschijnen regelmatig nieuwe emoji. Zo kun je tegenwoordig mango's, lama's en skateboards versturen.
Slide 10 - Open vraag
Wat is de toelichting in dit stukje tekst? Emoji zijn symbolen die emoties of plaatjes weergeven. Je kunt er sneller informatie mee overbrengen dan met tekst. Er verschijnen regelmatig nieuwe emoji. Zo kun je tegenwoordig mango's, lama's en skateboards versturen.
Slide 11 - Open vraag
Les 3
Je leert:
- hoofd- en bijzaken onderscheiden
Slide 12 - Tekstslide
Hoofdzaken en bijzaken
De belangrijke informatie in een tekst noem je de hoofdzaken. Wat niet zo belangrijk is zijn de bijzaken.
Slide 13 - Tekstslide
Hoofdzaken
Belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.
Inleiding
Slot
Kernzinnen
Signaalwoorden
Verbanden
Bijzaken
Minder belangrijke informatie, maken de hoofdzaken duidelijker.
voorbeeld
herhaling
uitleg
cijfers
details
Slide 14 - Tekstslide
Bijzaken
Hoofdzaken
Kerzinnen
Toelichting
Voorbeelden
De belangrijkste zinnen van de alinea's.
Vormen samen de samenvatting van de tekst.
Minder belangrijke zaken
Slide 15 - Sleepvraag
Sleep de zin naar het juiste antwoord
WAAR
NIET WAAR
Alle belangrijke informatie die over een onderwerp wordt gegeven, noem je hoofdzaken.
Minder belangrijke dingen noem je bijzaken.
Hoofdzaken maken de tekst duidelijker, leuker of beter te begrijpen
Bijzaken staan meestal aan het begin of aan het eind van een tekst
Slide 16 - Sleepvraag
Les 4
Je leert:
- signaalwoorden herkennen die een tegenstelling aangeven
Slide 17 - Tekstslide
Tekstverbanden
Tussen woorden, zinnen en alinea's bestaat een verband. Dit noemen we een tekstverband. Zonder tekstverbanden is je tekst niet 'stevig'.
Slide 18 - Tekstslide
Welk tekstverband hebben we al geleerd?
Slide 19 - Open vraag
Herhaling tekstverbanden
Je hebt dit jaar al 1 tekstverband geleerd:
tekstverband
signaalwoorden
opsomming
als eerste, daarna, bovendoen, daarnaast, vervolgens, ook, tot slot
Slide 20 - Tekstslide
Een voorbeeld van een tekstverband: opsommening Signaalwoorden zijn: en, ook, bovendien.
Signaalwoorden
Slide 21 - Tekstslide
Verband: tegenstelling
Op de basisschool heb je al vaak tegenstellingen geleerd, bijvoorbeeld jong en oud, dik en dun. Dat hebben we soms ook in een tekst!
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.